Dit is een samenvatting van het boek en de colleges van het vak Methodenleer (Tilburg University). Ik haalde een 8,0. In het algemeen raad ik je aan om de boeken te lezen, maar als je beslist dat toch niet te doen: lees mijn samenvattingen. Ik verkoop ook een bundel met bijna alle vakken van het ee...
Producenten en consumenten van onderzoek: onderzoekers versus toegepast psychologen. Vaak ook
dubbelrol. In beide gevallen empirisme nodig: het beantwoorden van psychologische vraagstukken
met directe, formele observaties en het communiceren van het geleerde met anderen.
Wetenschappelijke aanpak:
- Empirisme: zintuiglijk bewijs of bewijs van meetinstrumenten als de basis voor conclusies.
- Testen van theorieën, theorie-data cyclus:
o Theorie: set statements over algemene principes van de relatie tussen variabelen.
Perkt het aantal onderzoeksvragen in. Een theorie kan leiden tot meerdere
hypotheses. Eén onderzoek kan een theorie niet bevestigen. Goede theorieën:
worden gesteund door data
zijn falsificeerbaar. Er moeten hypotheses zijn te bedenken die de theorie
niet steunen (theorie die niet weerlegd kan worden is niet
wetenschappelijk). Als de zin: ‘Als theorie x niet waar zou zijn, dan...’ niet kan
worden afgemaakt dan is de theorie onweerlegbaar.
hebben parsimony/ zijn eenvoudig. Als twee theorieën de data kunnen
verklaren, dan wordt vaak gekozen voor de eenvoudigste.
o Hypothese: een voorspelling van de uitkomsten als de theorie accuraat is.
o Data: een set observaties die wel/niet consistent zijn met je voorspelling en je
theorie daarmee ondersteunen of ter discussie stellen.
Data is consistent/inconsistent met een theorie of compliceert deze, maar
bewijst een theorie niet.
Er kan slechts gewicht van bewijs voor of tegen een theorie worden
vastgesteld.
o Niet steunende data leidt tot aangepaste theorieën of verbeterd research design.
- Testen van basale en toegepaste problemen.
o Toegepast onderzoek richt zich op praktische problemen.
o Basaal onderzoek richt zich op meer algemene kwesties met als doel kennis te
vergroten.
o Vertalend onderzoek gebruikt lessen van basaal onderzoek en ontwikkelt/test
daarmee toepassingen voor gezondheidszorg, psychotherapie, etc.
- Doorvragen: de uitkomsten van veel studies leiden tot vervolgvragen.
- Brede publicatie: uitkomsten worden gedeeld in wetenschappelijke journals. Deze zijn peer-
reviewed. Peer-reviewers kunnen anoniem commentaar geven op hoe; interessant,
vernieuwend, goed opgezet en duidelijk omschreven het onderzoek is.
o Journals kunnen aanleiding zijn voor breder gelezen nieuwsberichten.
o Echter kunnen nieuwsberichten ook gebaseerd zijn op ‘niet peer-reviewed’ pseudo-
wetenschappelijk materiaal of simpelweg gebaseerd zijn op verkeerde interpretatie
van resultaten/ het weglaten van relevante details/ overdrijven van uitkomsten.
,Deel 1, H2: informatiebronnen
Onderzoek vs ervaringsgegevens:
- Ervaring heeft geen controlegroep.
- Ervaring is confounded. In alledaagse situaties is er veel tegelijk gaande en kunnen er
alternatieve verklaringen zijn (de oorzaak is onduidelijk).
Uitkomsten van onderzoek zijn probabilistisch: ze gelden niet voor iedereen, maar een goed idee van
de meest waarschijnlijke uitkomst.
Onderzoek vs intuïtie (biases):
- Te snel conclusies trekken omdat iets goed klinkt of natuurlijk aanvoelt.
- Availability heuristic: overtuigt raken door wat snel, makkelijk beschikbaar is.
- Present/present bias: niet meenemen wat we niet zien, bijv. vergeten relevante
groepen/condities te observeren.
- Confirmation bias: focus op informatie/bewijs dat we het liefste zien.
- Bias blind spot: we zijn geneigd te denken dat we zelf niet gebiased zijn.
Wetenschappelijke bronnen:
- Empirisch journal artikel: nieuwe resultaten van een wetenschappelijk onderzoek.
- Review journal artikel: samenvatting van alle gepubliceerde onderzoeken in een bepaalde
richting. Meta analyse: wanneer een review artikel de resultaten van eerdere onderzoeken
samenvoegt en een samenvattende effectsterkte van een samenhang bepaalt. Geeft de
proportionaliteit van elke studie en voorkomt cherrypicking.
- Hoofdstuk in een edited book: verzameling van hoofdstukken over een gemeenschappelijk
onderwerp, elk hoofdstuk geschreven door een andere auteur.
- Wetenschappelijk boek: komt niet veel (meer) voor in de psychologie.
- Niet wetenschappelijk boek: kan toch een redelijke bron zijn, vooral wanneer geschreven
door een wetenschapper. De referentielijst geeft een goede indruk of het boek is gebaseerd
op wetenschappelijke gegevens.
Variabelen: hebben tenminste twee levels.
- Gemeten variabele: waarvan de levels worden gemeten en vastgelegd.
- Gemanipuleerde variabele: levels gestuurd/gecontroleerd door onderzoeker.
Constante: iets dat zou kunnen variëren, maar in de studie gelijkblijvend is.
Conceptuele variabele/construct: abstracte concepten zoals schoolprestaties.
Conceptuele definitie: de theoretische verklaring/uitleg van het construct.
Operationele definitie/operationalisatie: concept vertaald in meetbare variabelen.
Drie claims:
1. Frequentieclaims
o Focussen slecht op 1 variabele en zijn altijd gemeten, nooit gemanipuleerd:
Twee van de vijf Amerikanen maken zich dagelijks zorgen.
72% Van de wereld lachte gisteren.
2. Associatieclaims
o Geven een samenhang tussen de levels van twee variabelen. Correlatie.
o Positieve, negatieve (of geen) samenhang.
Mensen met een hoger inkomen besteden minder tijd aan socializen.
Mensen die het meest multitasken zijn er het slechtst in.
3. Causale claims
o Geven positieve of negatieve oorzaak en gevolg-relatie tussen twee variabelen aan.
Muzieklessen vergroten IQ.
Familiediners perken eetstoornissen van tieners in.
Woorden als ‘mogelijk, soms, potentieel’ doen daar geen afbreuk aan.
Advies is ook een causale claim: als je X doet, gebeurt Y.
o Drie criteria:
covariantie (de mate waarin twee variabelen samengaan),
temporal precedence (het een komt aantoonbaar na het ander),
interne validiteit (vermogen om alternatieve verklaringen te weerleggen).
o Alleen aan te tonen middels experiment/manipulatie.
Gemeten variabele: afhankelijke variabele.
Gemanipuleerde variabele: onafhankelijke variabele.
Vier validiteiten:
1. Constructvaliditeit: de mate waarin de operationele variabelen een goede benadering zijn
van de conceptuele variabelen.
2. Externe validiteit: de mate waarin de resultaten generaliseerd kunnen worden.
3. Statistische validiteit: de mate waarin de mate waarin de data de conclusies steunt, hoe sterk
zijn de verbanden of wat is de significantie.
4. Interne validiteit: is er een alternatieve verklaring? Veroorzaakt A echt B (of toch eerder C?).
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper FrJr. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.