Europees recht
Week 1
- Europees recht is bijzonder recht.
- Vrijheden van personen (verdrag van Schengen), goederen, diensten en kapitaal.
Internationaal recht is er voor de handel en de liefde: denk aan trouwen en scheiden.
De EU is een internationale organisatie die is opgericht volgens de regels van het internationale
recht.
Internationale organisaties:
- Lichaam is opgericht bij verdrag voorzien van organen.
- Taak: duurzame behartiging gemeenschappelijke belangen van lidstaten.
- Soorten organisaties (naar taak):
- Politieke: als de neuzen niet dezelfde kant opstaan, is het lastig om wetgeving vast te
leggen. Daarom zijn er politieke bijeenkomsten tussen landen. Bijvoorbeeld klimaat.
- Militaire: NAVO.
- Economische: EGKS in 1951. De bronnen voor het maken van wapens. EEG in 1957.
EURATOM: ook in 1957, voor de atoomenergie.
- Sociale: Grondrechten en EVRM.
- Rechtsprekende: Hof van Justitie en het Internationale Gerechtshof van de VN in Den
Haag. Door Hugo de Groot (want 1e handboek geschreven over internationaal recht) en
meneer Asser, nobelprijs winnaar is Den Haag gekozen.
Internationaal recht bestaat uit:
Intergouvernementeel: (dit is de hoofdregel)
Organisatie staat alleen de samenwerking tussen regeringen ten dienste. Staten kunnen niet
tegen hun zin gebonden worden. = vetorecht.
Binnen die landen is de hoogste wetgever, de hoogste. Er zit niks boven, dus gewoon de
nationale instituten zijn de hoogste. Dat heeft er dus ook mee te maken dat je niet tegen je zin in
gebonden kunt worden.
Landen behouden de volledige soevereiniteit.
Hoe worden besluiten genomen? door unanimiteit. Iedereen moet voor stemmen.
Supranationaal: (dit is de uitzondering op de hoofdregel)
Staten dragen (een deel van) hun bevoegdheden over, m.b.t wetgeving, bestuur en rechtspraak.
Er zijn ‘hapjes’ uit de soevereiniteit genomen, want die bevoegdheden zijn overgedragen naar
iets wat boven de landen staat (naar EG instellingen). De nationale instanties zijn niet meer de
hoogste in rang.
Je hebt geen vetorecht, dus dan stem je aan de hand van de meerderheid van de stemmen. -> zo
worden besluiten genomen.
Je kan wel tegen je wil in gebonden worden.
Verschillen:
EHRM Internationaal Gerechtshof
Orgaan van: Raad van Europa VN
Juridische basis: EVRM Handvest van de VN
Zetel: Straatsburg Den Haag
Geschillen: Burger&overheid Landen
Doorwerking internationaal recht:
- Monisme: het verdrag geldt automatisch
, - Dualisme: als er een verdrag is, moet je het verdrag omzetten in nationaal recht. Hoger
en lager ken je niet in een dualistisch stelsel, nieuw gaat hier voor oud. Je zou dus een
streep door Europees recht kunnen zetten.
- Art. 93+94 Gw
Hier in Nederland het gematigd monisme, het is gematigd omdat rechters het buitenlands recht
niet mogen toepassen. De rechter kan dus niet zeggen dat hij een streep door de regeling heen
zet.
Juridische integratie:
* Twee manieren gelijktrekken rechtsstelsels van lidstaten:
- Negatieve integratie: het mag niet
- Positieve integratie: wetgeving maken om iets aan te passen
* Systeem van rechtsbescherming (EEG-Verdrag):
- Onafhankelijk systeem van rechtsbescherming
- Bindende uitspraken over uitleg Unierecht
* Extensieve interpretatie
Politieke integratie:
- Doel na de wereldoorlog: verenigd Europa
- Beperkte rol Europees Parlement in het begin:
Toen nog geen invloed op besluitvormingsproces en niet democratisch gelegitimeerd.
- Vanaf 1979 rechtstreekse verkiezingen in lidstaten en meer bevoegdheden van het Europees
Parlement: amendement en medebeslissingsprocedure.
