,Inhoudsopgave
Voorwoord...............................................................................................................................................................3
Stap 1: Gegevensverzameling.................................................................................................................................4
Stap 2: Klinische probleemstellingen/diagnostiek................................................................................................9
Stap 3: Doelen/zorgresultaten..............................................................................................................................12
Stap 4: Interventies/planning...............................................................................................................................14
Stap 5: Toepassen van interventies......................................................................................................................16
Stap 6: Nabeschouwing en evaluatie....................................................................................................................17
Literatuurlijst........................................................................................................................................................18
Bijlage 1: Ziektescript ‘Nierinsufficiëntie’..........................................................................................................21
Patiëntengegevens:............................................................................................................................................21
Epidemiologie:...................................................................................................................................................21
Biomedische oorzaken:......................................................................................................................................21
Klinische presentatie:.........................................................................................................................................22
Tijdsaspect:........................................................................................................................................................24
Bijlage 2: Toelichting gebruikte meetinstrumenten...........................................................................................26
,Voorwoord
De situatie, beschreven in dit verslag, vindt plaats op de afdeling nefrologie van een ziekenhuis. Hier komen
patiënten vanwege veel verschillende problemen, van acuut nierfalen tot pyelonefritis. In dit verslag wordt de
casus beschreven van dhr. B. Dhr. ligt opgenomen op de afdeling nefrologie vanwege een hyperkaliëmie en een
gebroken teen na een val. Dhr. heeft een chronische nieraandoening die veel invloed heeft op zijn leven. Ook
heeft hij financiële moeilijkheden wat indirect veel invloed heeft op zijn therapietrouwheid.
De casus is beoordeeld op complexiteit. Ik heb deze casus gekozen omdat gelijktijdig voldaan werd aan de
volgende criteria:
- Gelijktijdig optreden van problemen in verschillende domeinen: lichamelijk, functioneel,
psychisch, sociaal
- Problemen beïnvloeden elkaar en oorzaak en gevolg lopen door elkaar heen, waardoor het
beeld gecompliceerd is
- Wankel of verstoord evenwicht, kwetsbaarheid
- Onvoorspelbaarheid, onzekerheid
- Grote zorgvraag en inbreng van veel verschillende hulpverleners
- Lage (gezondheids)geletterdheid
De casus wordt uitgewerkt volgens de 6 stappen van het verpleegkundig proces. In bijlage 1 is een uitgebreid
ziektescript uitgewerkt voor dhr. zijn medische hoofddiagnose. In bijlage 2 worden verschillende gebruikte
meetinstrumenten nader toegelicht.
,Stap 1: Gegevensverzameling
Voorgeschiedenis
Dhr. is bekend met chronische nierinsufficiëntie door secundair FSGS (focale segmentale glomerulosclerose) bij
hypertensie en gebruik van anabolen waardoor dhr. moet hemodialyseren. Dhr. dialyseert 3x per week.
Naast zijn fysieke problemen heeft dhr. ook veel financiële problemen. Hij heeft schulden en moet deze
afbetalen, hiervoor wordt hij gekort in zijn UWV-uitkering. Dit zorgt er weer voor dat hij zijn huur niet kan
betalen. Hij heeft hier veel zorgen over. Dhr. wordt hierin begeleid door medisch maatschappelijk werk, ook is
zijn zus erg betrokken.
Toelichting hoofddiagnose
Epidemiologie
De incidentie FSGS is minder dan 1 op de 100.000 volwassenen per jaar. Het zou gaan om zo'n 125 patiënten
per jaar. (Zorginstituut Nederland, 2022) FSGS kan op elke leeftijd voorkomen bij volwassenen. FSGS komt
vaker voor bij mannen dan bij vrouwen. FSGS komt 2-4 keer vaker voor bij Afro Amerikanen in vergelijking met
andere groepen. (Het Nefrotisch Syndroom Bij Volwassenen: Niet te Missen, 2021)
Er bestaat een grotere kans op het krijgen van FSGS bij een andere nierziekte, een langdurige infectie,
overbelasting van de nierfilters, medicijnen en drugs. (Chronische Nierschade, z.d.)
Biomedische oorzaken
Focale segmentale glomerulosclerose (FSGS) tast het weefsel van de nierfilters aan. Het wordt harder en
stugger, dit heet sclerose. Het aangetaste weefsel lijkt op littekenweefsel, hierdoor werken de nierfilters
minder goed. Normaalgesproken worden de eiwitten in het bloed behouden door de nierfilters, bij FSGS lukt
dat niet meer. Eiwitten worden dan niet meer behouden, maar uitgescheiden in de urine. Het lichaam verliest
zo belangrijke eiwitten. (Focale Segmentale Glomerulosclerose (FSGS), 2018)
Het is nog niet precies bekend wat de oorzaak is van FSGS. Wat wel duidelijk is, is dat het met name een
bepaald soort cellen in de nierfilters aantast, de podocyten. Waarschijnlijk zitten er bepaalde ‘FSGS factoren’ in
het bloed. Het profiel van deze factoren is onbekend en is al lange tijd een groot raadsel voor onderzoekers.
