Het effect van tijdelijke onthouding versus tijdelijke vermindering op het gewoontegebruik van de
smartphone
Naam:
Studentnummer:
Cursus: Onderzoekspracticum Experimenteel Onderzoek (PB0422)
Examinatoren:
Inleverdatum: 31-05-2024
,Abstract
Smartphones zijn een essentieel onderdeel van het dagelijks leven geworden, waarbij een groot deel
van de Nederlandse bevolking hun smartphone dagelijks gebruikt voor diverse activiteiten. Ondanks
de voordelen, ervaren steeds meer mensen hun smartphonegebruik als storend en ongezond. Op
basis van dit uitgangspunt is er onderzoek gedaan naar interventies om smartphonegebruik
aanhoudend te verminderen.
Het doel van het onderzoek was om te bepalen welke interventies het meest effectief zijn. De
verwachting is dat het onthouden van alternatieve digitale apparatuur effectiever is dan normaal
gebruik van alternatieve apparatuur en dat de interventie smartphonevermindering effectiever is dan
de interventie normaal smartphonegebruik. Ook is de verwachting dat de interventie
smartphonevermindering effectiever is voor vrouwen dan voor mannen. Bij deze verwachtingen
wordt rekening gehouden met het kenmerk zelfcontrole.
Het onderzoeksdesign van dit experiment combineert elementen van een between-subjects design
met een pre-test-posttest control design waarbij uiteindelijk 536 deelnemers werden geanalyseerd
na filtering van ontbrekende waarden. Voor de manipulatiecheck werden One-way ANOVA-analyses
uitgevoerd, en voor de hypothesetoetsing werden ANCOVA-analyses gebruikt, met zelfcontrole als
covariaat.
De resultaten laten zien dat zelfcontrole een relatie heeft met de afname in het gemiddeld aantal
ontgrendelingen. De interventie smartphonevermindering was effectiever dan de interventie
normaal smartphonegebruik, waarbij geen verschil te zien is tussen mannen en vrouwen. Er werden
geen significante verschillen gevonden tussen het onthouden van alternatieve apparatuur en het
normaal gebruik van alternatieve apparatuur.
Deze gevonden resultaten bieden belangrijke inzichten voor interventies gericht op het verminderen
van smartphonegebruik. Deze bevindingen kunnen worden toegepast in het ontwikkelen van
programma’s die mensen helpen hun smartphonegebruik te verminderen door zelfcontrole te
verbeteren.
, Het effect van tijdelijke onthouding versus tijdelijke vermindering op het gewoontegebruik van de
smartphone
Smartphones zijn tegenwoordig voor veel mensen een essentieel onderdeel van het dagelijks
leven. In 2019 gebruikte 82,5% van de Nederlanders van 12 jaar en ouder een smartphone om te
internetten en in 2022 verstuurde meer dan 88% van diezelfde bevolkingsgroep berichten via
Whatsapp (CBS, 2019, 2022). De toegang tot mobiel internet heeft geleid tot de ontwikkeling van
verschillende applicaties en functies voor mobiele telefoons. Naast bellen, kun je met smartphones
foto’s en video’s maken, e-mails verzenden, bankzaken regelen en het nieuws bekijken. Mensen
hebben via hun smartphone toegang tot sociale media en kunnen er spellen op spelen. Ondanks de
positieve aspecten van smartphones is er een groeiende groep gebruikers die hun eigen gebruik als
storend, ongezond, overmatig en/of problematisch ervaart (Radtke et al., 2022). Om een gezonde
balans te vinden tussen smartphonegebruik en het offline leven, zoeken sommige gebruikers naar
strategieën en hulpmiddelen om hun smartphonegebruik te minderen. Deze strategieën variëren van
het gebruik van mobiele applicaties die helpen bij het controleren van gebruik en zelfhulpboeken tot
de jaarlijkse ‘National Day of Unplugging’ en zelfs digitale detoxreizen (Radtke et al., 2022; Syvertsen,
2017).
De vraag naar initiatieven om smartphonegebruik te minderen, suggereert dat het gedrag
moeilijk te veranderen is. Dit is in lijn met de bevinding dat overmatig gebruik zichzelf lijkt te
versterken (Montag et al., 2015). Een ander, gerelateerd perspectief op overmatig
smartphonegebruik stelt dat het een vorm van gewoontegedrag is dat vrijwel automatisch en
onbewust wordt uitgevoerd (Shaw et al., 2018). Dit wordt verder ondersteund door de observatie
dat bepaalde gedragingen, zoals automatisch naar de telefoon grijpen of meldingen controleren,
deels onbewust van aard lijken te zijn (Billieux et al., 2008; Brailovskaia et al., 2023). Als
smartphonegebruik inderdaad voornamelijk gewoontegedrag is, dan ondersteunt de
wetenschappelijke literatuur indirect de stelling dat het niet gemakkelijk te veranderen is. Het is
algemeen aanvaard dat onbewuste gedragspatronen die voortkomen uit gewoonte niet eenvoudig te
doorbreken zijn (Montag et al., 2015).
Op basis van dit uitgangspunt is er onderzoek gedaan naar interventies om
smartphonegebruik aanhoudend te verminderen. Veel van deze interventies zijn gedragsgericht en
behelzen een tijdelijke onderbreking van het smartphonegebruik (Radtke et al., 2022). Hoewel
gedragsgerichte interventies over het algemeen potentie hebben om smartphonegebruik te
veranderen, is het de vraag welke interventievorm het meest effectief is (Elhai et al., 2016; Kent et
al., 2021; Radtke et al., 2022). Met name is het van belang om te onderzoeken of volledige
onthouding van smartphonegebruik ook na afloop van de interventie tot blijvende