De wetgevende macht is Europees Parlement en Raad van Ministers samen.
Primair recht van de EU: VEU, VWEU, Handvest en protocollen
Secundair recht van de EU: steunt op het primaire recht: verordeningen en richtlijnen.
Bilateraal verdrag: tussen twee landen. Met meerdere landen heet multilateraal.
Jurisprudentie:
Van Gend en Loos: belangrijk voor de rechtstreekse werking.
Costa/Enel: Jet hebt het nationaal dualistisch systeem tegen Europees recht. Rechtstreekse
werking en voorrang. Het Europese recht heeft voorrang op nationaal recht.
Een NGO kan geen supranationale organisatie zijn, omdat er geen overheden bij zijn betrokken
dus er kunnen ook geen bevoegdheden worden overgeheveld.
De beginselen staan in art. 4+5 Verdrag betreffende EU.
Bevoegdheidstoedeling = attributie
Subsidiariteitsbeginsel: de Europese wetgever mag een onderwerp alleen aanpakken als de
lidstaten het niet zelf kunnen oplossen.
Evenredigheidsbeginsel: het minst ingrijpende. Is de maatregel die we nemen passend voor
het probleem, ga je daar niet te ver in?
(bij exclusieve bevoegdheden mogen ze wel alles doen, bijvoorbeeld douane)
Zie art. 13, lid 1 Verdrag EU voor de instellingen.
WEEK 2
Europese trias politica
,Wetgevende macht Uitvoerende macht Rechtsprekende macht
De Raad van ministers art. 16 Commissie art. 17 EUV Hof van Justitie art. 19 EUV
EUV
Europees Parlement art. 14
EUV
Art. 288 VWEU (Verdrag werking van de EU): rechtshandelingen van de Unie.
- Verordeningen en richtlijnen zijn wetgeving.
Bij de verordeningen zit er niks tussen, burgers kunnen er een beroep op doen. De verordening
heeft een algemene strekking, is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks
toepasselijk.
De richtlijnen leveren de meeste conflicten op, omdat het nog geïmplementeerd worden. Een
richtlijn is verbindend ten aanzien van het te bereiken resultaat. De richtlijn is dus verbindend,
dan zitten de lidstaten er tussen en die moeten dat in wetgeving omzetten, oftewel
implementeren. Daarna kunnen burgers er een beroep op doen.
Als burger kan je de Commissie voor je karretje spannen, want ze moeten ook controleren wat
er ooit met het recht is gebeurd. Er is over gestemd, verordeningen en/of richtlijnen zijn tot
stand gekomen, maar krijgen de burgers wel wat er toen is bedacht? Art. 258 VWEU –
procedure. De Commissie gaat eerst de lidstaten ‘stalken’, ze schrijven brieven, aanmaningen en
/ of met redenen omkleed advies, eerst krijgt de staat de kans om zijn opmerking te maken. Als
de lidstaten dit advies niet opvolgen, kan de Commissie de zaak aanhangig maken bij het Hof van
Justitie.
De NGO wil wel wetgeving krijgen in de EU, bij wie moeten ze dan aankloppen? Bij de
commissie, want in art. 17, lid 1 Verdrag EU staat dat de commissie het algemeen belang vordert
en dat ze daartoe passende initiatieven. Die passende initiatieven is het maken van de
wetgeving. De commissie heeft het recht van initiatief, dus bij deze instelling aankloppen.
Bij de NGO zou je gaan voor een verordening.
Prejudiciële vraag: deze werd geopperd in de arresten Costa/Enel en Van Gend en Loos. Voor
het Europees recht ga je gewoon naar de nationale rechter, deze is de hoofd rechter. Als de
nationale rechter niet weet wat hij moet doen, omdat iedereen de verdragen, verordeningen
en/of richtlijnen anders interpreteert, dan kan de nationale rechter een prejudiciële vraag
stellen aan het Hof van Justitie. Art. 267 VWEU. Hoofdregel: je hebt een probleem en gaat
gewoon naar de nationale rechter.
