Inhoudsopgave leerstof tentamen aardrijkskunde
Verslag leerjaar 1....................................................................................................................................2
Beelddidactiek....................................................................................................................................2
Kaartvaardigheden.............................................................................................................................2
Aantekeningen leerjaar 1.......................................................................................................................3
Les 1 – lesopbouw / geografisch besef (H1).......................................................................................3
Les 2 – kijkvragen / geografische foto’s (H12)....................................................................................3
Les 3 – geografische vierslag (H1).......................................................................................................6
Les 4 – topografie – kaartvaardigheden (H1 – H12 – H13).................................................................7
Les 7 – arm en rijk (factoren onderontwikkeling / centrum-periferie) (H8 H9)..................................9
Les 8 – weer en klimaat (H2)............................................................................................................11
Les 9 – verwering / gesteente(kringloop) (H5).................................................................................12
Les 10 – grenzen, identiteit en conflicten (H7).................................................................................14
Aantekeningen leerjaar 2.....................................................................................................................15
Les 1 – pre- en misconcepten...........................................................................................................15
Les 2 – ruimtelijk vraagstuk..............................................................................................................15
Les 3 – soorten begrippen................................................................................................................15
Les 4 – soorten toetsen....................................................................................................................16
Oefentoets............................................................................................................................................17
Artikelen...............................................................................................................................................22
Aardrijkskundemethode – type onderwijs........................................................................................22
Taxonomie van Bloom......................................................................................................................24
1
,Verslag leerjaar 1
Beelddidactiek
Ik heb de afbeelding gebruikt ter ondersteuning in het gesprek, maar ik had ook met de
kinderen in gesprek kunnen gaan zonder de foto te laten zien. Ik heb toch de afbeelding als
beeldvormer gebruikt. Het combineren van woorden en beelden zorgt ervoor dat wat
we leren beter beklijft. Je kunt ook wel stellen: hoe rijker de representatie in ons
geheugen, hoe beter kennis zich later laat terughalen (Aarsman, Camp, Köbben, &
Campbell, 2019).
Het gebruik van beelden maakt het leren minder belastend en effectiever. Het gebruik van
beelden in de les (beelddidactiek), op welke manier dan ook, versterkt een juist
geografisch wereldbeeld (Peters & Westerveen, 2016, p. 381). Kinderen hebben er dus
veel aan als beelddidactiek wordt ingezet tijdens de lessen en daarom is het een belangrijk
onderdeel. Daarnaast verandert het ‘gewone plaatje’ (benoemd in de beschrijving) in een
bron vol met informatie. Als ze goed gekozen zijn, leggen ze één of meer begrippen of
processen uit en kunnen ze zelfs tekst vervangend zijn.” (Peters & Westerveen, 2016.
p.381).
Kinderen kunnen veel leren van beelddidactiek. Als het op de juiste manier wordt ingezet,
kunnen de kinderen oefenen hoe ze belangrijke informatie kunnen achterhalen. Dit heb
ik gedaan door de kinderen kijkvragen te stellen die ze dwingen de afbeelding goed te
bekijken. Door de opbouw van de vragen leren kinderen dus goed naar de afbeeldingen te
kijken en de juiste informatie te achterhalen en die te noteren in hun werkboek (Peters &
Westerveen, 2016, p. 382). Zo is de vraag ‘Wat draagt de vrouw voor blauws?’, die ik stelde
tijdens mijn les, een duidelijke kijkvraag. De vraag is makkelijk door iedere leerling te
beantwoorden, omdat het mondkapje het enige blauwe object is dat uit de foto springt. Het
antwoord is dus letterlijk uit de afbeelding af te lezen. Kinderen leren kritisch te kijken naar
geografische foto’s, wat hen helpt hun wereldbeeld te verduidelijken. Het hebben van
een goed actueel wereldbeeld is een must om de wereld om ons heen te kunnen begrijpen
(Peters & Westerveen, 2016, p.17).
