CH2217 Rethinking History II Tutorials
Week 1: Introduction
Samenvatting tekst Michiel Leezenberg, History and Philosophy of the Humanities: An
Introduction
Opkomst van moderne geesteswetenschappen was resultaat van fundamentele verandering
in denken, samenleving en institutionele hervormingen in negentiende eeuw > vóór die tijd
waren geesteswetenschappen als zodanig niet geïdentificeerd, omdat concepten van 'mens',
'geest' en 'cultuur' als objecten van wetenschappelijke kennis nog niet bestonden.
> Idee van eenheid van geesteswetenschappen ontstond in context van opkomst van
moderne natiestaat > leidde tot institutionele veranderingen in universiteit, vooral
door hervormingen van Wilhelm von Humboldt, die universiteit herstructureerde als
plaats voor zowel onderwijs als onderzoek.
> leidde tot autonomie van natuurwetenschappen en geleidelijke fragmentatie
van wetenschappelijke kennis in twintigste eeuw.
Als gevolg hiervan hebben geesteswetenschappen, sociale wetenschappen en
natuurwetenschappen zich tot afzonderlijke disciplines ontwikkeld > geleid tot
methodologische discussies en opkomst van verschillende scholen van denken, zoals
fenomenologie en analytische filosofie, als reactie op veranderende aard van
wetenschappelijke kennis.
Tweeledige taak van filosofie
Tweeledige taak van filosofie van geesteswetenschappen omvat zowel beschrijvende als
normatieve taak:
- Beschrijvende taak houdt in dat filosofie van geesteswetenschappen methoden en
argumentatiestijlen onderzoekt die rol spelen in wetenschappelijke praktijken, en vraag
welke normen van correcte argumentatie het waard zijn om te verdedigen.
> “Historische adequaatheid”: beeld van wat wetenschap is moet in
hoofdlijnen overeenstemmen met standaarden uit de onderzoekspraktijk uit het
heden of verleden.
- Normatieve taak omvat verkennen en rechtvaardigen van normen voor goed onderzoek >
omvat onderwerpen zoals taken van wetenschappelijke disciplines, hun benadering, hun
relaties tot hun onderzoeksobjecten, en hun filosofische grondslagen en ontwikkeling.
> “Filosofische adequaatheid”: beeld schetsen van een beeld van wetenschap dat de
bijzondere aard van wetenschappelijke kennis en wijze van argumenteren tot
uitdrukking brengt.
- Epistemologie verwijst naar studie van kennis, inclusief aard, oorsprong en reikwijdte ervan
> omvat vragen over hoe kennis wordt verworven, wat als geldige kennis kan worden
beschouwd, en hoe kennis kan worden gerechtvaardigd.
- Waarheid heeft betrekking op overeenstemming/consensus van uitspraken met
werkelijkheid. In context van filosofie van geesteswetenschappen gaat het om onderzoeken
,van aard van waarheid in interpretaties en culturele producten, en hoe deze waarheid wordt
benaderd en geïnterpreteerd in geesteswetenschappelijke praktijk.
- Methodologie verwijst naar studie van methoden en procedures die worden gebruikt in
wetenschappelijk onderzoek > omvat onderzoeken van geldigheid en betrouwbaarheid van
gebruikte methoden, evenals rechtvaardiging van normen voor goed onderzoek.
Volgens Leezenberg verschilt filosofie van geesteswetenschappen van natuurwetenschappen
doordat geesteswetenschappen zich richten op interpretaties van culturele producten,
terwijl natuurwetenschappen streven naar verklaringen en uniek correcte representaties van
feiten. > In geesteswetenschappen kunnen verschillende interpretaties naast elkaar bestaan,
terwijl in natuurwetenschappen theorieën met elkaar concurreren en acceptatie van
ene theorie verwerping van andere impliceert.
Dit weerspiegelt verschillende kennisidealen van natuurwetenschappen en
geesteswetenschappen: natuurwetenschappen streven naar waarheid, terwijl
geesteswetenschappen gericht zijn op genereren of verspreiden van interpretaties.
Wetenschappelijke kennis na Tweede Wereldoorlog
Na Tweede Wereldoorlog heeft wetenschappelijke kennis gestaag proces van verdere
fragmentatie ondergaan. Dit heeft geleid tot toename van gespecialiseerde disciplines en
methoden, vooral in geesteswetenschappen.
