Hoofdstuk 1
We leven in een tijd waar we met elkaar kunnen communiceren waar we dan ook zijn, door
de netwerken kan je de aarde zien als een global village. Hierdoor is in de afgelopen eeuwen
heen een toename in economische en politieke relaties geweest; globalisering. Op de wereld
zijn verschillende cultuurgebieden, regio’s met gemeenschappelijke cultuur. De 8 zijn; Noord
Amerika, Latijns Amerika, Europa, Noord Afrika en Midden Oosten, Sub-Sahara Afrika,
voormalig Sovjet Unie, Oost, Zuid en Zuidoost Azië en Oceanië. Ze zijn verdeeld onder
factoren als ligging, cultuur en geschiedenis. De politieke verdeling is ook niet overal gelijk,
40% van de wereldbevolking woont in gebieden waar de zeggenschap over eigen leven klein
is; dit kan je per land terugzien in het democratisch gehalte (0-10). Het bbp is de waarde van
alle goederen en diensten die in een land worden geproduceerd, van een grote of kleiner
gebied spreek je over het brp (bruto regionaal product). Wel te weten dat niet alle bpp’s
even betrouwbaar zijn, correct zijn verzameld, of dat de koopkracht ongelijk is. De
bevolkingsspreiding over de wereld is ongelijk en er is veel urbanisatie.
In de jaren 80 van de vorige eeuw zijn er door politieke machtsverhouding tussen landen
(geopolitiek) vele landen in Europa bijgekomen. Deze landen sloten zich af van Rusland en
zochten naar steun van het Westen. Er was dus ook veel regionalisme waar landen of staten
streven naar soevereiniteit en zelfbestuur, het ook echt behalen wordt separatisme
genoemd. Door economische verandering kunnen de spanningen dalen of stijgen. In Europa
zijn er ook voorbeelden van het tegenovergestelde; blokvorming, zoals Oost en West
Duitsland en de Europese Unie. Deze blokvorming is vooral economisch, dit omdat landen
niet graag al hun soevereiniteit willen delen. In Europa is de bevolkingsgroei klein door de
welvaart. Ze bevind zich in de laatste fase van de demografische transitie.
Fase 1; Veel landbouw en hoog geboortecijfer en sterftecijfer.
Fase 2; Hoog geboortecijfer maar dalend sterftecijfer door verbeteringen.
Fase 3; Daling geboortecijfer, veel verstedelijking en laag sterftecijfer.
Fase 4; Laag geboorte- en sterftecijfer, bevolkingsgroei stagneert.
Fase 5; Veel vergrijzing, kleine bevolkingsgroei of zelfs daling door sterfteoverschot.
Veel van West Europa zit al in fase 5 en de rest nadert hem. Ook hebben landen in de fases
te maken met verschillende leeftijdsopbouw. Fase 1 en 2 zitten met de piramidevorm, fase 3
en 4 met de granaatvorm en fase 5 met de urn vorm.
Zonder fase 5 Toren = Granaat
, In de islamitische wereld spreken veel mensen Arabisch en zijn veel mensen moslim. Hierop
2 uitzonderingen, in Israël zijn veel Joden en Indonesië spreekt men geen Arabisch en ligt
bovendien ergens anders. Deze landen zitten vooral op fase 2 of 3 van de demografische
transitie. Er zijn 2 islamitische hoofdgroepen; de soennieten en de sjiieten die elkaar vaker
dan eens dwarszitten wat leidt tot conflicten. In veel landen in de islamitische wereld zijn er
vaak politieke en religieuze spanningen wat leidt tot vele opstanden tegen overheersers. Ook
is er invloed van westerse landen, die of voor of tegen de overheersende macht zijn.
Sub-Sahara Afrika bestaat uit West-Afrika, Midden-Afrika, Oost-Afrika en Zuidelijk Afrika
(niet Zuid Afrika). Deze macroregio ondervindt de grootste natuurlijke bevolkingsgroei van
de wereld, 2 keer zo groot als de hele wereld en 3 keer zo groot als Europa. Veel landen
zitten al in fase 3 van de demografische transitie, maar er zijn ook achterblijvers. Noordelijk,
bij de grens met de islamitische wereld is men veel moslim, hoe zuidelijker je gaat hoe meer
mensen geloven in natuurgoden of het christendom. Ook in Afrika komen in veel landen
gewelddadige conflicten voor. Er zijn namelijk veel dictaturen die zijn gecreëerd toen de
Europese kolonisten Afrika verlieten, en de mensen niet wisten hoe ze een land moesten
regeren. Lang worstelde Sub-Sahara Afrika met een slecht economisch image, maar
langzaam begint hier verandering in te komen. Er zijn veel investeringen i transport en
communicatie die de handel en de dienstensector vergroot. In west Afrika zijn hier de
verschillen het grootst, regionale ongelijkheid. De rijke landen worden de Afrikaanse
leeuwen genoemd.
Oost-Azië is deel van Azië en bevat de landen China, Japan, Mongolië, Noord- en Zuid Korea
en Taiwan. In deze landen bespeelt het boeddhisme een grote meerderheid, en zijn het
christendom en de islam minder gewoon. China is het grootste land met 1,4 miljard
inwoners. Veel mensen wonen ook aan de kust of naast rivieren voor de handel. Niet in
Mongolië (3 mil. inwoners), dit land is landlocked wat betekent dat het land niet grenst aan
wateren en dat het land niet erg geschikt is om te bewonen. Waar Mongolië nog een
stijgende bevolkingsgroei heeft, kampt Japan met een dalende. Het land ligt dus al in fase 5
van de demografische transitie. Zuid Korea en Taiwan behoren tot de Newly Industrializing
Countries, opkomende landen die op weg zijn 1ste wereld worden. In Noord Korea is er een
planeconomie, er is 1 communistische partij die de hele economie regelt. Het land is
autonoom, afgesloten van de wereldeconomie. In China ligt het zwaartepunt in het oosten,
hier nest veel van de bevolking zich omdat daar veel water is. Hier zijn mensen rijk, maar in
de rest van het land leeft men veelal als boer. China heeft veel inwoners, maar men vreest
van een economische crisis en een vergrijzing waardoor de bevolking gaat dalen. Ook in
Oost Azië zijn er politieke spanningen. Tussen China en Taiwan, omdat China Taiwan zit als
provincie en niet als onafhankelijke staat. Ook tussen China en Tibet, waar Tibet autonoom
wil zijn wil China dat niet. Ook zijn er veel spanningen in de Zuid Chinese zee. Hier liggen
veel kleine eilanden, en landen willen deze claimen voor militaire doeleinden. Ook zijn er gas
en olie velden en handelsroutes die hier een rol spelen.