Tutorial week 1 – Inleiding gezondheidsrecht
In het kader van sociaal recht en ter ongelijkheidscompensatie (patiënt – arts) moet voor
iedereen gelijke zorg beschikbaar zijn ongeacht geslacht, leeftijd, religie.
Ziek – gezond
Privacy speelt een grotere rol (meer dan op andere terreinen).
Kwaliteit, beschikbaarheid en bereikbaarheid.
Gezondheidsbescherming en -bevordering
Financiële toegankelijkheid
Rol van rechtsbeginselen en grondrechten, systematiek van recht- en regelgeving,
inhoud van het rechtsgebied op hoofdlijnen en actoren en hun verantwoordelijkheden,
begrippen gezondheid en ziekte.
Vraag 1
Welke (deel)terreinen dan wel (deel)onderwerpen omvat het rechtsgebied?
Gezondheidsrecht is en vorm van sociaal recht. Het gezondheidsrecht is het geheel van
rechtsregels dat betrekking heeft op de zorg voor de gezondheid en de toepassing van
overig burgerlijk, bestuurs- en strafrecht in dat verband. Het eigen object van het
gezondheidsrecht is het geheel van rechtsregels dat op de gezondheid is gericht.
Gezondheidsrecht is een functioneel rechtsgebied of een horizontale discipline/specialisme.
Het bevat meerdere rechtsgebieden dat in functie staat met het gezondheidsrecht.
Bij gezondheidsrecht gaat het zowel om preventieve activiteiten als cura (curatieve zorg
gericht op diagnose, behandeling bij ziekte of aandoeningen) en care (verpleging,
verzorging, begeleiding etc.).
Als je ziek bent blijf je in een afhankelijke situatie. In zoverre is er vergelijkenis tussen
gezondheidsrecht en het sociaal recht (arbeidsrecht).
Gezondheidsrecht heeft vrij duidelijke politieke inslag.
Zelfregulering => regulering vanuit de sector zelf.
Wetgeving van buiten = vanuit de wetgever
Wetgeving van binnen = uit de sector zelf (KNMG, LHV)
Veel regels die nader worden uitgewerkt bij AMvB of ministeriële regeling
Indeling gezondheidsrecht:
Privaatrechtelijk => afd.7.7.5 BW: geneeskundige behandelingsovereenkomst
Arbeidsrecht => in hoeverre zijn bepaalde gezondheidsrechtelijke regels op het
arbeidsrecht van toepassing? (bijv. moet je toestemming voor een behandeling geven?
moet een medewerker toestemming geven voor een vaccinatie?)
Internationaal => EVRM (recht op leven, recht op family life, recht op een eerlijk proces,
recht op gezondheid)
Bestuursrecht => Wet BOPZ, Wkkgz, Wet BIG, Geneesmiddelenwet
Strafrecht => legaliteitsbeginsel, Wet op orgaandonatie, euthanasie (art.293 Sr jo.
euthanasiewet)
Beroepsgeheim valt ook onder strafrecht.
In gezondheidsrecht geldt bepaalde systematiek => zorg dient toegankelijk te zijn:
Kwaliteit => Wet BIG (= kwaliteit beroepsbeoefenaar, tuchtrecht), Wkkgz (= klacht door
burgers), WMH (pip-implantaten), orgaandonatie, goed hulpverlenerschap (art.7:453
BW), Geneesmiddelenwet, afd.7.7.5 BW
Financiële toegankelijkheid => Zorgverzekeringswet, Wet op de zorgtoeslag, Wlz, WMG
Beschikbaarheid en bereikbaarheid => WTZi, Wbmv, vrije artsenkeuze
Gezondheidsbescherming- en bevordering => Wpg, Wmk, Arbowet, Wet op het
bevolkinsonderzoek, Jeugdwet, Wmo
1
,=> deze indeling kan worden vastgeknoopt aan art.22 GW. Overheid moet zich op
verschillende terreinen bezig houden met de gezondheidszorg
Vraag 2
a. Welke rechtsbeginselen zijn in het Gezondheidsrecht vooral van belang?
Onder rechtsbeginselen wordt verstaan de normen die aan het positieve recht ten
grondslag liggen. Rechtsbeginselen zijn richtinggevend bij de vorming en toepassing van
het doel en de functie.
In het gezondheidsrecht spelen een aantal rechtsbeginselen een rol. Drie
rechtsbeginselen die in het gezondheidsrecht een grote rol spelen zijn het
zelfbeschikkingsbeginsel het beschermingsbeginsel en het gelijkheidsbeginsel.
1. Zelfbeschikkingsbeginsel/zelfbeschikkingsrecht => verschaft een normatief kader
voor de toetsing van de (rechts)positie van de mens in de gezondheidszorg en voor
medisch handelen buiten de gezondheidszorg. Het zelfbeschikkingsbeginsel kan dus
worden gezien als een rechtsbeginsel dat specifiek ziet op het gezondheidsrecht. het
is van belang in verband met de afhankelijkheid van de patiënt van de hulpverlener
en het gezondheidszorgsysteem, het diepingrijpende karakter van de geneeskunde
en de macht die maatschappelijke instellingen of de overheid over het individu
kunnen uitoefenen.
=> komt tot uitdrukking in het besluiten om een behandeling te weigeren, inzicht in
eigen dossier, orgaandonatie en euthanasie
Dimensies: afweerrecht (beperkt worden door overheid over te nemen beslissingen
of tegenover een arts dat je een behandeling moet kunnen weigeren), zelfontplooiing
(leven vorm te geven zoals je dat zelf wilt) en keuzerecht (betrekken van patiënt bij
behandeling).
2. Beschermingsbeginsel => het nemen van verantwoordelijkheid voor diegenen die
zorg of hulp behoeven. Dat laatste is niet mogelijk zonder solidariteit met
hulpbehoevenden.
=> komt tot uitdrukking in geheimhoudingsplicht van de arts, minderjarige kinderen
die niet in staat zijn om beslissing te nemen, handelingsonbekwaamheid,
beschermen van iemand tegen zichzelf (persoonlijk belang) of het beschermen
van de maatschappij tegen diegene (algemeen belang)
Dimensies: bescherming tegen een ander is afhankelijke relatie (bijv. hulpverlener),
bescherming tegen jezelf (bijv. psychische stoornis).
3. Gelijkheidsbeginsel => ter voorkoming of opheffing van ongerechtvaardigde
ongelijkheid tussen mensen. Voorkomen van behandeling bij toegang tot de
gezondheidszorg en de verdeling van schaarse voorzieningen.
=> komt tot uitdrukking in zorgpolissen die voor iedereen gelijk moeten zijn,
acceptatieplicht van zorgverzekeraars, geen onderscheid naar levensopvatting bij
de toegang tot zorg
4. Recht op zorg voor de gezondheid en gelijke toegang tot zorg.
Het beschermingsbeginsel en gelijkheidsbeginsel zijn rechtsbeginselen die ook in andere
rechtsgebieden een rol spelen.
b. (In hoeverre) zijn de betreffende rechtsbeginselen bij hun toepassing in de praktijk
van het Gezondheidsrecht en de gezondheidszorg steeds met elkaar in harmonie?
Illustreer uw antwoord met enkele voorbeelden.
Voornamelijk in het zelfbeschikkingsrecht en het beschermingsbeginsel: je hebt zelf het
recht om te beslissen wat je wil. Maar als je een ernstige ziekte hebt zoals de
Mexicaanse griep kan kun verplicht worden behandeld te worden. Ook een gedwongen
opname in een psychiatrische inrichting is een voorbeeld om de betrokkene te
beschermen tegen zichzelf (Wet BOPZ).
2
,c. Welke grondrechten spelen een belangrijke rol in het Gezondheidsrecht? Waar zijn
zij gecodificeerd, wat is hun inhoud en - gelet daarop - hun karakter? (In hoeverre)
zijn zij voor beperking vatbaar? Illustreer uw antwoord met enkele voor- beelden,
met gebruikmaking van de gezondheidsrechtelijke wetgeving.
Deze rechtsbeginselen zijn vaak in geschreven vorm terug te vinden in de GW:
Zelfbeschikkingsrecht art.10 (privacy), art. 11 (recht op lichamelijke integriteit), art.
15
Gelijkheidsbeginsel: art. 1 GW
Beschermingsbeginsel is niet als zodanig terug te vinden. Er zitten echter wel
elementen van het beschermingsbeginsel in verschillende grondwettelijke
bepalingen. De overheid beschermt tegen veel dingen.
Rechtsbeginselen kunnen botsen:
Situatie waarin ouders hun kinderen niet laten inenten, hierbij staan het
zelfbeschikkingsrecht en het beschermingsbeginsel tegenover elkaar.
De opname van verwarde personen die daar niet mee willen instemmen. Deze
mensen hebben het zelfbeschikkingsrecht om daar niet aan te willen meewerken,
maar anderzijds de bescherming van persoon tegen zichzelf en tegen het algemeen
belang staan centraal bij het beschermingsbeginsel
=> belangenafweging dient te worden gemaakt om te bepalen welk belang uiteindelijk
zwaarder weegt.
Vraag 3
Geef, geïnspireerd door de casus en het hiervoor weergegeven bericht van de SER, zo
goed mogelijk aan wat de begrippen ‘gezondheid’ en ‘ziekte’ inhouden, en welke
ontwikkelingen met betrekking tot hun definiëring c.q. invulling te signaleren zijn. Ga
hierbij eerst uit van het gezondheidsrechtelijke perspectief en bekijk de begrippen
vervolgens vanuit het rechtsgebied van het Arbeids- en het Socialezekerheidsrecht.
Gezondheid is een toestand van volledig lichamelijk, psychisch en sociaal welbevinden. De
definitie van gezondheid is breed opgezet omdat de gezondheidszorg vroeger nog niet zo
goed ontwikkeld was als tegenwoordig. Ook waren de wereldoorlogen net achter de rug met
als gevolg dat de definitie breed was opgezet omdat men hoopte op betere toekomst zoals
bijvoorbeeld infectieziekten bestrijden. Tevens konden infectieziekten worden bestreden
waardoor meer mensen levenskwaliteit konden bereiken.
Tegenwoordig zou iedereen onder de term ‘gezondheid’ kunnen vallen, maar toch vinden we
dat deze term nu niet meer goed hanteerbaar is en ook te breed is omdat:
1. Het brede begrip heeft tot gevolg dat veel mensen tegenwoordig dan al niet meer gezond
zijn. Als iemand zich al een beetje minder goed voelt (minder welbevinden), is hij al niet
meer gezond.
2. Er wordt alleen gekeken naar hetgeen mensen niet meer kunnen terwijl het tegenwoordig
wel zo kan zijn dat iemand chronisch ziek is maar wel nog zou kunnen werken (positieve
gezondheid).
3. Deze term ‘gezondheid’ is moeilijk te operationaliseren: deze term is moeilijk toepasbaar
omdat het in concrete gevallen moeilijk is om te meten in hoeverre iemand gezond is.
Medicalisering => er moet en kan iets aan gedaan worden als je je niet wel voelt.
WHO definitie wordt nog steeds wel gebruikt (= niet verdwenen) maar in Nederland tweede
definitie ontwikkeld. Tweede definitie is ontwikkeld 2011/2012. Eigen regie belangrijk.
Je kunt ziekte hebben zonder arbeidsongeschiktheid, maar arbeidsongeschiktheid onder
ziekte kan niet in het systeem van het arbeidsrecht.
In het arbeidsrecht ben je ‘ziek’ als je beperkingen hebt waardoor je ‘de arbeid’ niet kunt
verrichten (art.7:670 BW). Hiermee wordt de bedongen arbeid bedoeld (art.7:629 lid 1 BW).
3
, Het arbeidsrechtelijke begrip ziekte is afgeleid van het socialezekerheidsrechtelijke begrip
ziekte, namelijk van artikel 19 ZW. Ziekte wordt medisch objectief benaderd.
Wel ziek, niet arbeidsongeschikt ben je bijvoorbeeld wanneer je diabetes hebt (= ziek) maar
je kunt wel gewoon werken.
Een ontwikkeling die zich voordoet is dat steeds meer mensen chronisch ziek worden
gedurende hun werkzame leven. Om aan deze ontwikkeling te kunnen werken dient er zo
vroeg mogelijk op te worden ingespeeld.
Moraal: vrij ruim begrip gezondheid. Omgekeerd levert dat wat meer diffuus ziektebeeld op.
Zo’n ziektebeeld is arbeidsrechtelijk niet hanteerbaar. Daarvoor wordt een objectieve wijze
gekozen in de ziektewet.
Vraag 4
a. Geef, op hoofdlijnen, een schets van de wijze waarop de Nederlandse
gezondheidszorg is georganiseerd. Hoe zijn de verschillende zorgvoorzieningen in
te delen? Geef ook aan welke (soorten) actoren binnen het zorgstelsel zijn te
onderscheiden. Maak binnen de categorie ‘artsen’ een nadere indeling naar
specialisme.
Nederlandse gezondheidszorg is georganiseerd a.d.h.v. drie partijen. Namelijk de
patiënten, de zorgaanbieders en de zorgverzekeraars. Hierbij ontstaat een soort
driehoeksverhouding.
Zorgaanbieder => definitie Wkkgz
Organisatie van de Nederlandse gezondheidszorg:
nuldelijns: zorg zonder concrete zorgvraag, bijv. preventie door de overheid
=> GGD
eerstelijns: huisarts, fysio, etc. waar je zonder verwijzing naar toe kunt
=> extramurale zorg
tweedelijns: specialistische zorg waarvoor je een verwijzing nodig hebt
derdelijns: gespecialiseerde ziekenhuiszorg (academisch ziekenhuis)
=> intramurale zorg
Indeling verschillende zorgvoorzieningen:
intramurale zorg: geboden door instelling/binnen de muren van de instelling, zoals
een ziekenhuis. omvat zowel klinische zorg als poliklinische zorg.
extramurale zorg: zorg buiten de muren van instelling geboden, zoals
tandheelkunde
Sector cure => curatieve zorg, geneesmiddelenzorg
Sector care => hulpmiddelenzorg => verpleging, zoals in verzorgingshuizen
Geestelijke gezondheidszorg/GGZ kan zowel intra- als extramuraal zijn.
b. Is het, juridisch gezien, van belang om te weten met welke soort
beroepsbeoefenaar men in een bepaald geval te maken heeft?
Voorzieningen aangeboden door de beroepsbeoefenaren in het ziekenhuis en zbc’s
vallen onder de Zvw, dit geldt niet voor privéklinieken. Voor deze zorg zijn mensen dus
niet verzekerd op grond van de Zvw. Het is dus van belang voor welke titel je mag
dragen.
Basisarts en medisch specialisten.
Basisarts – hebben geen gespecialiseerde opleiding afgerond.
Medisch specialisten: huisarts, gynaecoloog
Art. 3 Wet BIG – belangrijk voor de aansprakelijkheid. De artikel 3 beroepen en als je
geregistreerd staat hier dan ben je ook tuchtrechtelijk aansprakelijk. Als je medisch
4