TUTORIALS QUANTITATIVE HISTORICAL METHODS
Week 1:
Samenvatting History By Numbers Hoofdstuk 1
Kwantitatieve bronnen zorgen voor een ruimer en beter begrip van het verleden. Voorheen
alleen beperkte bronnen van voornamelijk de elite (denk aan bronnen van grote bedrijven en
witte mannen). Zodra grote datasets, die scala aan ervaringen beslaan, worden erkend als
manier om representatiever/nauwkeuriger beeld te geven van algemene ervaringen, wordt
numerieke analyse (‘quantitative’) essentieel.
> Kwantificatie in deze context geassocieerd met representatievere en nauwkeurigere
analyse dan studies die niet bereid zijn kenmerken van grote aantallen gevallen te
onderzoeken.
Voor WOII was de geschiedenis vooral gebaseerd op bronnen van de elite/grote mannen, na
Tweede Wereldoorlog door Annales School meer onderzoek naar geschiedenis van massa >
‘histoire totale’.
Kwantificatie kan gedetailleerde patronen weergeven van ervaringen met
werkgelegenheid/werkloosheid, huwelijk, geboorten/sterfgevallen, ziekte, criminaliteit,
geletterdheid, culturele praktijken en overtuigingen. En mogelijk maken van vergelijkingen
tussen verschillende beroeps- of etnische groepen, regio's of naties.
- Kwalitatieve sociale/culturele geschiedenis, die ervaringen onderzoekt individuele
hoe actoren of families deze ervaringen beleefden > hierdoor op juiste manier in
context geplaatst.
Beschrijvende statistiek = herorganisatie/weergave van gegevens om informatie efficiënter
over te brengen > meeste geschiedenis op basis van cijfers neemt deze vorm aan.
> Behoefte om zowel nauwkeurig als representatief te zijn, vergemakkelijkt door
duidelijke weergave van gegevens.
- Gegevens, na verwerking (in percentages of index, matrix, histogram, cirkeldiagram of
grafiek) gepresenteerd op manier die begrip van verandering of bijzondere omstandigheden
in verleden versterkt > informatie in samenvattende en beschrijvende vorm overgebracht.
Maar suggereren niet dat waargenomen patronen iets vertellen buiten directe beschikbare
informatie…
Inferentiële statistieken (verklarend) = gebruiken van statistische gegevens om relaties
tussen verschillende sets bewijsmateriaal te veronderstellen of gegevens te extrapoleren
naar andere tijden, plaatsen of bevolkingsgroepen.
> Omvat verdere verwerking, manipulatie, modellering en testen van
de gegevens.
Gebaseerd op kansberekening: belangrijk in kwantitatieve analyse, maar vooral in die waar
het onmogelijk is om experimenten honderden keren te herhalen om betrouwbaarheid van
hypothese te testen.
- als we hypothese willen testen zoals ‘criminaliteit sterk gerelateerd aan
werkloosheidsniveaus' > vertrouwen op beschikbare (en mogelijk beperkte)
gegevens over criminaliteit en werkloosheidscijfers.
, > kunnen niet experimenteren (zoals natuurwetenschappen) door
aanpassingen in werkloosheidsniveaus voor eventuele veranderingen in criminaliteit.
Beschikbare gegevens kunnen weliswaar laten zien dat criminaliteitscijfers trend
vertonen/in cycli veranderen die lijken te volgen op die van werkloosheidspercentage,
maar kijken of patronen logisch zijn of toeval.
Meest voorkomende kwantitatieve methode = tijdreeksanalyse: methode gebruikt om
verandering in metingen zoals religieuze observatie, geletterdheid, lonen, prijzen, export,
criminaliteit, geboortecijfers, tarweopbrengsten, enzovoort in loop van tijd te bestuderen.
Omvat gebruik van tijdreeksgrafieken en indexen om trends, seizoensgebonden
schommelingen en veranderingen in variabelen te analyseren.
> Indices zetten originele eenheden om in percentage-maatregelen en maken
mogelijk om verschillende variabelen te vergelijken.
> Deze benadering helpt historici om relaties tussen variabelen te
onderzoeken, zoals relatie tussen geletterdheidscijfers en lezerspubliek van kranten.
Andere methode van statistische analyse = sampling:
Steekproeven stellen historici in staat om representatieve informatie te verkrijgen over hele
populaties, zelfs als gegevens te omvangrijk zijn.
- Steekproeftheorie leert hoe steekproeven moeten worden gekozen en hoe resultaten
kunnen interpreteren in relatie tot hele populatie.
