Samenvatting
Samenvatting Antwoorden NOVA scheikunde 5 vwo/Gymnasium
9 keer bekeken
0 keer verkocht
in het document kun je de antwoorden vinden van NOVA scheikunde 5 vwo/Gymnasium, dus het gehele boek!!
[Meer zien]
Voorbeeld 4 van de 89 pagina's
Geupload op
9 juli 2024
Aantal pagina's
89
Geschreven in
2023/2024
Type
Samenvatting
€6,49
Ook beschikbaar in voordeelbundel v.a. €12,99
100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na betaling
Zowel online als in PDF
Je zit nergens aan vast
Ook beschikbaar in voordeelbundel (1)
Je mag dit boek houden. Je mag in dit boek schrijven Je hebt ook toegang tot
Handig als naslagwerk. en aantekeningen maken. de online leeromgeving.
AUTEURS
5
Ilse Landa
VWO|GYMNASIUM | Scheikunde Uitwerkingenboek
Joris Schouten
Toon de Valk
Bas Zoon
EINDREDACTIE
Aonne Ker kstra
PRACTICUMBEGELEIDING
Peter Verweij
MET DANK AAN
Angelique Breedveld
Monique Windmeijer
,5 VWO|GYMNASIUM
Scheikunde
UITWERKINGENBOEK
Auteurs
Ilse Landa
Joris Schouten
Bas Zoon
Eindredactie
Aonne Kerkstra
Practicumbegeleiding
Peter Verweij
Met dank aan
Angelique Breedveld
Monique Windmeijer
Release 2020
www.malmberg.nl/nova-scheikunde
Malmberg, ’s-Hertogenbosch
, 1 Klassen van organische verbindingen 59
2 Reacties van alkanen, alkenen en alkynen 63 Nova
Nova
Nova
© Uitgeverij
Nova © Uitgeverij
© Uitgeverij
Malmberg
Malmberg
Malmberg
3 Condensatiereacties 66
4 Zuur-base- en redoxreacties 67
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
11 Reactiemechanismen
Titaan(IV)oxide, een alleskunner 71
7 7Zuren1 Reactiemechanismen
7Zuren
Zuren
en en
basen
en
basen
basen 72
2 Zure
1 Radicaalreacties
Tanderosie
Tanderosie
1 Zure
Tanderosie
1 enZure
basische
en basische
en basische
oplossingen
oplossingen
oplossingen 4 74
3 3 3
4 4
3 Bijzondere
Nucleofiele
2 Sterk
2 Sterk
2 enSterk
3 Bijzondere
3
zwak
3 Bijzondere
zurensubstitutiereacties
en zwak
en zwak
en
zuren
zuren basen
en basen
en basen 76 10
6 6 6
10 10
45 Nucleofiele
4 Zuur-basereacties
Rekenen
5 Rekenen eliminatiereacties
4 Zuur-basereacties
4 Zuur-basereacties
5 Rekenen metmet zwakke
zwakke
met zwakkezuren
zuren en
zuren en basen 16 79
basen
en basen
12 12 12
16 16
8 5 Ruimtelijke
Katalysebouw
8Ruimtelijke
8Ruimtelijke bouwbouw
vanvanmoleculen
van
moleculen
moleculen 81
Enzymen
Enzymen voorvoor
Enzymen bio-ethanolproductie
bio-ethanolproductie
voor bio-ethanolproductie 22 22 22
1 Lewisstructuren
1 Lewisstructuren
1 Lewisstructuren 23 23 23
2 Ruimtelijke
2 Ruimtelijke
2 Ruimtelijke
bouwbouwbouw 25 25 25
3 Cis-trans-isomerie
3 Cis-trans-isomerie
3 Cis-trans-isomerie 28 28 28
4 Spiegelbeeldisomerie
4 Spiegelbeeldisomerie
4 Spiegelbeeldisomerie 31 31 31
9 9Redoxchemie
9Redoxchemie
Redoxchemie
SlimSlim elektriciteitsnetwerk
elektriciteitsnetwerk
Slim elektriciteitsnetwerk 36 36 36
1 Elektronenoverdracht
1 Elektronenoverdracht
1 Elektronenoverdracht 37 37 37
2 Redoxreacties
2 Redoxreacties
2 Redoxreacties 39 39 39
3 Energie
3 Energie
uit redoxreacties
3 Energie uit redoxreacties
uit redoxreacties 46 46 46
4 Brandstofcellen
4 Brandstofcellen
4 Brandstofcellen 49 49 49
