M.Thatcher “there is no such thing as society” -> iedereen streeft zijn eigen nut na en dat
levert de best mogelijke wereld op
Als we allemaal individuen zijn, waarom doen we dan allemaal hetzelfde?
Sociologie doet systematisch onderzoek naar de menselijke samenleving, onderzoekt
menselijke patronen van denken voelen en handelen, bekijkt hoe we in het bijzondere het
algemene kunnen zien.
Voordelen:
Debunking (dingen die we gewoon vinden bevragen): niet alles wat we denken is altijd
waar
Begrip: beter begrip van omstandigheden waarin we zitten (en waarom)
Empowering: laat nadeel voor sommige groep zien wat mobiliserend kan werken
(minderheden, vrouwen, etc)
(H)erkenning
Sociologie wordt onderdeel van maatschappelijk debat
Meest simpele definitie van sociologie: Wetenschap van de maatschappij
Sociale problemen -> Criminaliteit, terrorisme, migratie, armoede, zelfverrijking,
echtscheiding, extreemrechts, etc
De 6 criteria van Schuyt:
1. Probleem treft veel mensen
2. ‘Private troubles’ (treft jezelf persoonlijk)
3. Cumulatie met andere problemen
4. Niet tijdelijk / persistent
5. Sociale oorzaken (mensen spelen een rol)
6. Geldende waarden in gedrang
Sociologie als wetenschap:
Persoonlijke problemen vs sociale problemen
Bewustwording van hoe de samenleving werkt
Manier van denken en manier van doen
Kritisch bekijken wat als vanzelfsprekend aangenomen wordt (vb trump)
Sociologie vs de "common sense” -> Zygmund Bauman:
1. Responsible speech: regels van verantwoorde communicatie
2. Size of the field: het overstijgen van de eigen sociale wereld
, 3. Making sense: Het verklaren en interpreteren van menselijk gedrag door te kijken naar
de verschillende figuraties en instituties waarin mensen zijn ingebed
4. Defamiliarize: het vermogen om bekende en vanzelfsprekende zaken ter discussie
stellen
WAT-vragen ->
Niet; hoe kunnen we criminaliteit oplossen? (normatief)
maar; wat is het geval/wie plegen misdrijven (feiten)
WAAROM-vragen->
Waarom zijn lager opgeleiden relatief vaker crimineel dan hoger opgeleiden?
3 soorten problemen: sociale of maatschappelijke problemen, sociologische problemen,
beleidsproblemen (probleem van de organisatie)
Sociologische problemen: wat is er aan de hand en waarom, objectief
Sociale problemen: waarderingskwesties (vervelend) en handelingskwesties (we moeten iets
doen)
Sociologie vs psychologie ->
Psychologie zoekt problemen in het individu / sociologie zoek problemen in de maatschappij
(buiten psyche)
Psychologie geeft individuele verklaring / sociologie geeft een sociale verklaring
Wetenschappelijke principes van sociologie
P->T->O (empirische cyclus)
P= probleem (waarom is het zo/wat is het geval)
T= theorie (misschien omdat)
O= onderzoek (klopt de verklaring)
Voorbeeld:
P1: waarom verdienen mannen meer dan vrouwen?
T1: mannen zijn hoger opgeleid, en hogere opleiding leidt tot hoger inkomen
O1: 40% salarisverschil kan door opleiding verklaard kunnen worden, T klopt dus deels maar
volstaat niet
P2: waarom verdienen vrouwen met dezelfde opleiding minder dan mannen? (waarom-vraag)
T2: omdat..
O2: klopt de verklaring T2?
PTO-PTO-cyclus (begint met een WAAROM-vraag)
, O2: T klopt deels, bij welvaart soms meer crime.
P3: waarom?
Etc, ect.
PO-PTO-cyclus (begint met een WAT-vraag)
Hoofdvragen van de sociologie:
1. Ongelijkheidsprobleem (in welke mate zijn schaarse hulpbronnen ongelijk verdeeld)
(Armoede, zelfverrijking, etc) Karl Marx
2. Cohesieprobleem (in welke mate leven de leden van een samenleving vreedzaam
samen) (individualisering, criminaliteit, etc) Emile Durkheim
3. Rationaliseringsprobleem (in welke mate is de samenleving gerationaliseerd)
(individualisering etc) Max Weber
Waarom zijn het hoofdvragen? Klassieke hoofdvragen scheppen orde in chaos, leren van
antwoorden op vergelijkbare vragen
Hoorcollege 2
Spelregels P:
- WAT of WAAROM vraag
- Vragen moet je op een gestructureerde manier stellen (bijvoorbeeld vragen waarin je
groepen vergelijkt)
- Vragen moeten ondubbelzinnig zijn/ specifiek (door jaartallen te gebruiken)
- Vragen moeten terecht/waar zijn (wat je stelt moet ook accuraat zijn)
- Juiste volgorde
Specifieke volgorde->
1. Je begint met een beschrijving van een fenomeen “WAT is het geval” (in hoeverre
verdienen m meer als v)
2. Trend of vergelijkingsvraag “wat is het geval in vergelijking met..” (In hoeverre is dit
veranderd/anders in België) -> beargumenteer waarom je deze vergelijking gebruikt
3. Verklaringsvraag “waarom is dit het geval” (waarom is dit zo)
4. Toetsingsvraag “is het daarom het geval” (verdienen mannen meer dan vrouwen
omdat ze hoger zijn opgeleid?)
5. Toepassingsvraag “leidt dit tot de uitkomst” (leidt dit beleid tot die uitkomst-> leidt de
vermindering van m-v verschil in onderwijs tot minder m-v verschil in salaris?)
Spelregels T:
Theorie is een voorlopig antwoord op een waarom vraag -> er is een relatie gevonden tussen 2
zaken en die is meerdere malen gevonden
Een theorie is altijd iets wat je altijd opnieuw kan bevragen, het is niet de werkelijkheid
2 componenten van een theorie:
1. Wetmatigheid(W): ‘eigenlijke theorie’ / algemene hypothese
2. Conditie(C): Aanname / assumptie
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ilsevangrieken. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.