Samenvatting voor het katern welvaart en groei. Deze samenvatting is gemaakt voor de methode pincode economie. Uiteraard heb ik de samenvatting wel zelf geschreven. In de samenvatting staan zowel begrippen als theorie als formules. Het is ook gelijk een samenvatting voor het examenkatern welvaart e...
1. Productie, toegevoegde waarde, productiefactoren en
primaire inkomens
Productie = toegevoegde waarde
Om duidelijk te maken dat productie het toevoegen van waarde is nemen we als
voorbeeld een bedrijf. Om te kunnen produceren heeft het bedrijf in een jaar voor
een bedrag van 1,6 miljoen ingekocht aan materialen (onderdelen, enz.), energie
en nog andere zaken (schoonmaak, enz.). Het bedrijf maakt producten en de
verkoop daarvan levert in dat jaar een omzet van 10 miljoen euro op. Het bedrijf
heeft door te produceren dus 10 - 1,6 = 8,4 miljoen euro aan waarde toegevoegd
aan de ingekochte goederen en diensten.
Omzet bedrijf: 10,0 mln.
Ingekochte goederen en diensten: 1,6 mln. - Toegevoegde
waarde (productiewaarde): 8,4 mln.
Conclusie:
De totale toegevoegde waarde van het bedrijf is gelijk aan omzet - inkoop. Deze
totale toegevoegde waarde (productiewaarde) noemen we de bruto toegevoegde
waarde.
Bruto toegevoegde waarde = omzet - inkoop
Productiefactoren en primaire inkomens
Voor de productie zijn productiefactoren nodig: bedrijfsgebouw dat goed ingericht
is met wat nodig is voor de productie (kapitaal), werknemers die voor productie
zorgen (arbeid), grond en grondstoffen (natuur) en de ondernemer die leiding
geeft aan de productie (ondernemerschap).
Deze productiefactoren zorgen samen voor de toegevoegde waarde (productie)
van het bedrijf.
Zij doen dat vanzelfsprekend niet gratis. Zij krijgen daarvoor een inkomen.
Leerlingen die bijvoorbeeld werken in een supermarkt weten dat. Zij gaan geen
vakken vullen of achter de kassa zitten voor niets. Ze krijgen loon voor de arbeid
die ze verrichten (beloning voor arbeid = loon).
Ook de ondernemer doet het niet voor niets. De ondernemer krijgt de winst
(beloning voor ondernemerschap = winst).
De ondernemer moet een bedrijfsgebouw huren of kopen en dit gebouw goed
inrichten met wat maar nodig is voor de productie (kassa's, vakken, magazijn,
computers, enz.). Dit zijn kapitaalgoederen. Vaak moet de ondernemer hiervoor
geld lenen en betalen ze daarover rente aan de banken (beloning voor kapitaal
= rente en huur).
85
, Als de ondernemer grond(stoffen) gebruikt moet hij daarvoor pacht (=huur van de
grond) betalen aan de eigenaar van de grond (beloning voor natuur = pacht).
Productiefactor Wie of wat Beloning productiefactoren
= primair inkomens
- machines en ander inventaris
Kapitaal(goederen) - bedrijfsgebouwen rente en huur
- voorraden
- werknemers in loondienst
Arbeid - eventuele uitzendwerkers (flexwerkers) loon
- grond
Natuur - grondstoffen: delfstoffen, water pacht
- ligging en klimaat
de ondernemer die de drie bovengenoemde
Ondernemerschap productiefactoren organiseert en leiding geeft. winst
de ondernemer heeft het bedrijfsrisico
primaire inkomens = inkomens van de productiefactoren
= rente + huur + loon + pacht + winst
K A N O
Bruto, Netto Toegevoegde Waarde en Afschrijvingen
De productiefactoren kapitaal, arbeid, natuur en ondernemerschap zorgen samen
voor de totale toegevoegde waarde in een bedrijf en zij krijgen daarvoor als
beloning een primair inkomen. Betekent dit dat de productiefactoren de volledige
bruto toegevoegde waarde uitgekeerd krijgen als inkomen?
Het antwoord is nee.
Kapitaalgoederen zoals machines, computers, bedrijfsauto's, enz. gaan niet
eeuwig mee. Ze moeten om de zoveel jaar vervangen worden. Bedrijven moeten
jaarlijks geld reserveren om deze vervangingen te kunnen betalen. Dit noemen
we afschrijvingen.
Afschrijvingen
het jaarlijks reserveren van geld voor de vervanging van kapitaalgoederen
Een deel van het geld van de bruto toegevoegde waarde wordt dus jaarlijks
gereserveerd voor afschrijvingen. Het geld dat dan over is noemen we de netto
toegevoegde waarde. Dus geldt.
, Deze netto toegevoegde waarde wordt uitbetaald als primair inkomen aan de
productiefactoren. Dus is de netto toegevoegde waarde ook gelijk de optelsom
van de primaire inkomens in een land:
Netto toegevoegde waarde = optelsom van de primaire inkomens v. d. productiefactoren
= rente + huur + loon + pacht + winst
Dus netto geldt dat de toegevoegde waarde (productiewaarde) gelijk is aan de
optelsom van de primaire inkomens. Door productie ontstaat inkomen. Kort
gezegd:
productie = primaire inkomens
Hieronder zie je in de resultatenrekening van een bedrijf de omzet, de inkoop, de
bruto toegevoegde waarde, de afschrijvingen en de netto toegevoegde waarde
van het bedrijf weergegeven.
Uitgaven bedragen x €1000 Inkomsten
Ingekochte materialen 1.000 Verkoopopbrengst 10.000
Inkoop goederen en Energiekosten 480 (omzet) diensten bij andere Kosten
schoonmaakbedrijf 100 bedrijven Kosten accountantsbureau 20
Toegevoegde waarde in de Particuliere Sector en Collectieve Sector
In hoofdstuk 1 hebben we gezien dat door productie toegevoegde waarde en
inkomen ontstaat in bedrijven. Al deze bedrijven samen noemen we de
particuliere sector of marktsector in de economie.
Particuliere sector: alle ondernemingen (bedrijven) en de gezinnen in een land;
( marktsector) deze ondernemingen streven naar winst door investeren en produceren.
De toegevoegde waarde in bedrijven is te berekenen door: omzet - inkoop. Als
we alle toegevoegde waarde van alle bedrijen in een land optellen krijgen we de
totale toegevoegde waarde (productiewaarde) van de bedrijven in de particuliere
sector.
1.Totale toegevoegde waarde bedrijven = totale omzet bedrijven - totale inkoop van bedrijven
In elk land is er ook een collectieve sector die bestaat uit:
- de overheid
- de door de overheid gesubsidieerde instellingen (scholen, zorginstellingen,
ziekenhuizen, enz.)
- de sociale verzekeringen (voor uitkeringen als AOW)
In de collectieve sector wordt niet gestreefd naar winst, maar naar kostendekking.
Collectieve sector: overheid + gesubsidieerde instellingen + sociale verzekeringen;
de collectieve sector wordt betaald uit belastingen en sociale premies
er wordt gestreefd naar kostendekking
88
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper mijnsamenvattingen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.