Actieve waarheidsvinding door justitie Twee gelijkwaardige partijen
Nadruk ligt op vooronderzoek door overheid Lijdelijke en passieve rechter (scheidsrechter;
worden de regels in acht genomen?)
Beschuldigde is geen gelijkwaardige procespartij, Inhoud proces wordt overgelaten aan partijen
maar object van onderzoek
Rechter beschermt rechten van beschuldigde Nadruk op bewijs dat ter terechtzitting wordt
gepresenteerd
Rechter beslist nav feiten uit vooronderzoek
STAPPENPLAN VERDACHTE ART 27 Sv
1. Strafbaar feit: gedraging moet binnen een wettelijke DO vallen
a. Sprake zijn van (een vermoeden van) een begaan strafbaar feit
2. Redelijk vermoeden: objectief vermoeden: objectief gerechtvaardigd
a. Voor ieder redelijk mens voldoende aanleiding vormen voor een verdenking (voor derden
waarneembaar)
b. Schuld: bepalend is of betrokkene in redelijkheid kan worden aangemerkt als de
vermoedelijke pleger van een SF
3. Feiten en omstandigheden: objectief aanknopingspunt dat tot het redelijk vermoeden leidt
a. Vermoeden dient te berusten op objectieve en concrete gegevens
b. Sluit uit dat een mening, gissing of conclusie zonder meer voldoende grond kan vormen
voor een redelijk vermoeden van schuld
c. Objectieve aanknopingspunten, bijv: waarnemingen van feitelijke (strafbare) gedragingen,
verklaring vd persoon op wie verdenking betrekking heeft, getuigenverklaring (bv aangifte),
schriftelijke bescheiden, sporen, anonieme tips (mits informatie inhoudelijk voldoende
specifiek en gedetailleerd is, CIE-info etc.)
EHRM Saunders: nemo valt samen met zwijgrecht. Iemand hoeft niet door eigen verklaringen
(wilsafhankelijk) aan zijn eigen veroordeling mee te werken. Nemo ziet ipp niet op materiaal dat bestaat
onafhankelijk vd wil vd verdachte. Dat materiaal mag onder dwang worden afgenomen, waarbij de verdachte
ook gedwongen kan worden om actief mee te werken.
EHRM Jalloh: wilsonafhankelijk materiaal mag onder dwang worden afgenomen. Maar als wijze van
afname ism art. 3 kan gebruik van dit bewijsmateriaal schending van art. 3 EVRM opleveren.
EHRM Gafgen II: dreiging met geweld kan worden aangemerkt als onmenselijke behandeling, ism 3
EVRM.
STAPPENPLAN RECHTSBIJSTAND EN CAUTIE ART 29-2 Sv
1. Art. 29-2 Sv; De verplichting tot het geven van de cautie staat in art. 29 Sv. Dit houdt in dat de
verdachte voorafgaand aan het verhoor wordt medegedeeld dat hij niet verplicht is tot antwoorden
2. Strekking art. 29-2: het behoeden vd verdachte tegen ongewilde medewerking aan zijn eigen
veroordeling
3. Verdachte?
a. Van een verdachte is formeel sprake als hij is aangehouden en als dit niet het geval is wordt
getoetst aan het materiële begrip als bedoeld in art. 27 lid 1 Sv: als verdachte wordt
aangemerkt degene te wiens aanzien uit feiten of omstandigheden een redelijk vermoeden
van schuld aan enig strafbaar feit voortvloeit. Hierbij is het dus de vraag of uit de feiten en
omstandigheden noodzakelijk voortvloeit dat de opsporingsambtenaar de betrokkene als
verdachte heeft aangemerkt.
b. X kan als verdachte worden aangemerkt, nu XYZ.
4. Verhoor?
a. Verhoor: “Iedere vraag van een opsporingsambtenaar aan een verdachte die betrekking
heeft op diens betrokkenheid bij een strafbaar feit waarvan hij als verdachte wordt
aangemerkt.” (HR Consultatiebijstand)
b. Er is sprake van een verhoorsituatie op het moment dat de agent aan X vraagt … Derhalve is
dat een vraag die gaat over X’ betrokkenheid bij een geconstateerd strafbaar feit.
5. Bij verhoor geldt de cautieplicht (art. 29-2). Als geen cautie wordt gegeven, mag de verklaring van
verdachte van het bewijs worden uitgesloten, tenzij verdachte niet in zijn belang wordt geschaad.
