Tentamen samenvatting Bestuurs- en Strafrecht
Week 1 (Bestuursrecht)
Bestuursrecht kenmerken:
- Verticale verhouding: hiërarchie overheid en burger
- Overheid altijd van de partij
- Dwang mogelijk: bestuursdwang of dwangsom
- Behartiging publiek/algemene belang
Besturen is alles wat niet wetgeven of rechtspraak is
Bestuursrecht valt onder publiekrecht en is opgedeeld in materieel recht en bestuursprocesrecht.
Gaat over organen in beweging en hoe ze zich moeten gedragen tegenover burgers, staatsrecht gaat
over organen in rust.
Rechtbronnen:
- Algemene Beginselen Behoorlijk Bestuur (ABBB’s)
- Algemene Wet Bestuursrecht
- Verdragen: gelden boven nationaal recht, bijv. EVRM
- Jurisprudentie
5 normen:
1. Organisatie: hoe?
2. Bevoegdheden: welke?
3. Normering: waar moet het bestuur zich aan houden?
4. Handhaving: hoe zorg je ervoor dat mensen zich aan de regels houden?
5. Rechtsbescherming: voor burgers tegen beslissingen van het openbaar bestuur
Hiërarchie van wet- en regelgeving:
1. Hoog gaat boven laag
2. Bijzonder gaat boven algemeen
3. Jong gaat boven oud
Awb
Kenmerkt zich door gelaagde structuur (algemeen naar bijzonder).
H1 definities, H3 algemene bepalingen, H4 bijzondere bepalingen.
Algemeen bestuursrecht: regels die op alle terreinen van het bestuurlijk optreden van toepassing zijn
De hele Awb is altijd algemeen bestuursrecht! Gelden altijd, tenzij er in een specifieke wet een
uitzondering staat.
Bijzonder bestuursrecht: regels die speciaal zijn opgesteld voor de bijzondere gebieden waarop het
openbaar bestuur actief is, zoals Vreemdelingenwet, Omgevingswet, dus voor 1 onderwerp gemaakt
Legaliteitsbeginsel: Art. 5:3 Awb, overheidsoptreden moet gebaseerd zijn op de wet in formele zin
(regering + SG). Alleen inbreuk op rechten burger als de wet dit toestaat (grondslag, bijv. in Art. 8
Grondwet)
Specialiteitsbeginsel Art. 3:4 lid 1 Awb, overheid mag bij gebruikmaking van zijn
bestuursbevoegdheden alleen belangen mee laten wegen die er toe doen (binnen het kader van de
wet)
Deze beginselen zijn er om machtsmisbruik en willekeur te voorkomen.
Bestuursbevoegdheid moet zijn:
- Gecreëerd Attributie (Art. 10:22 Awb, nieuwe bevoegdheid, een wet geeft een
bestuursorgaan een bestuursbevoegdheid)
, - Overgedragen Delegatie (Art. 10:13 Awb, bestuursorgaan (delegans) draagt bevoegdheid
voer aan ander bestuursorgaan (delegataris), die voert het zelfstandig en onder eigen
verantwoordelijkheid uit, alleen mogelijk als de wet hierin voorziet)
- Opgedragen Mandaat (Art 10:1 Awb, bevoegdheid om namens een bestuursorgaan een
besluit te nemen, bestuursorgaan blijft verantwoordelijk, bijv. afgifte rijbewijs)
Delegatie kan bij het creëren van bestuursbevoegdheid (attributie) geweigerd worden. Bijv. als de
overheid zegt dat een gemeente een strafbepaling niet mag overdragen. ‘’…tenzij de aard van de
bevoegdheid zich daartegen verzet.’’ (Art. 163 Provinciewet)
Kernbegrippen: 3B’s
- Bestuursorgaan
- Besluit
- Belanghebbende
Openbaar bestuur bestaat uit:
- Overheidsorganen: a-organen Art. 1:1 lid a Awb, altijd gebonden aan Awb
- Andere organisaties/personen met overheidstaken: b-organen Art. 1:1 lid b Awb, alleen voor
specifieke bestuurstaak gebonden aan Awb
Publiekrechtelijke rechtspersonen: gemeente, provincie, waterschappen, de staat.