- Historici moeten bewust zijn van mogelijke vooroordelen in overlevende gegevens en
representativiteit beoordelen. Dit omvat analyseren van gegevens uit
parochieregisters en volkstellingsgegevens om inzicht te krijgen in bevolkingsgroei,
gezinsstructuur, levensduur, beroepen, gezondheid en geneeskunde.
Kwantificatie als gemeenschappelijke taal
Kwantificatie, zoals getallen, grafieken en formules, dient als gestandaardiseerde
communicatiestrategie om wereldwijd informatie te delen en begrip te bevorderen.
- Gebruik ervan gegroeid in verschillende disciplines, waaronder geschiedenis, als
onderdeel van globalisering van onderzoek en academische discussies.
> Aanpak biedt precisie en gemak in communicatie, maar bekritiseerd
vanwege verlies van details, rigide categorieën en problemen met
vergelijkbaarheid van gegevens over tijd en ruimte.
Vooral duidelijk bij vergelijking van misdaadstatistieken en BBP per hoofd van bevolking,
waar juridische definities en dataverzameling kunnen variëren, waardoor nauwkeurigheid
wordt aangetast > dus zowel voordelen als beperkingen.
Beperkingen van kwantitatieve geschiedenis
Belangrijkste beperkingen vergelijkbaar met die van alle methoden die gegevens uit primaire
bronnen gebruiken > historische statistieken zijn net zo betrouwbaar als bronnen die ze
hebben geproduceerd en historicus die ze gebruikt en interpreteert.
Betrouwbaarheid van gegevens in statistisch onderzoek is cruciaal. Gegevens kunnen
onvolledig, verdraaid of vooringenomen zijn, wat statistische analyses beïnvloedt.
, Historici moeten zich bewust zijn van context en doeleinden van oorspronkelijke
gegevensverzameling, vooral bij gebruik van officiële overheidsdocumenten.
> Bijvoorbeeld, historische handelscijfers vertekend door gebrek aan aanpassing voor
prijswijzigingen, smokkel en werkloosheidscijfers onnauwkeurig vanwege
veranderende definities en (niet) registreren van bepaalde groepen, zoals vrouwen en
jongeren.
Voorbeelden van beperkingen in historische gegevens die historici moeten overwegen:
- Officiële cijfers over werkloosheid onvolledig vanwege beperkingen op uitkeringen voor
getrouwde vrouwen en studenten, wat resulteert in ‘onderregistratie’.
- Demografische gegevens, zoals parochieregisters, missen vaak niet-christelijke en non-
conformistische bevolkingsgroepen, en doopcijfers zijn minder nuttig dan geboortedata voor
bevolkingsstudies.
- Volkstellingen hebben beperkingen, vooral met betrekking tot registratie van vrouwelijk
werk. Belastinggegevens moeten met vermenigvuldigingsfactoren worden aangepast om
bevolkingsschattingen te maken.
Historici moeten dus ‘by proxyvariabelen’ gebruiken, zoals doopgegevens i.p.v. geboorten
om historische gegevens te benaderen.
- Veel historische statistieken zijn proxies, zoals loontarieven voor inkomsten en huren
voor winst > betrouwbaarheid/nauwkeurigheid moeten zorgvuldig worden
beoordeeld, en aanpassingen vaak nodig om weglatingen en vertekeningen in
oorspronkelijke gegevens te corrigeren.
- Geïnterviewden gedragen waarschijnlijk anders (andere antwoorden), als klasse,
geslacht en/of etnische achtergrond van interviewer verschilt.
- Betrouwbaarheid cijfers = relatief en hangt af van gebruik. Voor gedetailleerde
statistische analyses moeten ze betrouwbaarder zijn dan voor aanvullingen.
Historici moeten kritische vragen stellen over wie gegevens heeft verzameld, met welk doel,
en hoe gegevens zijn verkregen en verwerkt, aangezien historische gegevens van nature
onbetrouwbaar en mate van aanvaardbare fout hangt af van onderbouwde historische
beoordeling.
Statistische categorieën en vergelijkbaarheid van gegevens
Statistische categorieën die worden gebruikt in gegevensverzameling zijn vaak subjectief en
worden bepaald door degenen die gegevens verzamelen > individuen, organisaties of
overheid.
Deze categorieën meestal bedoeld om specifieke doelen te dienen, zoals sociale hervorming
of overheidsinterventie, en zelden puur beschrijvend. Probleem ontstaat wanneer complexe
en diverse informatie wordt gedwongen in beperkte discrete categorieën, wat vaak leidt tot
vertekening van de gegevens.
> Lastig om rijke en continue variëteit in discrete categorieën te categoriseren
(voorbeeld is gepensioneerde en deeltijdse tuinman die ook skileraar is te
plaatsen in standaardberoepenclassificatie).