5 Batterijen
5 Batterijen
5 Batterijen
en accu’s
en accu’s
en accu’s 53 53 53
10 10
Organische
10
Organische
Organische
verbindingen
verbindingen
verbindingen
Geuren
Geuren
Geuren
en smaken
en smaken
en smaken 58 58 58
1 Klassen
1 Klassen
1 Klassen
vanvan
organische
van
organische
organische
verbindingen
verbindingen
verbindingen 59 59 59
2 Reacties
2 Reacties
2 Reacties
vanvan
alkanen,
van
alkanen,
alkanen,
alkenen
alkenen
alkenen
en alkynen
en alkynen
en alkynen
63 63 63
3 Condensatiereacties
3 Condensatiereacties
3 Condensatiereacties 66 66 66
4 Zuur-base-
4 Zuur-base-
4 Zuur-base-
en redoxreacties
en redoxreacties
en redoxreacties 67 67 67
11 11
Reactiemechanismen
11
Reactiemechanismen
Reactiemechanismen
Titaan(IV)oxide,
Titaan(IV)oxide,
Titaan(IV)oxide,
eeneen
alleskunner
een
alleskunner
alleskunner 71 71 71
1 Reactiemechanismen
1 Reactiemechanismen
1 Reactiemechanismen 72 72 72
2 Radicaalreacties
2 Radicaalreacties
2 Radicaalreacties 74 74 74
3 Nucleofiele
3 Nucleofiele
3 Nucleofiele
substitutiereacties
substitutiereacties
substitutiereacties 76 76 76
4 Nucleofiele
4 Nucleofiele
4 Nucleofiele
eliminatiereacties
eliminatiereacties
eliminatiereacties 79 79 79
5 Katalyse
5 Katalyse
5 Katalyse 81 81 81
, 1 Klassen van organische verbindingen 59
2 Reacties van alkanen, alkenen en alkynen 63
7 Zuren en basen
Nova
Nova
Nova
© Uitgeverij
Nova © Uitgeverij
© Uitgeverij
Malmberg
Malmberg
Malmberg
H7 3 Zuren
Condensatiereacties
en basen 66
4 Zuur-base- en redoxreacties 67
Tanderosie
Inhoudsopgave
7Inhoudsopgave
Zuren en basen
Nova © Uitgeverij Malmberg
11 Reactiemechanismen
H7 Zuren en basen
Titaan(IV)oxide, een alleskunner
Praktijk 71
1 a Bij een lagere pH bevinden zich meer H3O+-ionen in het speeksel. Deze ionen reageren
1 Reactiemechanismen
7 gemakkelijk
7 Zuren Zuren
en basen en basen 72
met OH−-ionen en in mindere mate ook met PO43−-ionen. Omdat twee ionsoorten uit
Tanderosie
7 Zuren en basen
het mineralisatie-evenwicht worden weggenomen, verschuift mineralisatie-evenwicht meer naar de
1 Zure 2
Tanderosie
Radicaalreacties
Tanderosie
kant van
1 enZure demineralisatie.
basische
en basische
oplossingenoplossingen 743
4
3
4
2 b
Praktijk 3
Sterk
Nucleofiele substitutiereacties
2 enSterk
zwak
Fosfaationen
3 Bijzondere
3 Bijzondere
en zwak
zuren en
stimuleren het mineralisatieproces.
zuren
basen en basen 76
10
6 6 fosforzuur is een driewaardig zwak zuur,
Maar
10
1 a waarbij
Bij een lagere
nauwelijkspH bevinden
fosfaationen zich worden
meer H3gevormd.
O -ionen Het
+
in het speeksel. Deze
belangrijkste ionen
effect van reageren
opgelost fosforzuur
4
is
5 Rekenen Nucleofiele eliminatiereacties
4 Zuur-basereacties
4 Zuur-basereacties−
gemakkelijk
dus daling
5 Rekenen
met zwakke met
van OH
de
met zwakkepH,-ionen
zuren en en
waardoor
zuren
basen in mindere
het 79
12
mate
12
ook met
mineralisatie-evenwicht
en basen 16 16 PO 4
3−
-ionen.
naar de Omdat
kant vantwee ionsoorten uit
de demineralisatie
Tanderosiehet mineralisatie-evenwicht worden weggenomen, verschuift mineralisatie-evenwicht meer naar de
verschuift.