6. HR Spontane bekentenis: moet worden gekeken naar het moment waarop de vragen aan
verdachte werden gesteld. Werd namelijk ondervraagd nadat hij reeds was aangehouden. Vragen
betroffen betrokkenheid bij een strafbaar feit. Direct na aanhouding hadden verbalisanten cautie
moeten aanzeggen.
7. Conclusie: dus de cautie had in de gegeven situatie wel/niet gegeven moeten worden/niet tijdig.
8. Zodra een persoon verdachte is geworden, heeft hij rechten, zoals het recht op rechsbijstand en dat
moet hem ook worden medegedeeld voorafgaande aan het eerste verhoor (27c). Dat is meestal het
politieverhoor en dat houdt in dat die mededeling ook op straat moet worden gedaan als daar he
eerste verhoor plaatsvindt. Op straat moet een niet aangehouden verdachte dus voordat hem
verhoorvragen mogen worden gesteld, op basis van art. 27c lid 2 worden gewezen op zijn recht om
te zwijgen (29) en zijn recht op rechtsbijstand (28). Daaronder valt het recht op consultatiebijstand
(HR Consultatiebijstand) en verhoorbijstand.
HR Spontane bekentenis: Gekeken dient te worden naar het moment waarop de vragen aan de verdachte
werden gesteld. De verdachte werd namelijk ondervraagd, nadat hij reeds was aangehouden. De vragen die
de opsporingsambtenaar in kwestie aaan de verdachte stelde, betroffen zijn betrokkenheid bij een strafbaar
feit. Direct na de aanhouding hadden de verbalisanten cautie moeten aanzeggen.
STAPPENPLAN NEMO TENETUR
Ratio zwijgrecht en nemo-teneturbeginsel
1. het voorkomen van ongeoorloofde dwang
2. het voorkomen van onterechte veroordelingen;
3. de autonomie van verdachten
1. Is het nemo tenetur-beginsel überhaupt van toepassing? is aan de ingangsvoorwaarden voor nemo
tenetur voldaan
1. (1) is sprake van een zekere mate van dwang? Er is sprake van directe dwang.
2. (2) van een gebruik in een lopende, aanhangige of in een later stadium te starten ‘criminal
charge’ in de autonome betekenis van artikel 6 EVRM?
2. Valt de uitgeoefende dwang vervolgens ook binnen de scope van nemo tenetur;
Waar bestaat de dwang om mee te werken aan de eigen veroordeling uit?
Wanneer het onder druk verkrijgen van bewijsmateriaal kan kwalificeren als oneigenlijke dwang:
1. De raadsman stelt dat X. Het nemo ligt besloten in art 6 EVRM (recht op eerlijk proces).
Het houdt in dat men niet verplicht is om aan zijn eigen veroordeling mee te werken. Het
nemo ziet primair op het respecteren vh zwijgrecht vd verdachte. Als een verdachte wordt
gedwongen om een verklaring af te leggen (mondeling of schriftelijk) valt dat binnen de
scope vh nemo teneturbeginsel omdat het zwijgrecht niet wordt gerespecteerd. Het nemo
beginsel heeft echter geen betrekking op materiaal dat bestaat onafhankelijk vd wil vd
verdachte. Dat materiaal mag dus onder (dreiging met) dwang worden verkregen, waarbij
de verdachte ook gedwongen kan worden actief mee te werken. [Saunders].
Er is echter wel een grens aan de mate van dwang waarmee de verdachte mag worden
gedwongen om dat materiaal af te staan.
Als dat materiaal bijvoorbeeld in strijd is met art. 3 EVRM is afgenomen, dan kan het
gebruik van dat materiaal in een strafzaak tegen de verdachte een schending van het nemo
tenetur beginsel vervat in art. 6 EVRM opleveren. Bij foltering is er per definitie een
schending en bij onmenselijke behandeling hangt het af van de Jalloh-criteria.
In casu is geen sprake van foltering. Het hangt dus af van de Jalloh-criteria of een
gedwongen medewerking aan de eigen veroordeling in strijd is met het nemo
tenetur-beginsel.
i. (1). Voor de beoordeling is van belang of de documenten op het
moment dat de desbetreffende overheidsinstantie daarom vroeg reeds bestonden,
of zij van het bestaan daarvan op de hoogte was en of de vordering voldoende
specifiek was. Als daaraan is voldaan, dan staat buiten twijfel dat sprake van
wilsonafhankelijk materiaal in de zin van het Saunders-arrest, ontbreekt het gevaar
van een fishing expedition (hetgeen als onbehoorlijk overheidsoptreden moet
worden gezien). Ging hier evident om bestaande stukken.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper nandiniramdin. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €90,49. Je zit daarna nergens aan vast.