Samenvatting blok 4
Levenscyclus deel 2
Hoofdstuk 7: groeiregulatie bij planten
Leerdoelen:
De student kan:
✓ aan de hand van voorbeelden het proces van
signaaltransductie uitleggen. (begrijpen)
✓ op basis van de werking van de 5 belangrijkste
plantengroeiregulatoren (auxine, cytokinine,
ethyleen, abscissinezuur en gibberellinezuur) de
ontwikkeling van een plant en de resultaten van
experimenten uitleggen. (begrijpen)
Signaaltransductie keten
• Receptor op celmembraan
Op het moment dat een hormoon herkent wordt bindt
het aan de receptor. Receptor zit bijna altijd aan het
membraan. Signaal wordt verzonden. Vervolgens krijg
je een respons.
Hoe reageren planten op licht (plaatje):
3 stappen:
1) Ontvangst
2) Transductie
3) reactie
Op het moment dat een plant licht opvangt via receptor.
• Licht receptor is phytochrome.
• Receptor is geactiveerd. (doordat licht of hormoon erop valt)
• Secondaire Messenger worden aangezet :Zorgen ervoor dat protein kinase gevormd wordt
• Ook dat ca kanalen worden geopend in het membraam. Calcium gaat de cel binnen. Calcium
is ook secondaire Messenger. Protein kinase 2 geactiveerd en vervolgens wordt dna
afgelezen. Planten gaan groeien dus chloroplasten aanmaken.
• 2 mechanismen: 1. Transcriptionele regulatie synthese MRNA 2.
Post- translationele regulatie activeert bestaande enzymen
Hoe reageren planten op hun omgeving:
Plant kan reageren op hun omgeving via receptoren.
Verschillende plant bewegingen:
1) Gravitropie: Reactie op zwaartekracht. Wortels hebben
positieve gravitropie; scheuten hebben negatieve gravitropie. +
, is richting zwaartekracht – is van de zwaartekracht af. Zijn zetmeelkorrels cellen die zorgen
dat de plant de zwaartekracht kan voelen. Liggen in de laagste plek van de cel. Statolieten
werkt met behulp van auxine waardoor die statolieten naar beneden gaan.
2) Fotografie: reageren op licht.
Welk gedeelte van de plant neemt licht waar; De top.
Groeit naar het licht voor fotosynthese reageert op blauw
licht.
Onderzoek:
Plant via zijkant licht bestralen. Aan de lichtkant zijn de
cellen kleiner dan bij de schaduw kant. Topje er van af geen
reactie. Topje afdekken met kapje waar wel licht doorheen
kan gaat de plant wel reageren. Buigt ook als je de plek
afdekt waar die buigt.
Topje eraf halen en er iets tussen zetten en weer terug
zetten dan treedt er buiging op. Als je er iets tussen zet dat
stoffen niet door laat dan buigt het plantje niet.
Topje eraf snijden en op agar gezet. Wat in het topje zat komt op het agar terecht. toont aan dat het
om auxine gaat. Want zonder top maar met agar buigt de stengel ook.
3) Thigmotropie: klimmen zoals klimplanten
Hormonen
Bij planten spreken we van groeiregulators; omdat we ook synthetische analogen bespreken
een signaal molecuul
o kleine hoeveelheden
o Productie in specifieke cellen
o Veelal transport naar andere delen,
o Bind aan receptor
o Triggered respons
Plant hormonen: reguleren groei, ontwikkeling en response op externe stimuli.
