V1:
Leerdoelen:
De student:
- Ervaart verschillende verschijningsvormen van het aeroob/anaeroob
uithoudingsvermogen
- Ervaart prikkelparameters binnen het aeroob/anaerobe energiesysteem
- Ervaart trainingswetmatigheden binnen het aerobe/anaerobe energiesysteem
Kijk nog een goed naar de verschillende prikkelparameters voor zowel aeroob als
anaeroob.
Inspanningsfysiologie h2:
Arbeid (W): de kracht die nodig is voor het verplaatsen van een gewicht vermenigvuldigd
met de afstand van de verplaatsing. Uitgedrukt in newton x meter of joule.
(1kg = 10N). 10x 1m = 10 joule.
Joule calorie is vermenigvuldigen met 0,24.
1 kcal= 4,18 joule.
Vermogen (P): arbeid per tijdseenheid.
P= arbeid : tijd.
Capaciteit: geeft weer hoe lang je met de beschikbare energie een prestatie kunt volhouden.
Uitgedrukt in joules of kcal.
Aerobe capaciteit: de totale hoeveelheid energie die door middel van de aerobe
stofwisseling kan worden vrijgemaakt.
Lactaat:
De lactaatproductie zorgt niet voor de vermoeidheid en werkt ook niet verzurend, het is niet
belastend voor het systeem. Het aan het bloed afgestane lactaat kan in andere weefsel als
energiedrager dienen. En de lever kan er via omzetting naar pyruvaat en glucose ook
glycogeen van maken. Ook kan de hartspier het lactaat actief als energiebron gebruiken.
Duursporters produceren voortdurend lactaat, maar als zij hun inspanning goed doseren,
stijgt de concentratie in de bloedbaan niet, omdat het beruik in het hart en aeroob actieve
weefsels de productie compenseren.
Maximale aerobe vermogen (VO2max): het maximale vermogen waarop aeroob kan
worden gepresteerd. Uitgedrukt in liters O2 per minuut.
Steady state: een inspanning met een vast vermogen op een niveau waarbij hartslag,
ventilatie en zuurstofverbruik lange tijd constant blijven.
De sportfysiologie beschrijft het vermogen waarbij de lactaatconcentratie in het bloed
sterker begint te stijgen als het punt waarboven een inspanning niet meer langdurig kan
worden volgehouden.
Een lactaatdrempel bepaling is voor het bepalen bij welk vermogen er nog efficient aeroob
wordt gepresteerd.
, Gerelateerd aan de lactaatdrempel is de ventilatie drempel. Bij hoge anaerobe vermogens
komen meer H+ ionen vrij. De niet meer te bufferen hoeveelheid wordt afgegeven aan het
bloed en leidt tot een hogere ventilatie. Deze kan worden gevonden door de samenstelling
van de ademgassen te meten.
Als de activiteiten worden beeindigd, is er nog langere tijd een verhoogde O2 opname te
zien. Een verhoogde hartslag en ventilatie zorgen ervoor dat er in deze verhoogde behoefte
kan worden voorzien. Deze aanhoudende verhoogde opname van O2 wordt ook wel de
zuurstofschuld genoemd.
Er is namelijk zuurstof nodig (bij de zuurstofschuld) om:
- De hoeveelheid ATP en CP aan te vullen.
- Om het lactaat om te zetten in CO2 en H2O of lactaat terug te vormen naar
glycogeen
- Voor het bindingen van O2 aan myoglobine in de spieren.
- Voor de verhoogde metabole activiteit van de ademspieren en het hart.
- Voor het verhoogde metabolisme en door de hogere lichaamstempratuur.
Het duurt 1 a 3 minuten voordat de circulatie en ademhaling zich hebben aangepast aan het
nieuwe belasting niveau bij het beginnen van een inspanning.
Eerst aanspraak op ATP en CP voorraad dan anaerobe verbranding en dan na ong. 2 minuten
aerobe verbranding. (Bij submaximale inspanning). Vervolgens steady state.
- Tijdens inspanning zorgen noradrenaline en adrenaline voor de verhoging van de
glucoseconcentratie in de bloedbaan en staat de regeling van insuline.
- Vetcellen moeten tegelijkertijd dor sympathische zenuwvezels en adrenaline worden
geactiveerd om vetten af te breken tot vrije vetzuren dit proces komt na ong. 2-3
minuten opgang. De concentratie vrije vetzuren daalt het eerste kwartier doordat er
meer worden verbruikt dan vrij gemaakt.
- Bij lage inspanning meer vetzuren, hogere meer koolhydraten. Weer te geven met
RER.
- Het lichaam wisselt tijdens inspanning steeds van de drie systemen, vet, glycose en
fosfaatsysteem omdat het gevraagde vermogen kan veranderen. Bijv. Tijdens fietsen
kort sprintje etc.
Insuline stimuleer insuline receptoren op de spiercelmembraan waardoor het
transportmolecuul wordt geactiveerd en glucose hierdoor de cel in kan transporteren(bij
hoge concentratie glucose in bloed (rust) want bij activiteit werkt insuline niet door activiteit
van noradrenaline en adrenaline?).
Rendement: het percentage nuttige mechanische arbeid gedeeld door de totale verbruikte
energie.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper kellyagterberg99. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,49. Je zit daarna nergens aan vast.