Aantekeningen Civiel Proces – Herhaling eindtentamen
Week 1 – De regierol van de rechter
Civiele rechter
1. Dagvaardingsprocedure: toepassing op alle vermogensrechtelijke geschillen.
2. Verzoekschriftprocedure: toepassing die zien voornamelijk op rechtspersonenrecht en personen- en
familierecht.
3. Afwijkende regels van specifieke rechtsgebieden.
Kerngedachte was dat de rechter lijdelijk is en beslist slechts over de uitkomst van de zaak. In
artikel 23 en 24 Rv is dit terug te vinden. 23 Rv luidt dat de rechter beslist over al hetgeen partijen
hebben gevorderd of verzocht (partijautonomie komt hier naar voren) en 24 Rv luidt dat de
rechter onderzoekt en beslist de zaak op de grondslag van hetgeen partijen aan hun vordering,
verzoek of verweer ten gronde hebben gelegd, tenzij uit de wet anders voortvloeit.
HR Dutchcampers: camper geleverd maar koper is niet tevreden met de camper.
Verkoper doet geen beroep op de klachtplicht, indien niet tijdig klagen dan verliezen
van vorderingsrechten, maar geen verweer. Hof stelt niet tijdig geklaagd door koper
en wijst de vordering af. HR stelt dat dit niet mag, want rechter mag niet ambtshalve
bepaalde argumenten aanvoeren en toepassen. Indien verkoper niet als verweer
heeft aangevoerd, dan kan de rechter er niets mee. (strikte toepassing 24 Rv).
Op grond van artikel 25 Rv vult de rechter ambtshalve de rechtsgronden aan,
mag zelf arresten en de wet erbij pakken. Indien aanleiding in de stukken dan kan
ambtshalve worden toegepast, indien niets erover wordt gezegd dan niet.
Sommige stellen dat niet alleen gekeken moet worden naar de zaak, maar dat ook moet worden gekeken
naar het onderliggende probleem Zie bv artikel 87 Rv om een mondelinge behandeling te bevelen of een
schikking te beproeven.
Sommige stellen dus maatschappelijk effectief en andere denken dat de rechter zich moet
houden aan de regel in 24 Rv.
Rechter opkomen voor de zwakke partij: EU-consumentenrecht, consumentenrecht
moet ambtshalve worden toegepast of belangen voor derden die niet aanwezig zijn
of kinderen.
o Heesakkers/Voets: Heesakkers hoge rente voldoen indien niet factuur
voldoet. Hof stelt dat aannemer rente vraagt, consument stelt niets dus
toewijzen van de rente. Hoge rente is in strijd met Richtlijn van de EU en
consument stelt cassatie in. HR stelt dat consument zwakke positie en moet
evenwicht tussen consument en handelaar compenseren, rechter zelf
onderzoek en ambtshalve kijken of overeenstemming met
consumentenrecht.
o Telefoon II: consument abonnement afgesproken, maar niet duidelijk prijzen
aangegeven, ook in strijd met Richtlijn EU consumenten. HR stelde dat hier
, ook consumentenrecht beschermen want onwetendheid en zwakke partij,
dus ambtshalve aanvullen consumentenrecht.
o Vaderschapsactie: vader stelt niet de vader te zijn, moeder die zegt niet zo
veel over. Kwesties zijn die niet ter vrije bepaling staan van partijen, zoals
het vaderschap. Kind belang bij dat er een vader is, want die is
verantwoordelijkheid voor de opvoeding en ontwikkeling identiteit van het
kind. HR oordeelde dat rechter niet lijdelijk maar ambtshalve beslissen dat
vader moet meewerken aan bv een DNA-onderzoek.
o Groenselect: HR geen bepalingen ter vrije bepaling van partijen, dus dan niet
lijdelijk optreden per se. De vraag is dus of indien belangen van derden erbij
zijn betrokken en bepalingen niet ter vrije bepaling staan van partijen, deze
partij ook beschermd dient te worden dan wel op te komen voor belangen
van derden.
M.J.A.M. Ahsmann, ‘Formele en materiële procesleiding: over botsende rechtsbeginselen en de tol van de
rechter voorafgaand aan en tijdens de mondelinge behandeling’
Rechters nemen in een procedure verschillende rollen aan, de ene rechter is terughoudend en de andere
rechter neemt een actieve rol in. Het is niet duidelijk waarom de rechter kiest voor een bepaalde rol en
stelt slechts dat dit de gang van zaken is. De actieve rechter lijkt wel de hedendaagse norm te zijn ofwel
de regierechter.
Van Schaik betoogt in zijn artikel dat het van arrogantie zou getuigen wanneer de rechter zijn
idee van een rechtvaardige uitkomst, met argumenten ontleend aan waarheidsvinding, boven dat
van de wetgever en/of de HR zou plaatsen. Hij wil meer uniformiteit en stelt zich dan ook terecht
op de vraag of de rechter invloed mag hebben op de uitkomst van de procedure.