5
8 Ruimtelijke Katalyse
8 Ruimtelijke
kant vanbouw
c Koolzuurhoudende bouw
van moleculen
demineralisatie. van moleculen
dranken 81
bevatten veel koolstofdioxide. Koolstofdioxide is een zwak zuur
Enzymen Enzymen
voor bio-ethanolproductie
voor bio-ethanolproductie 22 22
Praktijk
b volgens
Fosfaationen stimuleren het mineralisatieproces. Maar fosforzuur is een driewaardig zwak zuur,
de reactie:
1 Lewisstructuren
1 Lewisstructuren 23 23
1 2 aRuimtelijke
Bij
2 een
waarbij
CO (g) lagere
nauwelijks
+
Ruimtelijke
bouw2 H pHO(l)
bouwbevinden
fosfaationen
H Ozich
+
(aq)meer
worden
+ H3O
HCO
+
25
-ionen in
gevormd.
(aq) 25Hethetbelangrijkste
speeksel. Deze ionen
effect vanreageren
opgelost fosforzuur
2 2 3 3
− 3−
gemakkelijk
is
3 dus dalingmet
3 Cis-trans-isomerie van OH
Cis-trans-isomerie de pH, -ionen en in mindere
waardoor mate ook28 met PO4 -ionen.
het mineralisatie-evenwicht naar de Omdat twee
kant van ionsoorten uit
de demineralisatie
Dit zorgt ervoor dat de [H3O+] stijgt, de pH28daalt en er dus meer demineralisatie plaatsvindt
het
4 mineralisatie-evenwicht
verschuift.
4 Spiegelbeeldisomerie
Spiegelbeeldisomerie worden weggenomen, 31 31verschuift mineralisatie-evenwicht meer naar de
(zie 1a). Dit veroorzaakt meer tandbederf.
9c kant
9 Redoxchemie van demineralisatie.
Koolzuurhoudende
Redoxchemie dranken bevatten veel koolstofdioxide. Koolstofdioxide is een zwak zuur
volgens de reactie:
b elektriciteitsnetwerk
Fosfaationen stimuleren het mineralisatieproces. 36 met Maar
36 fosforzuurdan is een driewaardig zwak zuur,
2 Slim
a 1Slim elektriciteitsnetwerk
Fluoride-ionen reageren in mindere mate oxoniumionen hydroxide-ionen doen en zijn
waarbij nauwelijks
1 Elektronenoverdracht
1 Elektronenoverdracht
COdus fosfaationen + worden gevormd.37 Het
37 belangrijkste effect van opgelost fosforzuur
2 (g)minder
+ 2 H2afhankelijk
O(l) H3van
O (aq)de pH + HCO 3 (aq)
dan hydroxide-ionen. Daarom treedt er bij dalende pH
2 Redoxreacties
is2 dus
Redoxreacties
daling van de pH, waardoor 39 39
het mineralisatie-evenwicht naar de kant van de demineralisatie
Dit
3 Energie zorgt
3 minder
Energie ervoor dat de [H3op
demineralisatie
uit redoxreacties
uit redoxreacties O+]vanstijgt, de pH46daaltdan
fluoroapatiet envan
46 er dus meer demineralisatie plaatsvindt
hydroxyapatiet.
verschuift.
2(zie 1a). Dit veroorzaakt
4 Fluoroapatiet
4 Brandstofcellen
Brandstofcellen meer tandbederf.
is nog slechter oplosbaar 49 in water 49dan hydroxyapatiet. Daardoor treedt er minder
c Koolzuurhoudende dranken bevatten veel koolstofdioxide. Koolstofdioxide is een zwak zuur
5 demineralisatie
5 Batterijen Batterijen
en accu’s op dan bij hydroxyapatiet.
en accu’s 53 53
volgens de reactie:
2 ba 1
Het
10 Organische
Fluoride-ionen
hydroxide-ion
10 Organische verbindingen
reageren
is een
verbindingen
in
sterke mindere
base en mate
reageertmet oxoniumionen
aflopend met dedan hydroxide-ionen
aanwezige doen en
oxoniumionen. Hetzijn
+
CO (g) + 2 H O(l) H O (aq) + HCO (aq)
en2dus
Geurenfluoride-ion
Geuren minder
smaken 2afhankelijk
is een
en smaken zwakke3 base van de en pH dan 58
reageert3hydroxide-ionen.
ook aflopend
58 metDaarom treedt er alleen
oxoniumionen, bij dalende pH is
de reactie
Dit
1 zorgt
minder
1 Klassen minder ervoor
heftig.
