Samenvatting Economie, LWEO Economische Modellen, paragraaf 1-5. Uitleg van begrippen en concepten, ondersteund met afbeeldingen en tabellen. Oa over conjunctuur, het Keynesiaans model tegenover de klassieke theorie, de multiplier en het inverdieneffect.
Economie - Samenvatting
Economische Modellen
Hoofdstuk 1:
1.1 Conjunctuurschommelingen
Conjuncturele werkloosheid: werkloosheid door schommelingen in de economie,
bijvoorbeeld minder vraag.
Effectieve Vraag: totaal aantal bestedingen, gezinnen, bedrijven, overheid en buitenland.
Onderbesteding: Als de EV kleiner is dan de productiecapaciteit = conjuncturele
werkloosheid.
Productiecapaciteit: maximale productie in een jaar met beschikbare
kapitaalgoederenvoorraad.
Overbesteding: Als EV groter is dan de productiecapaciteit → prijzen omhoog =
inflatie. → Bedrijven willen vermijden dus productiecapaciteit uitbreiden =
stijging lonen.
Bestedingsevenwicht: EV = productiecapaciteit
Bezettingsgraad: Welk deel van de productiecapaciteit wordt gebruikt voor de productie
Bezettingsgraad = (productie / productiecapaciteit) * 100%
Vaak niet alle productiecapaciteit gebruiken → reservecapaciteit voor ziekte of
inspringen bij stijgende vraag ipv grote investeringen.
Conjunctuur: Schommelingen in de bestedingen ten opzichte van de productiecapaciteit.
Trendmatige groei: gemiddelde groei (ontwikkeling) van de productiecapaciteit over een
langere periode.
Effectieve vraag = nationaal product = nationaal inkomen
Opgaande conjunctuur / economisch herstel: toename bestedingen →
overbesteding
Recessie: daling nationaal product, krimp
Neerwaartse conjunctuur: afname bestedingen → onderbesteding. Lang =
depressie
1.3 De vraagzijde
Economische sectoren:
- Gezinnen: voor behoeftebevrediging, niet produceren = nationale particuliere
consumptie. (Cp)
- Bedrijven: voor productie, productiemiddelen = kapitaalgoederen kopen =
investeren. (Ip)
, - Overheid (O): overheidsinvesteringen (Ig) voor vaste kapitaalgoederen bijv. weg en
overheidsconsumpties (Cg), ten behoeve voor de overheid zelf.
- Buitenland: Export (E) → buitenland oefent ook invloed uit op onze EV.
Import (M) van EV af.
1.4 De aanbodzijde
Crisis: Verandering in omvang, kwaliteit, kosten van productiefactoren →
economische werkloosheid = structurele werkloosheid
Structurele ontwikkeling: Verandering productiecapaciteit door verandering kwantiteit en
kwaliteit productiefactoren arbeid, natuur, ondernemerschap en kapitaal.
Knelpuntfactor: De productiefactor waar het minst van beschikbaar is.
→ vooral op lange termijn, kwalitatieve verandering = onderzoek enzo. Lange
golven bruh.
1.5 Conjuncturele en structurele werkloosheid
Laagconjunctuur: werkloosheid door lage EV t.o.v productiecapaciteit. Kan korte termijn.
Structurele werkloosheid: door verandering in kwantiteit of kwaliteit, aanbodzijde, lange
termijn.
Hoofdstuk 2:
2.2 want 2.1 is bullshit Klassieken: loon = kosten
Adam Smith schreef een boek. Theorie: werkloosheid bestrijden door loonkosten te
verlagen. Het marktmechanisme zorgt voor evenwicht (invisible hand).
Arbeidsmarkt: vraag kleiner dan aanbod → lonen dalen → werknemer eerder
rendabel → lagere loonkosten = lagere prijzen = stijging afzet.
Krappe arbeidsmarkt: vraag groter dan aanbod, lonen stijgen, vraag neemt af.
2.3 Keynesianen: loon = koopkracht
Bij de economische crisis ging de overheid ervan uit dat het werd opgelost door het
marktmechanisme, maar het effect werd alleen maar versterkt → Keynes theorie:
Overheid moet zorgen voor grotere EV:
Loondaling → minder koopkracht = daling EV → daling productie → daling
inkomens → daling loon etc.
Ook meer uitkeringen bij werkloosheid → premie hoger → kleinere groep
werkenden → ook minder koopkracht.
2 manieren voor de overheid om de bestedingen te beïnvloeden:
- Bestedingen van de overheid zelf veranderen
- Bestedingen van particulieren veranderen door belastingen en sociale premies te
veranderen.
Nadruk op vraagkant → Nationaal inkomen bepaald door EV, productiecapaciteit
constant.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper LouiseB. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.