Aantekeningen Studieboeken Overnames & Commerciële Procedures
Week 1 – Overname van private ondernemingen
Van de BV naar de NV
Nummer 21: stortingsplicht, storting in geld
NV: algemene bepalingen over de stortingsplicht vindt men voor de NV in afdeling 2, art. 2:80a en
2:80b BW. De uitwerking hiervan is te vinden in afdeling 3, art. 2:93 e.v. BW. Bij het nemen van
een aandeel moet daarop het nominale bedrag worden gestort alsmede het bedongen agio.
Bedongen kan worden dat 75% pas hoeft te worden gestort als NV het opvraagt, dus minimaal
25% moet onmiddellijk worden gestort. Bedongen agio moet wel volledig worden gestort. De
storting op een aandeel moet in geld geschieden voor zover andere inbreng niet is
overeengekomen. Volgens de wet kan de aandeelhouder niet worden ontheven van zijn
verplichting tot volstorting, maar HR heeft bepaald dat de vordering tot volstorting wel kan
verjaren. Aandeelhouder heeft een verbod op verrekening, maar de vennootschap, indien deze
een schuld heeft jegens de aandeelhouder, kan wel een beroep doen op verrekening.
De aandeelhouder kan niet worden verplicht iets te doen tegen zijn wil boven de storting van de nominale
waarde, maar dit kan wel door een besluit of een statutenwijziging worden opgelegd indien alle
aandeelhouders hiermee hebben ingestemd. Later ingetreden aandeelhouders zijn dan ook hieraan
gehouden.
BV: algemene bepalingen over de stortingsplicht van de BV zijn terug te vinden in art. 2:191,
2:191a en 2:191b BW. Zij komen voor een deel overeen met de stortingsplicht van de NV. Verschil
zit erin dat bij een BV meer ruimte is geboden om niet meteen bij nemen van een aandeel aan de
stortingsplicht te voldoen, dit kan op een later moment worden gedaan en opgevraagd. Tevens
kan uitstel voor de stortingsplicht bij BV ook voor bepaalde tijd worden bedongen. Indien voor
storting failliet dan kan curator slechts de contante waarde vorderen van het te storten bedrag
op de dag van faillietverklaring.
Nummer 22: storting in geld, bankverklaring voor een NV
NV: de uitwerking voor storting in geld voor NV is uitgewerkt in art. 2:93 e.v. BW. Met
uitzondering van lid 6 geldt deze bepaling alleen voor het geval aandelen worden genomen bij de
oprichting. De storting moet dan ook op zijn laatst plaatsvinden bij de oprichting. Storting moet
we door de vennootschap worden aanvaard. Aan de akte van oprichting moeten verklaringen van
de bank(en) worden verbonden dat aan de stortingsplicht wordt voldoen, indien niet voldaan aan
dit dan is sprake van een oprichtingsgebrek in de zin van art. 2:21 BW.
BV: de wet Flex-BV heeft de bankverklaring voor de BV afgeschaft. Het geven van een
bankverklaring is geen garantie dat aan de stortingsplicht wordt voldaan. Aangezien bij een BV
geen minimumkapitaal bijeen hoeft worden gebracht is er geen behoefte aan een bankverklaring
bij een BV. Ook geen vereiste bij storting in vreemd vermogen.
Nummer 23: inbreng anders dan in geld (in natura) bij de oprichting
1
,Inbreng anders dan geld kan zowel bij de NV als BV worden overeengekomen. Het moet wel naar
economische maatstaven gewaardeerd kunnen worden, het verrichten van diensten of arbeid kan dus
niet. Tevens geschiedt het onverwijld na het nemen van het aandeel. Tevens dient de vennootschap de
betaling in natura te aanvaarden en dit kan ook weer met een verklaring bij de akte van oprichting.
NV: volgende probleem is hier uit het oogpunt van kapitaalbescherming. Het voornaamste
probleem is de waardering van de natura. Art. 2:94a BW geeft hiervoor een uitvoerige regeling.
Daarnaast moet volgens art. 2:94 de rechtshandeling tot inbreng in haar geheel in de akte van
oprichting worden opgenomen of daaraan worden gehecht. Een verklaring van de accountant dat
de waarde van natura gelijk is aan het bedrag van de stortingsplicht is voldoende.
BV: geen verplichte accountantsverklaring zoals wel bij de NV. Er is alleen een beschrijving vereist
van wat wordt ingebracht en deze hoeft niet te worden gehecht aan de akte van oprichting maar
moet wel ten kantore van BV ter inzage liggen voor de aandeelhouders (zie art. 2:204 e.v. BW).
Indien NV of BV niet aan de verplichtingen voldoet dan zal de notaris de akte niet passeren. Indien de
notaris dit toch wel doet dan kan voor de vennootschap daaruit geen rechten of verplichtingen ontstaan.
Bij NV zal er ook weer sprake zijn van een oprichtingsgebrek in de zin van art. 2:21 BW waardoor kan
worden ontbonden op verzoek van een belanghebbenden of het OM. Indien de beschrijving misleidend is
dan kan de vennootschap aansprakelijk worden gesteld.
Als laatste op wijzen dat verrekening is uitgesloten voor aandeelhouder, maar dat dit wel kan worden
omzeild door het opstellen van een verrekeningsovereenkomst waarin is overeengekomen dat de
aandeelhouder wel mag verrekenen.
Nummer 24: inbreng in natura na de oprichting
De regeling voor inbreng van natura na de oprichting is voor NV uitvoeriger dan voor de BV. Voor inbreng
in natura na oprichting is goedkeuring van de AVA vereist bij zowel NV als BV, tenzij bevoegdheid hiervoor
uitdrukkelijk in de statuten aan het bestuur is verleend. De wet zegt niets over het niet naleven van art.
