100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Volledige samenvatting inleiding wetenschappelijke methode, van alle informatie brightspace €14,96   In winkelwagen

Samenvatting

Volledige samenvatting inleiding wetenschappelijke methode, van alle informatie brightspace

 21 keer bekeken  0 keer verkocht

Alle informatie vanuit de podcasts, brightspace en alle literatuur samengevat in 1 document.

Voorbeeld 4 van de 58  pagina's

  • 2 juli 2024
  • 58
  • 2023/2024
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (30)
avatar-seller
reneemennen15
INLEIDING WETENSCHAPPELIJKE METHODE

Studietaak 0 de voorbereiding

Wat is kennis?
Wetenschap = een manier om tot kennis te komen. De tak van sport die
zich bezighoudt met vragen naar kennis is de epistemologie (epistèmè
= 'kennis'; logos = 'de leer'), oftewel kennisleer of kenleer.
Een gangbare manier om kennis te definiëren is aan de hand van een
aantal (noodzakelijke) kenmerken:
- het is een opvatting
- de opvatting moet waar zijn
- er moet een rechtvaardiging bestaan voor de opvatting als ik
gegronde reden heb om deze opvatting te hebben

Een ander soort opvattingen zijn meningen. Meningen worden vaak
gekenmerkt door gebrekkige rechtvaardiging voor de opvatting. Het
belangrijkste element dat een mening kenmerkt, is dat er geen
noodzaak is om er een sterke rechtvaardiging voor te
geven.Kennis: een opvatting, die waar en gerechtvaardigd is.
Wetenschappelijk onderzoek is een manier om tot nieuwe of aangepaste
opvattingen te komen en levert ons geregeld nieuwe kennis op. Waarom
moet er ook een rechtvaardiging zijn?  Om toevallig ware opvattingen
uit te sluiten als kennis.
Verschil tussen kennis en een mening
Mening= geen noodzaak om een sterke rechtvaardiging voor te geven
Kennis= noodzaak dat er een goede rechtvaardiging is voor de
opvatting

Twijfel en zoektocht
Al in 1877 schreef de filosoof Charles Sanders Peirce een nog altijd vaak-
aangehaald artikel ‘The fixation of belief’. Peirce begint met de aanname
dat er twee mogelijke toestanden zijn waarin de mens zich kan
bevinden: een overtuigingstoestand en een toestand van twijfel.
Wetenschappelijk onderzoek zou de beste methode zijn om van twijfel af
te komen, maar ook dat er, naast wetenschap, alternatieve methoden
zijn. Andere methoden om wankelingen in je opvattingen te voorkomen
of op te lossen waren volgens hem: volharden en vermijden,
autoriteit en de a-priori-methode.
- Methode van volharden en vermijden: dat we alle situaties en
personen die twijfel in ons kunnen oproepen, uit de weg gaan.
- Methode van autoriteit: een beroep op autoriteit te doen. We
leggen de verantwoordelijkheid voor de vorming van onze
overtuigingen deels bij de mensen om ons heen.
- A-priori-methode: Sommige opvattingen bezitten eigenschappen
die hen aantrekkelijk maakt of lijken anderszins goed aan te sluiten
bij bepaalde voorkeuren en opvattingen die we hebben. Wanneer
je een overtuiging laat afhangen van dergelijke voorkeuren.
- Wetenschappelijke methode: Onze opvattingen bestaan
onafhankelijk van de werkelijkheid. Onze opvattingen meer in lijn