Kaartvaardigheden
Het inzetten van kaartvaardigheden tijdens aardrijkskundelessen is belangrijk. Het doel
hiervan is dat de leerling een mentale atlas met namen van werelddelen, landen, regio’s,
plaatsen, rivieren en gebergten opbouwt. Bovendien wordt het begrijpen van de wereld om
ons heen vereenvoudigd door een goed kaartbeeld (Peters & Westerveen, 2016, p. 30-
31). Kinderen leren te verklaren waarom deze dingen zich daar bijvoorbeeld afspelen. Waar
en waarom daar? Het beeld van hoe de omgeving en de wereld eruit ziet noemt men een
‘mental map’. Alle mensen hebben zo’n mentale kaart. De mentale kaart is er belangrijk om
andere aardrijkskundige informatie aan op te hangen (Bakker, z.d.).
Leerkrachten gaan vaak te werk met de al eerder genoemde kaartvaardigheden. Die
kaartvaardigheden zijn te koppelen aan de geografische vierslag. De eerste drie stappen
hiervan; beschrijven, herkennen en verklaren, komen voor een groot deel overeen met de
kaartvaardigheden (De Hamer, Bakker, Broere, & Heck, 2007). Leerlingen leren hierbij vanaf
groep 1/2 langzamerhand steeds beter met kaartvaardigheden om te gaan. Dit begint met
het aanleren van specifieke kenmerken van kaarten op spelenderwijs. Uiteindelijk leren de
kinderen in groep 5, 6, 7 & 8 daadwerkelijk kaarten gebruiken.
2
, Aantekeningen leerjaar 1
Les 1 – lesopbouw / geografisch besef (H1)
- Introductie / oriëntatiefase: kinderen laten nadenken door voorkennis terug te halen
Vragen stellen. Als je erachter komt dat de kinderen het al weten in de oriëntatie
halen uit uitleg
- Aardrijkskunde gaat altijd over een gebied en kijken we naar ontwikkeling in dat
gebied
Lesopbouw
1. Introductie: actualiteit – eigen ervaringen – verrassende vraag
2. Onderzoek / oriëntatie: (bronnen: kaarten, foto’s, teksten en voorwerpen)
3. Uitleg
4. Verwerking
5. Nabespreking
Geografisch besef
- Wereldbeeld Wat is? Waar is? Waar zie je dat nog meer? Waarom is dat daar?
- Ruimtelijke ontwikkeling Hoe verandert het? Hoe was het? Hoe wordt het? Wat
vinden mensen ervan? Wat kun je doen?
- Aardrijkskundige aanpak kaartlezen, spreiding onderzoeken, meerdere
perspectieven gebruiken, feiten – meningen,..
Les 2 – kijkvragen / geografische foto’s (H12)
Aardrijkskundig kijken
Mens
- Bewoning: dicht- of dunbevolkt, oude- of jonge bevolking
- Cultuur: gewoontes, godsdienst
- Bestaansmiddelen: landbouw, visserij, industrie, diensten
- Verkeer: transport
Ontwikkeling: water verandert er in het gebied?
Natuur
- Klimaat: temperatuur en neerslag
- Reliëf: hoog of laag, grote of kleine verschillen in hoogte
- Begroeiing: regenwoud, toendra, enz.
- Bodem en water: vruchtbaarheid en waterbeschikbaar
Kenmerken goede geografische foto’s
- Het beeld roept vragen op
- Het beeld moet typerend zijn voor het thema
- Het beeld toont een relatie tussen mens en natuur
- Het beeld sluit aan bij het doel van de les en / of opdracht
- Het beeld laat enkele begrippen die in de les terug komen zien
- Het beeld moet een actuele weergave van de huidige werkelijkheid zijn
- Er staan mensen op de foto, bij voorkeur kinderen van de leerlingen
- Wanneer er geen mensen op het beeld staan afgebeeld, zorg dan dat afmetingen
van objecten op het beeld duidelijk worden afgemaakt
- Het gaat vooral om de informatiewaarde van de foto en niet alleen om fraaie
stemmingsbeelden
3