Met deze samenvatting heb ik een 7.7 gehaald!
Het is een overzicht van de videolectures, uitgewerkt in vragen. Je kan jezelf op die manier dus direct overhoren. Daarnaast heb ik ook een overzicht aan het einde gezet met de belangrijkste theorieën. Naast dat het dus een volledige samenvatting i...
Dit is een model wat proces tussen entertainmentmedia en de gebruiker
inzichtelijk maakt.
Er bestaat een voorkeur en dit beïnvloedt de selectie (op basis van
gebruikerskenmerken, culturele invloeden en ervaringen).
Op basis hiervan kies je een entertainmentproduct en dit heeft een label, dit zijn
een soort cues om de kwaliteit te kunnen beoordelen (genre, merk, titel en
medium) Maar dit label zorgt ook voor bepaalde verwachtingen in
het onderwerpdesign. Een comedy moet wel grappen hebben. Dit geeft
vervolgens een bepaalde ervaring en dat levert een fysiologische, cognitieve of
emotionele reactie op.
Het model gaat over ervaring en selectie niet over effecten van
media. Productie en distributie kunnen ook nog in de model voorkomen
• Wat zijn andere modellen die vooraf gingen aan het media entertainment
model?
1. Lashwells model: who, what, channel, whom, effect --> lineair proces nog
niet gericht op entertainment en geen ruimte voor eigen selectie
2. Enjoyment at the heart of entertainment: erkende niet-lineaire proces maar
was vrij ingewikkeld
3. Differential suspectibility to media effects model, drie factoren om media te
gebruiken en drie reacties --> goed model maar ging niet specfiek om
entertainment
• Wat zijn twee selectiemotivaties?
, 1. Escapisme: het kunnen ontsnappen aan onaangename realiteit, verlichting
afleiden
2. Familiarity: verbondenheid voelen door naar personages te kijken die je al
vaak hebt gezien (nostalgie)
• Wat is reminiscence bump effect?
Je onthoudt de dingen het meest levendig en uitgebreid uit je de adolescentie
(16-24) en media uit die tijd dus ook zal je positiever beoordelen.
• Wat is verisimulitude?
Dit is een cognitief proces waarbij het niet erg is als er ongeloofwaardige
dingen gebeuren zolang het maar binnen het genre past, als dit hier sterk van
afwijkt kan het als storend of afleidend worden ervaren.
• Wat is horizontale integratie?
Dit is integratie wanneer een bedrijf een ander bedrijf in dezelfde tak
overneemt: Facebook met Instagram.
• Wat is concentrische integratie?
Dit is het uitbreiden in producten binnen dezelfde tak. Dus bijvoorbeeld Iphone
na Ipad
• Wat is verticale intergratie?
Verticale integratie is het overnemen van taken in productieproces van a tot
z. Dus bijvoorbeeld netflix productions bij netflix
• Wat is windowing?
Windowing is maximaliseren van winst doordat je verschillende soorten
producten rondom een concept lanceert. Denk aan een game, een film, een
theatertour, een broodtrommel van een bekende band.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper wietske87. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €10,46. Je zit daarna nergens aan vast.