Als je de hoogste rechter bent en er wordt een Europees rechterlijke vraag opgeworpen die nog
niet eerder is uitgelegd, dan moet je een prejudiciële vraag stellen.
Hoe word je Europees commissaris? Je wordt voorgedragen door een land. Het Europees
Parlement mag de voorzitter kiezen.
Instellingen: (Geen ECB & rekenkamer)
Welke? Europese Raad Europees Commissie Hof van Justitie
Raad Parlement
Toepasselijk Art. 15 EUV Art. 16 EUV Art. 14 EUV Art. 17 EUV. Art. 19 EUV
e regels
Hoeveel Regeringsleid Een 750 mensen. Lid 5. Eén rechter
mensen? ers en vertegenwoordi lid 2. per lidstaat:
staatshoofden ger van iedere dus 28. Lid 2.
van de 28 lidstaat op
lidstaten. ministerieel
niveau: dus 28.
, Hoe kom je Bij ?? Door middel Je wordt Gekozen uit
erin? meerderheid van een gekozen op personen die
van stemmen. rechtstreekse grond van alle
Lid 5 , vrije en algemene waarborgen
geheime bekwaamh voor
algemene eid en onafhankelijkh
verkiezing Europese eid bieden en
wordt je inzet. Lid 3 voldoen aan de
gekozen. Lid voorwaarden.
5 Lid 2.
Zittingsduur 2,5 jaar. Lid 5 5 jaar. Lid 5 5 jaar. Lid 3 Zes jaar. Lid 2
Belangrijke Geeft de Wetgevingstaak Wetgevingsta Bevordert Het verzekert
bevoegdhed impulsen voor en ak en het de
en de begrotingstaak. begrotingsta algemeen eerbiediging
ontwikkeling Lid 1 ak. belang en van het recht
van de Unie neemt bij de
en bepaalt de daartoe uitlegging en
algemene passende toepassing van
politieke initiatieven. de Verdragen.
beleidslijnen Lid 1 Lid 1
prioriteiten.
Lid 1
Welke ? Belang van het Belang van Het Eerbiediging
belangen maken van de het maken algemeen van het recht?
worden er wetten? van de belang. Lid
behartigd? wetten? 1.
(nationaal
vs. EU vs.
Iets anders)
WEEK 3
Beginselen EU:
- Loyaliteitsbeginsel: in de VEU. Art. 4 lid 3 VEU en vanaf art. 9 van de VEU.
- Attributiebeginsel: art. 5 lid 1 VEU.
Waarom van belang? Als een overheid zich niks van dit beginsel aantrekt, dan trekt hij
allerlei bevoegdheden naar zich toe. Het is van belang om de macht van die instellingen
in te perken.
Exclusieve bevoegdheid of gedeelde bevoegdheid? Art. 2 lid 1 en lid 2 VWEU. Art. 3 VWEU:
exclusieve bevoegdheden, bijv. De douane. Art. 4 VWEU: de gedeelde bevoegdheden.
Wie controleert dit? De Commissie, art. 258 VWEU. Als een lidstaat het Europees recht
overtreedt, gaat de commissie hier achteraan. Als er sprake is van nationaal recht die in
strijd is met Europees recht, dan kan je een klacht indienen.
- Subsidiariteitsbeginsel: art. 5 lid 3 VEU. De unie treedt alleen op als de lidstaten het niet
kunnen oplossen. De primaire vordering ligt dus bij de lidstaten, de EU heeft de
subsidiaire vordering.
Welke procedure kan worden opgestart en door wie? De commissie moet zijn voorstellen
naar alle kamers van alle lidstaten sturen. Dit is zodat de lidstaten aan de bel kunnen
trekken als de commissie zijn boekje te buiten is gegaan: als het beter op nationaal
niveau kan worden geregeld. Dit heet de ‘gele kaart procedure’.
- Evenredigheidsbeginsel: art. 5 lid 4 VEU. De unie mag niet te ver gaan in de
bevoegdheden. Het moet wel evenredig en passend zijn bij de doelstelling die men wil
bereiken.
Welke instelling zou je dan het meest in de gaten moeten houden? De Commissie, want de