Samenvatting Religie & Ethiek tentamen
Onderwerpen:
1. Introductie
2. Deugdethiek
3. Utilitarisme
4. Deontologie
5. Contractualisme
6. Vermogensbenadering
7. Religie en moraal
8. Religie en tolerantie
9. Blasfemie
10.Groep (-sgedifferentieerde) rechten
11.Religie in het publieke domein
12.Hoe religieus is de publieke ruimte?
,OW1: introductie
Moraal: het bestand van praktische overtuigingen dat mensen (individuen,
groepen, culturen of alle mensen) hebben. Opvattingen over het goede en juiste
handelen en zijn van mensen (groepen, instituties, culturen etc.). Deze
overtuigingen uiten zich in normen en deugden.
- Praktisch, want gaat over veranderen van de toestand van de wereld (ipv
theoretisch: werking van de wereld op ons kenvermogen)
- Goed; realisatie van eigen levensdoelen
- Juist; gerechtvaardigde gedragswijzen en handelingen t.o.v. anderen
- Normen; gedragsregels, voorschriften, wetten, codes, gegeneraliseerde
gedragsverwachtingen
- Deugd; karaktereigenschap die tot handelen disponeert & positief
gewaardeerd wordt (vriendelijkheid, hulpvaardigheid, matigheid)
Ethiek: Normatieve reflectie op de moraal. Beschrijft niet alleen de praktische
overtuigingen van mensen (descriptief), maar probeert dmv een
wetenschappelijke reflectie te bepalen welke overtuigingen wel of niet
gerechtvaardigd zijn, welke normen dus geldig en welke deugden
aanbevelenswaardig zijn.
Reflecteert op de moraal. Reflectie-theorie van de moraal. Wetenschappelijke
discipline die reflecteert op morele problemen.
- Descriptief; benadering die het voorwerp alleen maar afschildert en
analyseert zonder een standpunt in te nemen
- Normatief (prescriptief/voorschrijvend); benadering die wel zo’n standpunt
inneemt (dus heeft een oordeel; goed/slecht, juist/onjuist,
aanbevelenswaardig/afkeurenswaardig)
- Wetenschappelijke reflectie; de ethiek komt mbv inzichtelijke aannames
(axioma) en beproefde methoden tot gerechtvaardigde normatieve
oordelen
Ethiek: op welke manier moet men leven? wilt wetenschappelijk hierop
antwoorden beredeneren
Voorbeeld: religieuze traditie is het object, religiewetenschappen reflecteert
op dit object.
,OW2: deugdethiek
Tekst: Deugdelijk Leven – Paul van Tongeren
Deugdethiek: de mens moet deugdzaam leven, want de deugd is datgene wat
een menselijk (samen)leven goed maakt.
386 v. chr.: Aristoteles deugdethiek. Eerste die een filosofische ethiek heeft
geschreven.
Poiësis: maken = een handeling die haar doel buiten zichzelf heeft
VB Aristotetles: produceren stoel/tafel; aantal handelingen die uitgevoerd
worden om dat product voort te brengen, het product is het doel van de
handeling, en die ligt buiten de handeling zelf.
Praxis: doen = een handeling die haar doel in zichzelf heeft.
VB dansen: dat doe je omdat je het leuk vindt, omdat je ervan geniet.
De teleologische structuur van het leven
Telos: doel/doeleinde/bestemming
Volgens Aristoteles heeft elk wezen (onbezielde wezens, planten, dieren,
mensen) een doel in zichzelf (entelecheia = het doel in zichzelf hebben)
Als de omstandigheden goed zijn, zal een kastanje haar doel bereiken: een
boom worden. Perfectioneren van de intrinsiekMense mogelijkheden.
Wat is dan het doel van het menselijke leven?
Het formele doel van het menselijke leven
- Elke poiësis verwijst naar een ruimere poiësis. Maar uiteindelijk eindigt
deze keten van verwijzingen in een praxis, en wel in de meest omvattende
praxis: het menselijke leven.
- Het menselijke leven is dus zelf een praxis en heeft zijn doel in
zichzelf
- Elke poiesis heeft een telos , en verwijst weer naar een hoger telos etc. en
eindigt in een praxis: het menselijk leven zelf.