Dit zijn geen bestuursorganen.
Organen van de gemeente/provincie wel, zoals: burgemeester, college van B&W, gemeenteraad,
minister, inspecteur, COA.
Ook het CBR is een bestuursorgaan, want zij zijn met openbaar gezag bekleed en burgers kunnen zelf
geen rijbewijzen uitgeven.
Twijfel? Kijk in de Gemeentewet of Provinciewet.
A-orgaan: moeten altijd Awb volgen bij al hun handelen
Voorwaarden: 1. Orgaan van
2. Een publiekrechtelijke rechtspersoon
Formele wetgever, rechter, rekenkamer en ombudsman zijn geen bestuursorgaan, omdat zij volgens
Montesquieu onafhankelijk moeten zijn. Zie ook Art. 1:1 lid 2 Awb.
, Als burger procederen tegen bestuursrechtelijke besluiten is gratis. Je moet je namelijk kunnen
verweren tegen de overheid. Je moet wel belanghebbende zijn.
Belanghebbende: Art. 1:2 Awb
OPERA-criteria: staan niet in de wet
Objectief bepaalbaar belang: dus geen gevoel, of mening als ‘’ik vind dit gebouw niet mooi’’, moet
concreet zijn
Persoonlijk belang: onderscheiden van anderen, waarom jij wel vluchtelingenstatus en een ander
niet? Omdat ik vervolgd wordt vanwege het schrijven van een artikel
Eigen belang: voor jezelf, niet voor een ander
Rechtstreeks belang: huurder heeft belang bij huurtoeslag, verhuurder niet of indirect
Actueel belang: moet nu spelen, niet ‘’over 10 jaar krijg ik last van de schuur van de buurman’’
Art. 1:2 lid 3 Awb: Vereniging kan ook belanghebbende zijn, bijv. milieuorganisatie.
Week 2 (Bestuursrecht)
Bevoegdheid je moet bestuursorgaan (van een rechtspersoon) zijn
Legaliteitsbeginsel (nooit in Awb, wel in Werkeloosheidswet of Gemeentewet)
Bestuurshandelingen (handelingen van de overheid)
Besluiten: geven eisen
- Feitelijke handelingen: niet gericht op rechtsgevolg (al is er een rechtsgevolg, bijv. burger valt
tijdens werkzaamheden op straat)
- Rechtshandelingen: wel gericht op rechtsgevolg (vergunningen, parkeerverbod, uitkering
toekennen)
Privaatrechtelijk: iedereen kan het doen
Publiekrechtelijk: een bijzondere handeling (besluit: art. 1:3 lid 1 Awb)
- Meerzijdig: 2 of meer bestuursorganen nodig, bijv. bij gemeentelijke
samenwerkingsverbanden
- Eenzijdig: de verklaarde wil van 1 bestuursorgaan is voldoende
Eenzijdige publiekrechtelijke rechtshandeling is een besluit mits schriftelijk (bijv. bas, vergunning,
rechtelijk vonnis).
Vijf voorwaarden:
1. Beslissing: bewuste uiting van de wil
2. Schriftelijk: op papier of elektronisch, Art. 2:13 Awb
3. Bestuursorgaan: Art. 1:1 Awb
4. Rechtshandeling: beoogd rechtsgevolg als in scheppen, wijzigen, definitief vaststellen,
opheffen rechten en/of plichten
5. Publiekrechtelijk: publieke taakcriterium, uitsluitend door openbaar bestuur dat krachtens de
wet is aangewezen om een publieke taak te verrichten
Besluit is ook:
- Weigeren een besluit te nemen
- Te laat een besluit nemen (fictieve weigering) Art. 6:2 Awb
2 soorten besluiten: Art. 1:3 lid 2 Awb. Moeten wel voldoen aan de eisen van lid 1.
1. Besluit van algemene strekking (bas): Geldt voor iedereen, maar kan niet aanwijzen wie, voor
een onbepaalde algemene groep mensen, bijv. Advocatenwet, Wet op Hoger Onderwijs, Alg.
Ouderdomswet, Werkeloosheidswet, Jachtwet)