Klassen
van Het
organische
van datOH de
demineralisatie
organische
–
[H 3O
-ion op+
is
verbindingen ]de
stijgt,
van de pH
sterkste
verbindingen base
59 daalt
fluoroapatiet en
endan eralsdus
zalvan
59 meerreageren.
demineralisatie
hydroxyapatiet.
eerste Bij een plaatsvindt
dalende pH
(zie
(hogere
2 Reacties 1a).
22 Reacties
van HDit Overoorzaakt
Fluoroapatiet isalkenen
+van alkanen,
-concentratie)
3alkanen, meer
nog slechterzaltandbederf.
alkenen
en deoplosbaar in water
concentratie
alkynen
en alkynen
63 63dan hydroxyapatiet.
hydroxide-ionen Daardoor
dus sneller afnemen treedt
daner
deminder
3 Condensatiereacties
3 Condensatiereacties
demineralisatie
concentratie op dan bij hydroxyapatiet.
fluoride-ionen. 66 66
2 4 abZuur-base-
4 Zuur-base-
1Het en redoxreacties
Fluoride-ionen
hydroxide-ion en redoxreacties
reageren
is een sterke in mindere
base enmate 67
reageert 67
met aflopend
oxoniumionenmet dedan hydroxide-ionen
aanwezige doen en
oxoniumionen. zijn
Het
dus minder
fluoride-ion
113 Reactiemechanismen
11
a Reactiemechanismen afhankelijk
is een zwakke van basedeenpH dan hydroxide-ionen.
reageert ook aflopend met Daarom treedt er bij
oxoniumionen, dalende
alleen pH is
de reactie
Titaan(IV)oxide,
Titaan(IV)oxide,
minder
minder een
heftig. alleskunner
HeteenOHalleskunner
demineralisatie –
-ionopis van 71 en
fluoroapatiet
de sterkste base dan71
zalvanalshydroxyapatiet.
eerste reageren. Bij een dalende pH
1 Reactiemechanismen
1 Reactiemechanismen
2(hogere
Fluoroapatiet +
is nog slechter
H3O -concentratie) zal de oplosbaar 72
in water
concentratie 72dan hydroxyapatiet.
hydroxide-ionen Daardoor
dus sneller afnementreedt
danerdeminder
2 Radicaalreacties
2 Radicaalreacties 74 74
concentratie
demineralisatie fluoride-ionen.
op dan bij hydroxyapatiet.
3 Nucleofiele
3 Nucleofiele
substitutiereacties
substitutiereacties 76 76
4 b Het hydroxide-ion
Nucleofiele
4 Nucleofiele is een sterke base en reageert
eliminatiereacties
eliminatiereacties 79 aflopend
79 met de aanwezige oxoniumionen. Het
a fluoride-ion
5 Katalyse is een zwakke base en reageert81
3 5 Katalyse ook aflopend
81 met oxoniumionen, alleen de reactie is
minder heftig. Het OH–-ion is de sterkste base en zal als eerste reageren. Bij een dalende pH
(hogere H3O+-concentratie) zal de concentratie hydroxide-ionen dus sneller afnemen dan de
b concentratie fluoride-ionen.
3 a
c Ca 2 (aq) 2 C3H3O2 Ca(C3H3O2 )2 (s)
b
d In glasionomeer zitten voornamelijk negatieve ionen door de vele aanwezige zuurrestionen.
Fluoride-ionen kunnen volgens Binas tabel 45A alleen door calciumionen worden gebonden tot een
slecht oplosbaar zout. Deze calciumionen zijn beperkt aanwezig doordat deze ook met de vele
zuurrestionen binden. Fluoride-ionen worden dus waarschijnlijk beperkt in glasionomeer gebonden.
c Ca 2 (aq) 2 C3H3O2 Ca(C3H3O2 )2 (s)
b
d In glasionomeer zitten voornamelijk negatieve ionen door de vele aanwezige zuurrestionen.
Fluoride-ionen kunnen volgens Binas tabel 45A alleen door calciumionen worden gebonden tot een
slecht oplosbaar zout. Deze calciumionen zijn beperkt aanwezig doordat deze ook met de vele
zuurrestionen binden. Fluoride-ionen worden dus waarschijnlijk beperkt in glasionomeer gebonden.
c Ca 2 (aq) 2 C3H3O2 Ca(C3H3O2 )2 (s) 3
d In glasionomeer zitten voornamelijk negatieve ionen door de vele aanwezige zuurrestionen.
Fluoride-ionen kunnen volgens Binas tabel 45A alleen door calciumionen worden gebonden tot een
slecht oplosbaar zout. Deze calciumionen zijn beperkt aanwezig doordat deze ook met de vele
zuurrestionen binden. Fluoride-ionen worden dus waarschijnlijk beperkt in glasionomeer gebonden.