Kwalitatief Onderzoek -
verwerkingsopdrachten
[VERWERKINGSOPDRACHTE
Edwin Kraaijenbrink
N & ANTWOORDEN]
Opdrachten uitgewerkt per thema
,Thema 1. De theorie van kwalitatief onderzoek
Verwerkingsopdracht 1.1.1: Theoretische inbedding van kwalitatief onderzoek
In hoofdstuk 1 van Qualitative Research Practice wordt beschreven hoe kwantitatieve en
kwalitatieve onderzoekers vroeger (en tegenwoordig soms ook nog) van mening verschilden over
onderzoek. Beschrijf de hoofdpunten van hun meningsverschil.
Verwerkingsopdracht 1.2.1: Wanneer kwalitatief onderzoek te gebruiken?
Een onderzoeker wil weten of de redenen waarom mensen starten met sporten, samenhangen
met hoe lang de mensen het sporten volhouden. Moet de onderzoeker kwalitatief of kwantitatief
onderzoek doen?
Verwerkingsopdracht 1.2.2: Wanneer kwalitatief onderzoek te gebruiken?
Een onderzoekster is benieuwd naar het verschil tussen mannen en vrouwen met betrekking tot
de mate waarin ze zich zorgen maken over het broeikaseffect. Kan deze onderzoekster beter
kwalitatief of kwantitatief onderzoek gebruiken?
Verwerkingsopdracht 1.2.3: Wanneer kwalitatief onderzoek te gebruiken?
Een onderzoeker wil in kaart brengen hoe werknemers tegenover een op handen zijnde fusie
staan. Kan deze onderzoeker beter een kwalitatieve of een kwantitatieve studie doen?
Verwerkingsopdracht 1.3.1: Onderzoeksvragen, design, methoden
Een onderzoeker wil de ervaringen van depressieve patiënten in het Nederlandse zorgsysteem in
kaart brengen, en is benieuwd of dit voor iedereen hetzelfde is, of dat de ervaringen ook te
maken hebben met patiëntkenmerken. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat patiënten met een lage
sociaal-economische status andere ervaringen hebben dan patiënten met een hoge sociaal-
economische status; dat mannen andere ervaringen hebben dan vrouwen; of dat leeftijd juist iets
uitmaakt. De onderzoeker heeft besloten een kwalitatieve studie uit te voeren met primaire,
gegenereerde data.
Wat voor onderzoeksvragen lijken zinvol?
Verwerkingsopdracht 1.3.2: Onderzoeksvragen, design, methoden
Op welke manier in het bij verwerkingsopdracht 1.3.1 geschetste geval zou u data verzamelen,
en waarom op die manier?
Verwerkingsopdracht 1.4.1: Ethiek bij kwalitatief onderzoek
Wanneer is het belangrijk dat empirisch psychologisch onderzoek bij de Open Universiteit (maar
eigenlijk overal) ethisch wordt getoetst?
Verwerkingsopdracht 1.5.1: Populatie
Men wil de processen van rouwverwerking vergelijken tussen atheïsten, christenen, joden en
moslims. Hiervoor wordt een kwalitatieve studie opgezet.
Wat is de populatie?
Verwerkingsopdracht 1.5.2: Steekproeven
Welke kenmerken van deelnemers zouden belangrijk zijn om rekening mee te houden wanneer
men de processen van rouwverwerking tussen atheïsten, christenen, joden en moslims wil
vergelijken?
, Verwerkingsopdracht 1.5.3: Steekproef ontwerpen
Men wil de processen van rouwverwerking vergelijken tussen atheïsten, christenen, joden en
moslims. Hiervoor wordt een kwalitatieve studie opgezet.
Welke kenmerken moeten worden genest?
Verwerkingsopdracht 1.5.4: Samplematrix
Hoeveel deelnemers zijn er in totaal minimaal nodig om de processen van rouwverwerking
vergelijken tussen atheïsten, christenen, joden en moslims? Ga ervan uit dat er verschillen zijn op
basis van godsdienst, leeftijd en cultuur. Werk een samplematrix uit en vul deze in. Voer daarna
het totale aantal benodigde deelnemers in.