(Radboud UMC, 2022)
Anabole steroïden zijn hormonen die vaak door krachtsporters gebruikt worden, omdat ze de spieropbouw
versnellen en versterken. Anabolen stimuleren niet alleen de eiwitaanmaak in de spieren, maar ze gaan ook de
afbraak van spiereiwit tegen. Hierdoor krijgt de gebruiker dikkere en sterkere spieren, krachtsporters die
anabolen gebruiken hebben hierdoor vaak overgewicht. (Dopingautoriteit, z.d.) Overgewicht geeft een
verhoogde bloedstroming door de nier, waardoor de nier overbelast raakt, wat vervolgens leidt tot nierschade.
(Bernhoven, 2023)
Anabolen hebben bij mannen een andere invloed op de gezondheid dan bij vrouwen. Bij mannen leidt het
vaker tot een verhoogd risico op hartaandoeningen, hoge bloeddruk, hoog cholesterol en hartfalen. (The
Balance Team, 2024)
Klinische presentatie
FSGS presenteert zich door:
1. Oedeem (vocht- en zoutretentie) van met name de enkels, de (onder-)benen, de buik, het gelaat en
genitaal (gegeneraliseerd oedeem)
2. Proteïnurie (eiwitverlies via de urine) en schuimende urine
3. Hypoalbuminemie (laag albuminegehalte in het bloed).
(E.C. Eijssens, 2012)
Minder frequent voorkomende symptomen zijn trombose, eiwittekort en hyperlipidemie.
De diagnose FSGS kan op basis van de volgende criteria worden gesteld:
- Oedeem
- Urineonderzoek voor eiwitbepaling:
o Dipsticks: ≥3+
, o Urine eiwit/kreat: > 200 mg/mmol
o 24 uurs urine verzameling: verlies >3.5 gram/24 uur
- Bloedonderzoek:
o Hypoalbuminemie: < 30g/l
- Nierbiopsie
Tijdsverloop
Een lage nierfunctie zorgt voor bijvoorbeeld hypertensie, oedeem, hartritmestoornissen, verhoogde
vatbaarheid voor infecties en vele andere symptomen (Nierstichting, z.d.-b). Na verloop van tijd is de
nierfunctie zo laag dat de nieren geen afvalstoffen meer uit het bloed kunnen filteren. Als dit gebeurd stapelen
vocht en afvalstoffen zich op in het lichaam, dit heet uremie (Niervergiftiging (Uremie) -, z.d.). Het hart en de
hersenen kunnen deze hoeveelheid afvalstoffen niet aan. De patiënt raakt bewusteloos en uiteindelijk in coma.
Het hart is in het eindstadium nierfalen al verzwakt en houdt uiteindelijk op met kloppen (Nierpatiënten
Vereniging Nederland et al., 2020).
De mate van proteïnurie bij het eerste bezoek aan een huisarts/ziekenhuis is een belangrijke prognostische
factor. Ook het serumkreatinegehalte is een belangrijke prognostische factor. (Nederlandse federatie voor
Nefrologie et al., 2013)
Jaarlijks overlijdt gemiddeld 1 op de 6 dialysepatiënten. Van de nierpatiënten die starten met dialyse tussen
hun 45e en 65e jaar, overlijdt de helft binnen vijf jaar. (Nierstichting, z.d.-a)
Met een niertransplantatie hebben patiënten een hogere levensverwachting dan met dialyse. Mensen met een
donornier van een overleden donor leven gemiddeld 10 jaar zonder dat ze weer dialyse of weer een
transplantatie nodig hebben. (Nierstichting, z.d.-a)
Huidige opname
Dhr. was ‘s ochtends wakker geworden, hij was misselijk en had eenmalig gebraakt. Hij liep naar het toilet en is
onderweg gevallen. Hij wist zelf niet meer hoe dit gebeurd was, dus er was mogelijk sprake van
bewustzijnsverlies. Dhr. moest die dag om 11:00 uur dialyseren. Hij was de vrijdag hiervoor niet wezen
dialyseren. Hij was wel naar de dialyse gekomen maar wilde toch niet aangesloten worden. Hij zag er het nut
niet van in vanwege alle persoonlijke problemen (schulden, werkloos, veel klachten).
N.a.v. het braken + de val heeft dhr. zijn zus 112 gebeld en is er een ambulance gekomen. De ambulance heeft
dhr. beoordeeld aan de hand van de ABCDE-methode:
A – Airway:
Ademweg vrij. CWK (nek-wervelkolom) niet drukpijnlijk.
Dhr. had een tongbeet. Hij had de dag ervoor waarschijnlijk al in de tong gebeten, maar wist het niet
zeker, het kon ook met de val gebeurd zijn.
B – Breathing:
Ademhaling: 16 per minuut
Saturatie.: 100% zonder O2
Geen last van dyspneu. Had een wat snurkende ademhaling, was hier al mee bekend.
Symmetrische thorax, geen gestuwde halsvaten.
C – Circulation:
Geen bloedverlies en geen pijn op de borst.
Warme extremiteiten.
Hartslag: 107 bpm. Krachtige regelmatige pols. Geen ritmeproblemen.
Bloeddruk: 249/117. Was moeilijk te meten i.v.m. postuur (dhr. was erg gespierd.)
D – Disability:
EMV: 15 (maximale score)
Pupillen: Reactief. Verschil in pupillen is bekend. Links is groot door een oud voetbal ongeval.
FAST: Negatief
Bloedsuiker: 5.7 mmol/L