Literatuur blok 2.6
Qualitative methods
Week 1
Creswell & Poth (2018) H1
Qualitative research: een onderzoeksproces van begrijpen dat gebaseerd is op een
specifieke methodologische methode en een sociaal of menselijk probleem onderzoekt. Een
set interpretatieve, materiële praktijken om de wereld zichtbaar te maken. De onderzoeker
maakt een complex, holistisch beeld: analyseren van woorden, gedetailleerde rapportages
van participanten, en het afnemen van het onderzoek en verzamelen van data in de
natuurlijke setting.
- Het wordt steeds lastiger een dergelijke gefixeerde definitie te geven, gezien de
steeds veranderlijke aard van kwalitatief onderzoek van sociale constructie, tot
interpretivisme, tot sociale gelijkheid.
5 approaches to inquiry: een aanpak van onderzoek met een aanzienlijke geschiedenis in
een van de disciplines van sociale wetenschappen, waaruit boeken, tijdschriften en
methodologieën zijn voortgekomen. Ook bekend als “strategies of inquiry” en “varieties”.
● Narrative research
○ Clandinin (2013), Engaging in narrative inquiry
○ Riessman (2008), Narrative methods for the human sciences
● Phenomenology
○ Moustakas (1994), P henomenological research methods
○ van Manen (2014), Phenomenology of practice: meaning-giving methods in
phenomenological research and writing.
● Grounded theory
○ Charmaz (2014), Constructing grounded theory
○ Corbin, & Strauss (2015), Basics of qualitative research: techniques and
procedures for developing grounded theory.
● Ethnography
○ Fetterman (2010), Ethnography: step-by-step
○ Wolcott (2008), Ethnography: a way of seeing
● Case studies
○ Stake (1995), The art of case study research
○ Yin (2014), Case study research: design and method
Kwalitatief onderzoek bestaat uit 3 sleutelelementen.
1. Looking for meaning: het ontdekken van de betekenis die mensen aan hun sociale
wereld toekennen en de betekenis van hun sociale gedrag begrijpen.
- Het proces van betekenisgeving biedt niet alles wat nodig is voor analyse, je
eigen belevingswereld zorgt ook voor bias.
2. Using flexible research methods enabling contact: het perspectief van de participant
is niet (volledig) bekend voor het onderzoek, dus is veldwerk belangrijk.
3. Providing qualitative findings: de onderzoeker neemt de lezer mee naar een andere
belevingswereld en moet dus een gedetailleerde beschrijving hiervan kunnen geven.
,Creswell & Poth (2018) H2
We nemen altijd filosofische aannames mee in ons onderzoek, bewust of onbewust. Deze
zijn diep geworteld in onze ideeën over welke problemen onderzocht moeten worden, welke
onderzoeksvragen gevraagd moeten worden, hoe we data verzamelen, etc. Deze worden
ons aangeleerd en het is lastig om je hier bewust van te worden. In kwalitatief onderzoek zijn
deze aannames prominent en vaak expliciet gemaakt door de onderzoeker.
- Philosophical assumptions: standpunten van de onderzoeker die richting geven aan
het onderzoek: blik op de werkelijkheid (ontologie), hoe de wetenschapper de realiteit
kan zien (epistemologie), de waarden die de onderzoeker neemt (axiologie), de
procedures in de studie (methodologie).
- Interpretive frameworks: geloven of frameworks die acties leiden van de onderzoeker
bij het uitvoeren van een onderzoek.
Om filosofische aannames achter kwalitatief onderzoek te kunnen begrijpen is het belangrijk
om te weten waar ze in het hele onderzoeksproces passen. Het bovenstaande overzicht van
Denzin en Lincoln helpt met het passen van filosofie en interpretative frameworks in het
onderzoeksproces.
1
, - Phase 1: onderzoekers bedenken wat zij zelf meenemen in het onderzoek, zoals
persoonlijke geschiedenis en politieke voorkeuren.
- Phase 2: filosofische aannames van onderzoeker kenbaar maken. (Filosofische en
paradigms / theoretical interpretative frameworks uit dit hoofdstuk)
- Paradigms
- Theorieën of theoretical orientations
- Phase 3: research strategies, opgesomd als onderdeel van het onderzoek.