Formele procesleiding: volgens Van Schaik is het rechtsvorderlijk systeem bepalen voor de rol van de
rechter, de partij die het spel het beste speel, wint de procedure. De vraag is of met deze beslissing recht
wordt gedaan, hetgeen immers de opdracht aan de rechter is.
Formele procesleiding is voornamelijk om vertraging in de procedure te voorkomen. De
rechter is verplicht actief voortgang van de procedure te bewaken en heeft bepaalde
instructiebevoegdheden. Rechtsregels zijn van belang voor de rechtszekerheid en de
voorspelbaarheid van een procedure, alsook Van Schaik stelt .Van Schaik betoogt dat de grieven
te laat zijn ingediend en daardoor niet meer toelaatbaar zijn en dat de rechter juist heeft
geoordeeld, Ahsmann stelt dit geen actieve houding is en de rechter een actieve houding had
aangenomen ingeval hij eiser had gewezen op het verjaringsverweer van gedaagde en had
gevraagd om een reactie hierop, de vraag is alleen of dan niet buiten de rechtsstrijd wordt
getreden.
o Art. 24 Rv: de rechter is afhankelijk van hetgeen partijen aan hem hebben voorgelegd.
o Art. 25 Rv: de rechter dient de gronden ambtshalve aan te vullen.
o Art. 149 Rv: benoemt de bronnen waaruit de rechter zijn feitelijke informatie mag halen
voor zijn beslissing. Hieruit is de lijdelijkheid van de rechter en partijautonomie als
beginsel uitgedrukt. Het ziet dus op de wijze waarop de rechter tot zijn beslissing mag
komen.
, Voorheen was sprake van een schriftelijke procedure waarin partijautonomie en het
fundamenteel beginsel van hoor en wederhoor goed gewaarborgd waren. Op dit
moment is eerst sprake van een conclusiewisseling en daarna een mondelinge
behandeling alvorens de rechter tot een beslissing komt.
Tijdens de mondelinge behandeling van de zaak bemoeit de rechter zich met
de grondslag van de vordering, de rechter heeft een vraagplicht en kijkt naar het
onderliggende geschil van partijen, de grondslagen worden aangevuld met de
verkregen informatie op zitting. De comparitie staat in het teken van
waarheidsvinding.
De Bock: ruimere bevoegdheid voor de rechter en de mogelijkheid om
feiten aan te vullen, met een beroep op het belang van
waarheidsvinding. Rechtstoepassing en het zoeken naar een
rechtvaardige beslissing gaan samen op.
Van Schaik: keert zich tegen het standpunt dat de rechter de vrijheid
zou moeten hebben om buiten de grenzen van partijdebat te treden, hij
onderkent het belang van art. 6 EVRM maar schaart daar de uitkomst
van de procedure en daarmee het door de rechter ambtshalve aan de
orde stellen van de feitelijke grondslag nadrukkelijk niet onder.
Terughoudendheid, ook in de zoektocht naar de waarheid, is geboden
want willekeur zou anders het resultaat zijn.
Er is dus sprake van botsende beginselen tussen enerzijds de
taakverdeling zoals door de wetgever opgevat en anderzijds
waarheidsvinding.
Van Ahsmann: art. 24 en 149 Rv staan een goede communicatie tussen partijen en de rechter niet
in de weg. Het lijkt wrang om met en beroep op partijautonomie een wel in de stukken
aanwezige ingebrekestelling waarop geen beroep was gedaan, niet te mogen bespreken.
Comparitie is bedoeld om een zaak tot haar recht te laten komen en onrechtvaardigheid te
voorkomen. De rechter mag binnen de kaders van hetgeen hem is voorgelegd dan ook alle doen
wat bijdraagt tot de vaststelling van de waarheid en tot het bevorderen van de gerechtigheid.
Indien een partij iets stelt wat lijkt op een bepaalde rechtsregel dan mag de rechter
daar die rechtsregel aan verbinden. Wel van belang dat het beginsel van hoor en
wederhoor hierbij wordt betrokken. De rechter mag geen feiten betrekken die niet het
voorwerp van adequate tegenspraak zijn, art. 19 Rv. Schending van recht op verdediging
indien partijen daarover geen debat kunnen voeren en geen uitleg aan hebben kunnen
geven. Rechter dient het punt te noemen in de agenda voorafgaand of achteraf en
wederpartij kans geven om schriftelijke reactie hierop in te dienen.
Wanner rechtsbeginselen botsen, moet steeds bewust gezocht worden naar
een bevredigende redenering waarom het ene beginsel voorrang zou behoren te
hebben boven het andere, zelfs de vraag van efficiëntie mag dan doorslaggevend
zijn.