100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting swk 2: ontwikkelingspsychologie deel 1 en 2 €4,99   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting swk 2: ontwikkelingspsychologie deel 1 en 2

12 beoordelingen
 640 keer bekeken  39 keer verkocht

In deze samenvatting zijn alle belangrijke begrippen van swk2 uitgewerkt. In de samenvatting staan de begrippen van tentamen 1 en tentamen 2. Je kunt hem dus voor twee tentamens gebruiken. Eerst voor tentamen 1, en daarna voor tentamen 2 (bij de HvA).

Voorbeeld 3 van de 55  pagina's

  • Nee
  • De bijpassende hoofdstukken
  • 9 september 2019
  • 55
  • 2018/2019
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (7)

12  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: tsjungblut • 2 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: laikalitax • 2 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: renataj • 7 maanden geleden

review-writer-avatar

Door: shriya_s • 3 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: selena1 • 3 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: didemdogan • 3 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: LianneBess • 4 jaar geleden

Bekijk meer beoordelingen  
avatar-seller
acvu
Begrippen ontwikkelingspsychologie
tentamen 1 & 2
Van ontwikkelingspsychologie zijn er twee tentamens. In deze samenvatting staat de theorie
voor tentamen 1 en 2. Alle belangrijke begrippen zijn uitgewerkt.


Tentamen 1

Ontwikkelingspsychologie = De wetenschappelijke studie naar groei, verandering en
stabiliteit van conceptie tot ouderdom. Zelfs al voor de geboorte. Onderzoekt hoe
organismen in de loop van de tijd veranderen door biologische invloeden en
omgevingsfactoren.

Fysieke ontwikkeling = Ontwikkeling die betrekking heeft op de fysieke opbouw van het
lichaam, zoals de hersenen, het zenuwstelsel, de spieren, de zintuigen en de behoefte aan
eten, drinken en slaap. Invloed van het lichaam op ons gedrag. BV: onderzoeken effecten
van ondervoeding op het groeitempo van kinderen.

Cognitieve ontwikkeling = Ontwikkeling die betrekking heeft op de manier waarop het
gedrag van mensen wordt beïnvloed door groei en verandering in de eigenschappen die de
ene persoon van de andere onderscheiden. Hoe wordt gedrag van mensen beïnvloed door
groei en veranderingen in hun intellectuele vermogens?

Sociale en persoonlijkheidsontwikkeling = Ontwikkeling die betrekking heeft op sociale
relaties en interacties met anderen en op duurzame eigenschappen die de ene persoon van
de andere onderscheiden. Houden zich ook bezig met sociaal - emotionele ontwikkeling van
kinderen en adolescenten.
Sociale ontwikkeling: kijken naar manier waarop de interacties van mensen en hun sociale
relaties in de loop van hun leven groeien, veranderen en stabiel blijven. BV: uitgaansgedrag
adolescenten onderzoeken. ‘kijkt naar de ontwikkeling en de verandering van sociale relaties
en interacties met anderen.’
Persoonlijkheidsontwikkeling: kijken naar stabiliteit en verandering in de eigenschappen die
de ene persoon van de andere onderscheiden. BV: bezit een mens tijdens zijn leven
stabiele, duurzame karaktereigenschappen? ‘kijkt naar de duurzame eigenschappen die de
ene persoon van de andere onderscheiden.’

Continue verandering = Geleidelijke ontwikkeling waarbij prestaties op een bepaald niveau
voortvloeien uit die van de vorige niveaus. Nieuwe vaardigheden vloeien automatisch voort
uit bestaande vaardigheden. Kwantitatief: de ontwikkeling wordt groter of meer.

Discontinue verandering = Ontwikkeling die in aparte stappen of stadia plaatsvindt, en
waarbij elk stadium gedrag oplevert dat kwalitatief anders is dan gedrag in eerdere stadia.
Zulke stadia zijn onder meer kleutertijd, kindertijd en adolescentie.

Kritieke periode = Kind is in bepaalde periode extreem gevoelig voor bepaalde prikkel. