CASUSCOLLEGES & STAPPENPLANNEN
Inhoudsopgave
Casuscollege I .............................................................................................................................. 2
Casus I ............................................................................................................................................ 2
Vraag 1 – Prospectusplicht? .......................................................................................................... 2
Vraag 2 – Prospectusplicht in andere lidstaat? ................................................................................ 2
Casus II ........................................................................................................................................... 3
Vraag 3 – Prospectusplicht bij obligaties? ....................................................................................... 3
Vervolg Casus II ............................................................................................................................... 3
Vraag 4 – Prospectusplicht bij niet-geconverteerde obligaties ......................................................... 3
Casus III (variant 1) .......................................................................................................................... 4
Vraag 5 – Wanneer geen prospectusplicht? .................................................................................... 4
Casus IV (variant 2) .......................................................................................................................... 6
Vraag 6 – Converteerbare obligaties of aandelen? ........................................................................... 6
Casuscollege II ............................................................................................................................. 8
Casus I ............................................................................................................................................ 8
Vraag 1 – Lidstaat van herkomst? - Transparantierichtlijn ................................................................ 8
Casus II ........................................................................................................................................... 9
Vraag 2 – normen van het financieel toezichtsrecht ........................................................................ 9
Vraag 3 – Misleiding van het beleggende publiek? ......................................................................... 10
Vraag 4 – openbaar gemaakt in 6:194 BW en art. 7 lid 1 MAR.......................................................... 10
Vraag 5 – Relativiteit van 6:163 BW ............................................................................................... 11
Vraag 6 – materialiteitsbegrip bij jaarrekeningen ........................................................................... 11
Casus III .........................................................................................................................................12
Vraag 7 – Voorwetenschap in de MAR ........................................................................................... 12
Vraag 8 – Uitstel van voorwetenschap .......................................................................................... 13
Casus IV .........................................................................................................................................14
Vraag 9 – aansprakelijkheid voor (rechts-)personen ...................................................................... 14
Stappenplannen .......................................................................................................................... 15
Wanneer geldt er een prospectusplicht? ..........................................................................................15
Lidstaat van herkomst bepalen in de zin van hoofdstuk 5.1A Wft ........................................................15
Normen uit het financieel toezichtsrecht ..........................................................................................15
Voorwaarden voor concrete informatie in de zin van de MAR .............................................................16
,Casuscollege I
Casus I
AirPays-Bas SA, een naamloze vennootschap naar Frans recht, legt zich toe op het aanbieden van vliegreizen. AirPays-
Bas SA is gefinancierd door middel van een uitgifte van 2.000.000 verhandelbare aandelen met een nominale waarde
van EUR 110.000 per stuk. Al deze aandelen zijn in handen van 1.000 aandeelhouders in Nederland, die allen 2.000
aandelen bezitten. Op een gegeven moment besluiten de aandeelhouders dat zij hun belang door middel van verkoop
willen verzilveren. Ter voorbereiding daarop wordt besloten de aandelen te doen noteren aan Euronext Amsterdam, een
gereglementeerde markt in Nederland.
Vraag 1 – Prospectusplicht?
Aannemende dat er op het moment van de beursgang zelf nog geen aandelen worden verkocht, geldt er dan een
prospectusplicht? Betrek bij uw beantwoording zowel de Prospectusverordening als, voor zover van toepassing,
relevante nationale wet- en regelgeving.
• Artikel 3 lid 3 PV bepaalt: ‘Onverminderd artikel 1, lid 5, worden e;ecten uitsluitend tot de handel
op een in de Unie gelegen of functionerende gereglementeerde markt toegelaten nadat
overeenkomstig deze verordening een prospectus is gepubliceerd.’
• E;ecten zijn in artikel 2, aanhef en onder a, PV als volgt gedefinieerd: ‘verhandelbare e;ecten in
de zin van artikel 4, lid 1, punt 44, van Richtlijn 2014/65/EU (…)’. Laatstgenoemde bepaling uit
MiFID II is in art. 1:1 Wft geïmplementeerd. Een verhandelbaar aandeel is een e;ect (artikel 1:1
sub a Wft bij de definitie van ‘e;ect’). Het gaat in casu dus om e;ecten in de zin van art. 1:1 Wft.
• Koppeling maken vanuit de PV naar de MiFID II richtlijn en dan weer naar de Wft!
• Er geldt dus in beginsel een prospectusplicht, omdat het hier gaat om het toelaten van e;ecten
tot de handel op een gereglementeerde markt in de Unie.
• Als vervolgens wordt getoetst aan art. 1 lid 5 PV, is de conclusie dat in dit geval geen uitzondering
van toepassing is op de prospectusplicht.
Vraag 2 – Prospectusplicht in andere lidstaat?
De aandeelhouders raken hun aandelen maar niet kwijt via Euronext Amsterdam. Zij besluiten daarom hun aandelen
ook te doen noteren in Frankrijk, aan de gereglementeerde markt Euronext Paris, omdat zij verwachten dat er daar wel
kopers voor hun aandelen te vinden zijn. Stel dat voor de notering aan Euronext Amsterdam aan alle relevante vereisten
van de Prospectusverordening is voldaan. Is er een manier om te voorkomen dat voor de notering in Frankrijk een
prospectus moet worden opgesteld? Licht uw antwoord toe met vermelding van relevante bepalingen uit de
Prospectusverordening.
• Om te voorkomen dat voor iedere gereglementeerde markt in de Europese Unie waar een notering
wordt aangevraagd een (nieuw) prospectus moet worden opgesteld, wordt binnen de Europese
Unie gebruik gemaakt van het zogeheten ‘Europese paspoort’. Het uitgangspunt van het
prospectus als Europees paspoort is dat een goedgekeurd prospectus in de ene lidstaat tevens
gebruikt kan worden voor de notering van e;ecten aan een gereglementeerde markt in een andere
lidstaat.
• In dit geval, waar de AFM het prospectus heeft goedgekeurd (artikel 20 PV), kan de AFM worden
verzocht een verklaring van die goedkeuring te sturen naar de Franse toezichthouder (zie artikel
24 voor de uniereikwijdte van een prospectusgoedkeuring en artikel 25 voor de
goedkeuringsverklaring), zodat de aandelen op basis daarvan aan Euronext Paris kunnen worden
genoteerd.
, Casus II
Poké S.A.R.L., een naamloze vennootschap naar Italiaans recht, is gespecialiseerd in het produceren van speelkaarten.
Poké S.A.R.L. heeft obligaties uitgegeven die kunnen worden geconverteerd in aandelen Poké S.A.R.L. Zij heeft geen
andere eSecten uitgegeven. Deze obligaties zullen worden toegelaten tot de handel op de Borsa Italiana, een
gereglementeerde markt in Italië. Het prospectus voor deze toelating is reeds goedgekeurd door de Commissione
Nazionale per le Societa’ e la Borsa, de Italiaanse toezichthoudende autoriteit. Om de naamsbekendheid van Poké
S.A.R.L. te vergroten, is nu besloten de obligaties ook aan Euronext Amsterdam, een gereglementeerde markt in
Nederland, te doen toelaten.
Vraag 3 – Prospectusplicht bij obligaties?
Moet voor de toelating van de obligaties van Poké S.A.R.L. tot de handel op Euronext Amsterdam op grond van de
Prospectusverordening dan wel nationale wet- en regelgeving een prospectus algemeen verkrijgbaar worden gesteld?
• Artikel 3 lid 3 PV bepaalt: ‘Onverminderd artikel 1, lid 5, worden eYecten uitsluitend tot de handel op
een in de Unie gelegen of functionerende gereglementeerde markt toegelaten nadat overeenkomstig
deze verordening een prospectus is gepubliceerd.’
• EYecten zijn in artikel 2, aanhef en onder a, PV als volgt gedefinieerd: ‘verhandelbare eYecten in de zin
van artikel 4, lid 1, punt 44, van Richtlijn 2014/65/EU (…)’. Laatstgenoemde bepaling uit MiFID II is in
art. 1:1 Wft geïmplementeerd. Een converteerbare obligatie is een eYect (artikel 1:1 sub c Wft bij de
definitie van ‘eYect’; sub b wordt niet fout gerekend). Het gaat in casu dus om eYecten in de zin van
art. 1:1 Wft.
• Er geldt dus in beginsel een prospectusplicht, omdat het hier gaat om het toelaten van eYecten tot de
handel op een gereglementeerde markt in de Unie.
• Als vervolgens wordt getoetst aan art. 1 lid 5 PV, is de conclusie dat in dit geval geen uitzondering van
toepassing is op de prospectusplicht.
• Wel kan Poké S.A.R.L. mogelijk gebruik kunnen maken van het ‘Europees paspoort’ in de zin van artikel
25 PV.
Vervolg Casus II
Poké S.A.R.L. besluit kort na de notering van de converteerbare obligaties dat zij haar activiteiten in Nederland wil
uitbreiden. Hiervoor heeft zij nieuw kapitaal nodig. Zij besluit dit kapitaal aan te trekken door middel van een
aandelenemissie en -aanbieding in Nederland. Deze aandelen zullen net als de converteerbare obligaties worden
genoteerd aan Euronext Amsterdam. Aangezien Poké S.A.R.L. weinig vertrouwen heeft in de animo van particuliere
beleggers, besluit zij haar aandelen alleen aan gekwalificeerde beleggers aan te bieden. De totale waarde van de
aandelenemissie vertegenwoordigt 5,5 procent van de totale waarde van de uitstaande converteerbare obligaties
(waarvan er overigens nog geen enkele is geconverteerd).
Vraag 4 – Prospectusplicht bij niet-geconverteerde obligaties
Is Poké S.A.R.L. verplicht om in bovenstaand scenario een prospectus goed te laten keuren?
• Er zijn hier twee triggermomenten waarop de prospectusplicht geactiveerd kan worden: 1) de
aanbieding van de aandelen en 2) de toelating van de aandelen tot de handel een gereglementeerde
markt. Als de eerste trigger op onderstaande wijze wordt uitgewerkt, is dat niet fout, maar dat levert
geen punten op.
• De aandelenemissie is een aanbieding van eYecten in de zin van artikel 3 lid 1 PV. Dit betekent dat in
beginsel een prospectusplicht geldt voor Poké S.A.R.L. Er geldt evenwel een uitzondering op grond van
artikel 1 lid 4, aanhef en onder a, PV.
• De notering van de aandelen betreft een toelating van aandelen tot de handel op een
gereglementeerde markt gelegen in de Unie. Artikel 3 lid 3 PV bepaalt: ‘Onverminderd artikel 1, lid 5,
worden eYecten uitsluitend tot de handel op een in de Unie gelegen of functionerende
gereglementeerde markt toegelaten nadat overeenkomstig deze verordening een prospectus is
gepubliceerd’.