- Dit doel is volgens Aristoteles: het geslaagde, gelukkige of goede
leven (Eudaimonia)
- Als we ons realiseren dat het leven zelf een praxis is, dan betekent een
gelukkig of geslaagd leven: je moet goed leven of je moet het goede
leven doen.
Dus: het doel is om de praxis zo goed mogelijk uit te voeren. Zo goed mogelijk
dansen, zo goed mogelijk leven. Geluk als een werkwoord.
Wat is geluk dan?
Aristoteles stelt dat je de definiërende eigenschappen van je bestaan moet
perfectioneren om een geslaagd, goed en gelukkig leven te leiden. Deze
eigenschappen bepalen waarvoor je geschikt bent.
2 definities van de mens:
1. De mens is een dier dat met rede begaafd is
2. De mens is een sociaal of politiek dier
Je praxis is geslaagd als je op een juiste manier omgaat met de dierlijkheid
en met de redelijkheid.
Nietzsche verwaarloost de rede, Plato verheerlijkt de rede; Aristoteles zit
daartussenin.
1: Perfectionering van het dierlijke en het redelijke
, Volgens Aristoteles uit zich het …
- Dierlijke aspect van de mens in pre-rationele driften. Begeerten,
verlangens, strevingen, passies, emoties, gevoelens.
- Rationele aspect van de mens zich in het vermogen om te denken.
Reflecteren, analyseren, beoordelen, afwegen.
Een geslaagde praxis: de dierlijke aspecten aan een rationele sturing
onderwerpen.
De dierlijke aspecten aan een rationele sturing onderwerpen.
- Aristoteles gaat ervan uit dat in een nieuwe situatie altijd eerst het
dierlijke voorkomt. Emoties geven een eerste sturing.
- In elke situatie hebben de driften een initiële sturende functie. Ze zeggen
ons spontaan wat we moeten doen. Dat is niet altijd goed; de rede dient
de gepastheid van deze sturing te beoordelen. Ze moeten het juiste
midden kiezen dat bij de situatie past (eigen gesteldheid, andere
personen, omstandigheden, tijd, …). Volgens dit midden hoor je te
handelen.
De rede moet het juiste midden kiezen waarvandaan je hoort te handelen,
en niet gelijk mee te gaan in de driften, maar deze te beoordelen.
De rede moet een sturende functie hebben.
‘1 zwaluw maakt nog geen zomer’
- Bij 1 goede reactie op een situatie, is nog niets gewonnen. Automatiseren
totdat het een tweede natuur is geworden aandeel van de rede is dan
minder geworden omdat de emoties je automatisch in de goede richting
sturen.
- In elke situatie weet je automatisch hoe je op een adequate manier kan
reageren geslaagd leven.
Deugd: de rationele beoordeling van dierlijke driften geschiedt niet zomaar. Ze
moet in iedere situatie opnieuw ingeoefend worden. Als je de vaardigheid om
altijd het juiste midden te kiezen zo hebt verinnerlijkt dat de rationele
beoordeling tot een karakterhouding of een tweede natuur is geworden,
spreekt men van een deugd.
Esthetische aspecten
- Een deugdzaam (goed en gelukkig) leven is van buitenaf zichtbaar. Het is,
als het ware, een kunstwerk dat een esthetische kwaliteit heeft en een
zekere schoonheid vertoont.
- Een deugdzaam leven kan dus ter oriëntatie van anderen dienen.
Karakterdeugd: de deugd is een houding die met keuze te maken heeft, dat
wil zeggen: die voortkomt uit gemaakte keuzes en die disponeert tot het maken
van de juiste keuze. De juistheid van die keuze betekent dat ze steeds het
midden weet te vinden. Dat midden is weliswaar relatief, maar wordt niettemin
door een maat bepaald, een maat die we zin in de verstandige – van Tongeren
2: perfectionering van het sociale en politieke
- Deugden perfectioneren niet alleen het individuele leven, maar ook het
sociale en politieke.
- Deugden worden bepaald door de sociale structuren waarin ze
uitgeoefend worden.
- De gemeenschap bepaalt in zekere zin wat deugdzaam is.