we associëren ontwikkeling met: verandering, vooruitgang, rijping, groei, differentiatie
en leren.
Rijping impliceert verandering en vooruitgang op twee niveaus: van klein naar groot
(groei) en van eenvoudig naar complex (differentiatie)
Leren verwijst naar het verwerven van kennis en vaardigheden op basis van
ervaring. Die ervaring doen we op door actief in contact te treden met de omgeving.
De kinder- en jeugdjaren worden in periodes gesplitst:
Babyperiode (0-12 maanden)
- We spreken van een baby zolang de zuigeling nog niet loopt. Dit is
gemiddeld tot 1 jaar. In dit jaar is het groei- en ontwikkelingstempo heel
hoog. Vooral op motorisch gebied.
Peuterperiode (1-4 jaar)
- De peuter is heel zelfbewust en ondernemend. De belangrijkste
leerervaringen zijn die van de taalontwikkeling. Het egocentrisme is een
veelvoorkomende eigenschap bij peuters. Peuters handelen en denken
sterk vanuit hun eigen belevingswereld en kunnen zich niet goed in
anderen verplaatsen.
Kleuterperiode (4-6 jaar)
- De kleuter is op andere gericht en beschikt meestal over een rijke fantasie.
De kleuter omvat de eerste twee jaren van het basisonderwijs.
Schoolperiode (6-12 jaar)
- We spreken hier van schoolkinderen. De cognitieve ontwikkeling heeft een
belangrijke plaats in deze fase.
Adolescentie (12-18 jaar)
- Het begin van de adolescentie wordt ingeluid door de puberteit, periode
van geslachtsrijping. Een belangrijk aspect van deze fase is de
ontwikkeling van seksualiteit en identiteit.
Ook kan de tweedeling:
Kinderjaren (0-12 jaar) / jeugdjaren (12-18 jaar)
John Locke (1632-1704) filosoof
Tabula Rasa-principe: elk kind komt als een onbeschreven blad op de wereld. Dus
zonder noemenswaardige erfelijke bagage, en dat de opgedane ervaringen bepalend
waren voor de verdere levensloop.
Locke zei dat een strikte opvoeding zou resulteren in optimale zelfdiscipline en
vorming van de geest.
Jean-Jacques Rousseau (1712-1778) filosoof
Rousseau geloofde in de aangeboren natuurlijke goedheid van de mens. Het
pasgeboren kind zou met zijn eigen nieuwsgierigheid en energie slechts ruimte,
respect en stimulans nodig hebben. En zo min mogelijk correctie en beknotting van
de opvoeder.
, Charles Darwin (1809-1882) bioloog
Evolutieleer
Hij observeerde zijn eigen zoon gedurende de eerste 3 levensjaren. Om zijn
evolutietheorie te steunen.
Om een eigenschap te meten is het nodig dat we deze operationaliseren we
‘vertalen’ de eigenschap zodanig, dat er meetbare gegevens aan gekoppeld kunnen
worden.
De meting van een eigenschap moeten betrouwbaar en valide zijn.
Betrouwbaar = de meting, ongeacht het tijdstip en de persoon die de meting verricht,
zal steeds dezelfde resultaten opleveren. Als de waarde van de eigenschap niet
verandert.
Valide = het instrument meet de eigenschap waar het voor bedoeld is.
Dwarsdoorsnede onderzoek
Op één tijdstip de meetresultaten van groepen van verschillende leeftijden
vergelijken. Bijvoorbeeld 4 en 7=6 jarigen.
Snel en goedkoop
Bij groot leeftijdsverschil verwarring ontwikkelingseffect en cohorteffect. Geen
individuele ontwikkeling te traceren.
Longitudinaal onderzoek
Op meerdere tijdstippen één groep kinderen met zichzelf vergelijken. Bijvoorbeeld
meting van 4-jarigen, na 2 jaar herhalen.
Geen verwarring ontwikkelings- en cohorteffect, individuele ontwikkeling is te
traceren.
Langdurig en duur, uitval proefpersonen.
Hoofdstuk 2
Komt gedrag aangeboren, biologisch factoren (nature) of door omgevings- en
ervaringsfactoren (nurture).
Nature instinct, talent, groei, temperament en drift
Nurture opvoeding, vaardigheid, kennis en ervaring
Psychoseksuele ontwikkelingstheorie van Sigmund Freud (1856-1939)
Id Es Het primitieve (aangeboren)
Ego Ich Het rationele (op een acceptabele manier uiten)
Superego Über-ich het geweten (na het 5e levensjaar, terug bij jezelf)
Het begint allemaal net de seksuele energie – libido – van het Es. Deze is bij de
geboorte al aanwezig en richt zich in de leeftijdsfasen op verschillende zones. We
noemen dit de erogene zones. Freud noemde 5 stadia.
1. Orale fase (0-1 jaar)
- Gericht op de mond. De bevrediging van libido vind plaats via zuigen en
eten.
2. Anale fase (1-3 jaar)
- Gericht op de ontlasting. (zindelijkheidsfase)
3. Fallische fase (3-6 jaar)
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper tessadeklerk. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.