, met werkelijkheid te krijgen  actief zoeken naar empirische
(waarneembare) gegevens om onze opvattingen te toetsen.
Wetenschap als zoektocht naar kennis
Er is niet één wetenschappelijke methode, maar de moderne
wetenschap hanteert verscheidene methoden.
De filosoof Ryle (1947) sprak over het verschil tussen weten
dat en weten hoe.
 Weten dat → fundamenteel onderzoek  verklaren waarom
dingen zo zijn zoals ze zijn  door middel van hypotheses en
theorieën die kunnen bijdragen aan het verklaren van fenomenen.
 Weten hoe → toegepast onderzoek  toepassen van verworven
kennis om bepaalde problemen op te lossen, om onze
maatschappij te verbeteren of om bepaalde nieuwe technologieën
te ontwikkelen. Niet de nadruk op het beschrijven en verklaren van
bepaalde fenomenen maar op het uitoefenen van controle op
bepaalde gebeurtenissen of fenomenen, of het inzetten van kennis
om technologie te ontwikkelen.
Fundamenteel en toegepast onderzoek met elkaar in samenspel zijn.
Soms helpt ‘weten dat’ namelijk om te komen tot ‘weten hoe’ en
omgekeerd.

Belangrijk is om goed oog te houden voor de kwaliteit en
betrouwbaarheid van bronnen. Hierbij kun je bijvoorbeeld de CRAAP-
criteria te hanteren:
currency (recent), relevance (relevantie), authority (autoriteit van de
auteur), accuracy (nauwkeurigheid) en purpose (doel van de auteur bij
het schrijven).

Definities van wetenschap
Er zijn verschillende manieren om te duiden wat wetenschap is.
Wetenschap wordt gekenmerkt door de methoden en werkwijzen die
zij hanteert.
Wetenschap= een verzameling van kennis die afkomstig is van de
zintuigen (Chalmers, 1999). Een belangrijk kenmerk van wetenschap dat
zij empirisch is.
= op basis van ervaringen en waarneming. Dus onze zintuigen als een
cruciaal instrument en tevens startpunt van de weg naar nieuwe kennis.
Het empirische karakter heeft een lange geschiedenis die te herleiden is
tot de start van de wetenschappelijke revolutie (halverwege de 16de
eeuw), toen Copernicus voorstelde om het geocentrisch model (de
aarde als middelpunt van het universum) te vervangen door het
heliocentrisch model (de zon als middelpunt).

Wetenschap gebruikt en leunt ook op theorie (in de breedste zin van
het woord: ideeën, gedachten, modellen).

Wetenschap: normatief versus descriptief
Een belangrijk thema binnen de wetenschap is objectiviteit: kennis
moet vrij zijn van waardeoordelen en niet-verifieerbare claims.

,Onderscheid te maken tussen descriptieve en normatieve uitspraken,
'wat is' en 'wat wenselijk is'.
Sommigen vinden dat de wetenschap zich enkel met descriptieve
uitspraken bezig moet houden (dus onderzoek doen naar wat is) zonder
zich bezig te houden met normatieve oordelen. Anderen stellen dat het
vaak onvermijdelijk is dat wetenschappelijke uitkomsten bepaalde
normatieve implicaties hebben.


Studietaak 1 Wetenschappelijke revoluties

Het correspondentieprobleem
= de mate waarin onze opvattingen over de wereld corresponderen met
de wereld zoals deze is.
Ontologie= is ons standpunt over de aard van de wereld, het beschrijft
hoe wij denken dat de realiteit in essentie is.
In tegenstelling tot ontologie, gaat epistemologie= niet over de wereld
zelf, maar over de manier waarop wij iets kunnen weten over de wereld.
Het is dus ons standpunt over hoe we menen kennis op te kunnen doen
over de objecten die we onderzoeken.