▪ -Salicylzuur (ter verdediging tegen pathogenen)
▪ -Jasmonaat (ter verdediging tegen herbivoren, pollenontwikkeling, fruit rijping, veroudering,
wortelgroei)
▪ -Brassinosteroïden (celdeling, strekking, lichtresponsen)
,1.Auxine
-Geproduceerd in de plantentop (apicale meristemen= bovenste groeipunt) zaden en embryo’s
Betrokken bij;
• Stengel verlenging: op basis van cel strekking
• Apicale dominantie: de top domineert over de rest. Top zorgt ervoor dat de zijscheuten niet
uitlopen
• Wortel ontwikkeling bij stekken
• Synthetische vormen gebruikt als herbicide
• Positieve gravitropie
• Vrucht ontwikkeling
Stengel verlenging:
Auxine zorgt ervoor dat de celwand verzuurt door het
stimuleren van het protoon H+ die naar binnen wordt
gepompt. De verbinding tussen de cellulose en
polysacharide ketens wordt losser. Expansine zorgt
ervoor dat de verbinding los laat. Een ander eiwit
knipt de ketens door. Auxine zorgt ervoor dat de
verbindingen los gaan. De cel heeft turgor, de
celwand laat los. De cellen kunnen nu groter worden.
Apicale dominantie:
Topje eraf snijden; zijscheuten lopen uit. Komt omdat de top met
auxine weg is. Auxine wordt naar onder getransporteerd en zorgt er
normaal voor dat de zijscheuten niet gaan uitlopen.
Als je pasta met Auxine boven erop smeert gaan de zijscheuten niet
uitlopen.
➢ Als herbicide (onkruidverdelger): synthetische vormen
worden gebruikt als herbiciden .2, 4 - D bestrijdt breedbladig
onkruid in akkers met monocotyle gewassen.
➢ Stimuleren parthenocarpie: zaadzetting zonder bevruchting, NAA and IBA behandeling in
tomaten, Okra en aubergine
➢ Voorkomen voortijdige fruit val: Auxines zoals 2, 4 - D, IAA, IBA worden ook nog wel
toegepast om voortijdige fruitval te voorkomen in appels, peren en
sinaasappels. Steeltje wordt door auxine niet gevoelig voor andere factoren.
2.Cytokines
Geproduceerd; Wortel-Embryo’s-Vruchten
Betrokken bij
• Cel deling
• Uitstel van afsterven
• Inhibitie van apicale dominantie; apicale dominantie is er
• Bloem ontwikkeling
, • Kieming
• Embryo ontwikkeling
Apicale dominantie:
Zelfde plaatje als auxine. Uitlopen van zijscheuten gebeurd normaal onder invloed van cytokines.
Auxine top zorgt ervoor dat cytokinen niet zijn werk kan doen en de zijscheuten niet uitlopen. Als we
auxine weg halen kunnen cytokines hun werk doen en kunnen de zijscheuten ontwikkelen. Elkaars
antagonisten.
In de weefselkweek veel auxine en cytokines gebruikt in
verschillende concentraties. Weefsel eerst totipotent. Auxine en
cytokines samen zorgen voor celdeling zonder differentiatie.
Weefsel gaat kalk maken. Meer auxine zie je wortel vorming.
Meer cytokines meer scheutvorming.
• Stengel verlenging; celdeling & cel strekking. Anders dan bij auxine want celdeling speelt ook
een rol
• Bloei
• Kieming
Stengelgroei:
Geen gibberelline: kleine plant. Bij gibberelline normale plant. Als je bij een normale
plant gibberelline toevoegt dan gebeurt er niks. Heeft geen zin.
Door gibberelline geïnduceerde vrucht groei;
Gibberelline zorgt er ook voor dat bij vruchten waar geen zaad in zit groeit in de grote.
De stengel strengt de tros heeft minder last van schimmels. Druiven van Thompson.
Gibberelline remming:
Als je ccc toedient (gibberelline remmer) krijg je een hogere opbrengst; doordat je de plant minder
gaat strekken stopt die minder energie in de plant zelf en gaat de energie in de zaden zitten. Lengte
groei remmen wordt de plant korter en steviger.
Kieming en gibberelline
• zaad komt in contact met water GA komt vrij
• In de aleurone laag komt alfa-amylase vrij
• Zit veel eiwit in. Zorgt ervoor dat zetmeel in
het endosperm wordt afgebroken tot suikers
• Suikers worden gebruikt door het
kiemplantje
• Kiemplantje groeit
4. ethyleen
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper e-j. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.