2:204b BV en 2:94b NV. Kan zo zijn dat de overeenkomst tot emissie geldig is maar dat de toegezegde
aandelen niet rechtsgeldig kunnen worden verkregen. Indien uitgifte toch heeft plaatsgevonden dan is
deze nietig.
Nummer 33: aandelen op naam, levering
Een aandeel is een recht op naam. BV kent alleen aandelen op naar, art. 2:175 BW. NV kan aandelen op
naam en aandelen aan toonder hebben. Aandelen aan toonder kunnen alleen nog voorkomen in de vorm
van een verzamelbewijs dat in bewaring is gegeven aan het centraal instituut of een intermediair. Van
aandelen op naam kunnen aandeelbewijzen worden uitgegeven. Een register van aandeelhouders moet
worden bijgehouden door het bestuur van BV en NV, art. 2:194 en 2:85 BW. Levering van aandelen
geschiedt op basis van art. 3:84 e.v. BW.
Nummer 34: blokkeringsregelingen
Sinds 1 oktober 2021 is voor de BV de verplichting tot blokkering van overdrachten van aandelen komen
te vervallen. Uitgangspunt van de wet is dat een aanbiedingsregeling geldt, maar de statuten kunnen
anders bepalen en kunnen ook bepalen dat iedere overdracht van aandelen vrij is. Indien overdracht van
aandelen niet beperken dan expliciet in de statuten vermelden. Indien niet opgenomen dan geldt de
wettelijke aanbiedingsregeling bij iedere overdracht.
2
, De aanbieding van aandelen moet in beginsel worden gedaan aan de medeaandeelhouders naar
evenredigheid van het aantal aandelen dat zij houden. In de statuten mag hiervan worden afgeweken. De
aandeelhouder ontvangt, indien hij dit verlangt, van de medeaandeelhouders een prijs, gelijk aan de
waarde van zijn aandelen of aandeel, ook hiervan mag worden afgeweken in de statuten maar mag niet
tegen de wil van de aandeelhouder worden ingezet. De statuten mogen ook andere vormen van
overdrachtsbeperking bevatten, zoals bijvoorbeeld een goedkeuringsregeling. Een lock-up bepaling kan
alleen worden opgenomen indien alle aandeelhouders waarop de uitsluiting betrekking heeft instemmen.
Het gaat dan vaak om een uitsluiting van bepaalde tijd, in de wetsgeschiedenis is bepaald dat een
uitsluiting van vijf jaar redelijk en billijk is. Een overdracht van aandelen binnen een lock-up periode is niet
geldig, pandrecht kan wel worden gevestigd.
Een blokkeringsregeling mag er niet voor zorgen dat overdracht van aandelen onmogelijk of uiterst
bezwaarlijk wordt. Indien dit wel gebeurt dan blijft de regeling buiten toepassing, tenzij de aandeelhouder
zelf heeft ingestemd met de beperking. Bij een BV kan de rechter ex art. 2:195 lid 7 BW de
blokkeringsregeling in bepaalde gevallen ontheffen. Bij de NV kan aandeel op naam een aan statutaire
blokkeringsregeling worden onderworpen, art. 2:87 BW. Overdracht in strijd met wettelijke
blokkeringsregeling of statutaire blokkeringsregeling is ongeldig.
Nummer 128: fusiemethoden, bedrijfsfusie
Een fusie is een samenvoeging van ondernemingen zodat zij in economisch opzicht een geheel gaan
vormen. In boek 2 BW is het een veel enger begrip, te weten een geregelde rechtshandeling die volledig
juridische samensmelting van twee of meer rechtspersonen teweegbrengt (juridische fusie). Naast de
juridische fusie bestaat er ook een bedrijfsfusie en een aandelenfusie.
Bedrijfsfusie: een van de fusiepartners van de ander diens bedrijf overneemt. Dit kan gebeuren tegen
betaling in contacten, uitgifte van aandelen of door een combinatie van beiden. Een bezwaar tegen deze
methode is dat over het algemeen een groot aantal handelingen moet worden verricht voordat de fusie
rond is, alle activa en passiva moeten op voor ieder van die activa en passiva door de wet voorgeschreven
wijze worden overgedragen. Er is sprake van een activa-passiva-transactie. Indien de crediteuren niet
meewerken blijven beide vennootschappen aansprakelijk, art. 3:155 BW. Ook voor eventuele
contractovernames is de medewerking van de wederpartij vereist, art. 6:159 BW. Voordeel is dat de
overnemende vennootschap selectief te werk kan gaan, indien slechts enkele activa worden
overgenomen kan niet langer meer worden gesproken van een bedrijfsfusie. Voor wat betreft de positie
van de werknemers zijn de bepalingen van art. 7:662 e.v. BW van belang.
Nummer 129: aandelenfusie
Het kenmerk van een aandelenfusie is dat de vennootschap de aandelen van de andere vennootschap
overneemt of dat een gezamenlijk opgerichte vennootschap de aandelen van beide vennootschappen
overneemt. Betaling kan geschieden in contanten, tegen uitgifte van aandelen in de overnemende
vennootschap of door een combinatie van beiden. De activa en passiva van de vennootschap die wordt
overgenomen blijven waar ze zijn, het is namelijk de vennootschap en de aandeelhouders van de andere
vennootschap. Goederenrechtelijk gezien is deze vorm van fusie makkelijker dan de bedrijfsfusie, alle
rechten en verplichtingen van de vennootschap die wordt overgenomen blijven staan ten name van die
vennootschap. Overdragen van rechten en verplichtingen kan geleidelijk gebeuren, waardoor veel fouten
worden voorkomen. Indien een gemeenschappelijke holding wordt gekozen, dan is het voorgaande ook
van toepassing.
3