Gedachtengoed in de tijd van de Grieken en romeinen:
Socrates: 470-400 v chr
- Kennis over de wereld is afhankelijk van degene die naar de wereld
kijkt en daardoor kunnen we via de waarneming nooit zekerheid
bereiken over de aard van de werkelijkheid. Zeker weten= dat
kennis onbereikbaar is. = scepticisme

Plato: 427-347 v chr
- Beschikken over een imperfect zintuigelijk systeem en over een
ideeënwereld. Hier zit aangeboren oer kennis. Kennis over de
wereld aan ons gegeven in het verstand (ratio). Meestal wordt
verondersteld dat deze kennis aangeboren is
= rationalisme
- Deductie= een redenering van een algemeen principe naar
specifieke gevallen = syllogisme, bestaande uit twee premissen:
o de majorpremisse bevat algemene kennis. (de
ideeënwereld)
o de minorpremisse  minorpremisse bevat kennis die de
majorpremisse met een specifieke instantie verbindt.
Door nu de majorpremisse toe te passen op de minorpremisse,
plegen we deductie en komen we tot een conclusie over de
specifieke instantie waarmee we te maken hebben.
Het meest fundamentele probleem van deductie: uit geldigheid volgt
niet per definitie waarheid. + levert deductie per definitie geen nieuwe
kennis op.

Aristoteles: 384-322 v chr

, - Benadrukt de weerneming, empirie. Kennis over de wereld komt tot
ons via de zintuigen. Alleen kennis afkomstig uit de waarneming
(empirie) is wetenschappelijk. = Empirisme
- We worden geboren als een tabula rasa waarop de omgeving
indrukken achterlaat. Door te observeren kunnen we specifieke
kennis opdoen over de wereld en door al die specifieke kennis
samen te voegen komen we tot een opvatting daarover in de vorm
van een wereldbeeld.
- Binnen het empirisme van Aristoteles redeneren we dus niet
vanuit algemene uitgangspunten naar specifieke uitspraken. We
beginnen met specifieke observaties en redeneren dan naar
algemene opvattingen. Redeneren vanuit het specifieke naar het
algemene, noemen we inductie.
De fundamentele beperking van de inductieve redenering: elke
observatie verhoogt de waarschijnlijkheid van die veronderstelling, maar
maakt hem nooit met zekerheid waar.
- Algemene kennis bereiken we pas met behulp van onze intuïtie =
speciale eigenschap van onze geest die helpt om op basis van een
beperkt aantal waarnemingen toch tot algemeenheden te komen.
Inductie gaat dus altijd gepaard met een intuïtief sprongetje naar
de conclusie.

Samenvattend:
- Socrates, dat we nooit zekere kennis zullen bezitten, noemen we
ook wel scepticisme. Die naam komt voort uit het Griekse woord
'skeptomai' dat zoiets betekent als 'onderzoeken'. Een scepticus
gaat dus niet uit van waarheden, maar staat onderzoekend in de
wereld.
- Plato, dat we kennis moeten ontlenen aan het verstand omdat we
in dit verstand aangeboren zekerheden bezitten, noemen we het
rationalisme. Die naam komt voort uit het Latijnse woord 'ratio',
dat weer afkomstig is van het Proto-Europese woord 'reor' dat
zoiets betekent als 'denken', 'bedenken' of 'overwegen'. Een
rationalist gaat dus uit van het denken.
- Aristoteles, dat we juist de zingtuigen moeten gebruiken, noemen
we het empirisme. Die naam komt voort uit het Griekse woord
'empeiria' wat zoiets betekent als 'ervaring'. Merk hierbij de
dubbele betekenis van het woord ervaring op. Ervaring staat niet
alleen voor dat wat wij zintuiglijk ervaren, maar ook voor de
opgedane ervaring waarvan de optelsom leidt tot intuïtie.

Gedachtengangen Romeinse Rijk en middeleeuwen
Tegen de tijd dat het Romeinse Rijk uiteen begint te vallen, verschuift de
aandacht naar de filosofie van Plato. Deze sluit goed aan bij het in
opkomst zijnde christendom. Het idee van een perfecte, maar
onbereikbare wereld die de waarheid bevat en waarvan het aardse
bestaan slechts een afspiegeling is, past goed bij het idee van een
onbereikbare, alwetende God als veroorzaker van alles.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper reneemennen15. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €14,96. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 67474 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€14,96
  • (0)
  Kopen