> groei van aantal onderzoekers en vraag naar publicaties heeft geleid tot toename
van nadruk op theoretische innovatie en methodologische diversiteit in
geesteswetenschappen.
Deze ontwikkelingen hebben ook geleid tot grotere nadruk op interpretaties van culturele
producten en verschuiving naar theoretische vragen in disciplines zoals literatuur, kunst en
cultuur.
Tutorial:
Wat is wetenschapsfilosofie?
Filosofische sub discipline die reflecteert op de veronderstellingen, praktijken en implicaties
van wetenschap.
Kernconcepten:
- Ontologie: Theorie wat betreft wat bestaat en hoe het bestaat (in hoeverre bestaat realiteit
objectief en onafhankelijk van het menselijke geweten) zijnsleer.
- Epistemologie: sub discipline in het veld van filosofie dat onderzoekt wat kennis is en hoe
kennis gerechtvaardigd kan worden.
- Methodologie: de normen die bepalen wat ‘goede’ wetenschap is: kwaliteitscontrole van
wetenschappelijke productie; de regels van wetenschappelijk handelen dat rationele en
gecontroleerde manier mogelijk maakt.
- Waarheid: de mate waarin een statement correspondeert met de realiteit.
- Ethiek: subveld van filosofie dat zich bezighoudt met systematiseren, beschermen en
recommending concepten van goed en fout.
, Verschil van natuurwetenschappen en geesteswetenschappen volgens Leezenberg:
Natuurwetenschappen:
- Feitelijke kennis, objectiviteit
- Veronderstelde waarheid die niet betwist kan worden
- Verklarend
Geesteswetenschappen:
- Kennis gebaseerd op perspectief
- Verscheidene interpretaties
- Interpretatief
Samenvatting tekst Herman Paul, What is historical theory?
Paul begint met beschrijving van Joseph Knecht, protagonist uit Hermann Hesse's roman
"The Glass Bead Game" > Joseph stelt zichzelf moeilijke vragen over zijn leven en roept
vragen op over aard van geschiedenis.
- Paul beschrijft verschillende benaderingen van historische theorie,
waarbij onderscheid maakt tussen 'speculatieve' en 'kritische' filosofie van
geschiedenis:
Verschil tussen speculatieve (substantieve) en analytische kritische (analytische) filosofieën
ligt in benaderingen en doelen:
- Speculatieve filosofie van geschiedenis focust op onderzoeken van historische realiteit en
stelt vragen over hoe geschiedenis haar doel bereikt, welke stadia kunnen worden
onderscheiden langs dit pad en wat drijvende krachten achter proces zijn.
- Aan andere kant richt analytische kritische filosofie zich op conceptuele analyse van
'feiten', 'redeneringen' en 'verklaringen' > legt nadruk op onderzoeken van historisch denken
en stelt vragen over betrouwbaarheid van historisch denken en betekenis van
sleutelbegrippen zoals 'waarheid', 'feit' en 'objectiviteit'.
Kortom, speculatieve filosofie van geschiedenis richt zich op historische realiteit, terwijl
analytische kritische filosofie zich richt op historisch denken en conceptuele analyse.
Paul benadrukt ook evolutie van vakgebied en interdisciplinaire benaderingen die
tegenwoordig worden gebruikt > legt uit dat hedendaagse historische theorie niet alleen
focust op historisch denken, maar ook op hoe mensen zich verhouden tot verleden.
> Paul roept op tot breder begrip van historische theorie, waarbij traditionele
benaderingen worden uitgebreid en geïntegreerd met interdisciplinaire
perspectieven.
Hedendaagse historische theoretici zijn interdisciplinair geworden door progressief meer
interdisciplinaire benaderingen te omarmen > sinds jaren 1970 zijn historische theoretici niet
langer uitsluitend bezig met filosofische analyse, maar hebben werk verbreed door
bijvoorbeeld literaire analyse te koppelen aan filosofisch onderzoek en psychologisch inzicht
aan sociologische theorie.
> Hedendaagse kwesties van History and Theory bevatten niet alleen filosofische