- Phase 4: dataverzameling en analyse
- Phase 5: interpretatie en evaluatie van data.
Er zijn dus verschillende levels van abstractie door individuele verschillen van de
onderzoeker en de filosofie en theorie die hierachter zit.
Filosofische aannames
Waarom filosofie belangrijk is
- Beïnvloedt en geeft directie aan doelen en uitkomsten van onderzoek.
- Geeft de strekking van hoe wij opgeleid worden om onderzoek uit te voeren, en dus
ook de uiteindelijke onderzoekservaring.
- Geeft de basis van evaluatieve criteria voor onderzoeksgerelateerde besluiten.
4 Filosofische aannames
● Ontological: de natuur van realiteit en de karakteristieken daarvan. Met kwalitatief
onderzoek omarmen onderzoekers meerdere realiteiten.
● Epistemological: onderzoekers proberen zo dicht mogelijk bij de participanten die
onderzocht worden te komen, dus wordt subjectief bewijs verzameld gebaseerd op
individuele points of view. Onderzoek moet dus in het veld gebeuren.
● Axiological: alle onderzoekers nemen eigen waarden mee in het onderzoek,
kwalitatieve onderzoekers moeten deze kenbaar maken.
● Methodology: de procedures van kwalitatief onderzoek. Gekarakteriseerd als
inductief, opkomend, en gevormd door de ervaring van de onderzoeker in het
verzamelen en analyseren van data.
Assumption Questions Karakteristieken Implications for
practice
(examples)
Ontological Wat is de natuur van Meerdere kijken op Onderzoeker
realiteit? realiteit. rapporteert
verschillende
perspectieven als
thema’s
ontwikkelen.
Epistemological Wat is kennis? Hoe Subjectief bewijs Onderzoeker
wordt kennis van participanten; gebruikt quotes van
gerechtvaardigd? onderzoeker participanten en
probeert afstand wordt een ‘insider’.
tussen zichzelf en
wat onderzocht
wordt te verkleinen.
2
, Axiological Wat is de rol van Onderzoeker erkent Onderzoeker
waarden? dat het onderzoek bespreekt waarden
beladen is met openlijk en geeft
waarden en bias, eigen interpretatie
door eigen rol. samen met die van
participanten.
Methodological Wat is het proces en Inductieve logica Onderzoeker werkt
de taal van met details en
onderzoek? beschrijft in detail de
context van het
onderzoek.
Deze assumpties kunnen heel expliciet, of meer impliciet beschreven worden in onderzoek.
Interpretive frameworks
(De onderstreepte frameworks zijn benoemd in het college)
Postpositivism
- Wetenschappelijke aanpak van onderzoek, met sociaal-wetenschappelijke
theoretische lens.
- Oorzaak en gevolg is een kans (probability), die wel of niet het geval kan zijn.
- Elementen van reductionisme, logica, empirisch, oorzaak-gevolg georiënteerd,
deterministisch en a priori.
- Onderzoek is een reeks logisch gerelateerde stappen.
- Verschillende perspectieven ipv 1 realiteit.
- Rigoureuze methoden van dataverzameling en analyse.
- Bijv in grounded theory
Social constructivism
- Vaak ook interpretivism genoemd.
- Individuen zoeken begrip van de wereld waarin zij leven en werken, en ontwikkelen
subjectieve betekenis van hun ervaringen, gericht op objecten of dingen.
- Betekenissen zijn gevarieerd, dus onderzoekers zoeken naar complexiteit ipv smalle
wereldbeelden.
- Onderzoeksvragen zijn breed, zodat participanten de betekenis van een situatie
kunnen vormen.
- Proces van interactie.
- Bijv in phenomenological studies
Transformative frameworks
- Kennis is niet neutraal, maar reflecteert de machten en sociale relaties in een
maatschappij.
- Het doel van kennisconstructie is dus mensen helpen om de maatschappij te
verbeteren. Bijv. gemarginaliseerde groepen zoals LGBTI
- Kwalitatief onderzoek moet een actie agenda bevatten, wat het leven van
participanten kan verbeteren.
- Kemmis en Wilkinson features transformative framework:
- Onderzoekers willen met participanten een agenda voor verandering
opzetten.
3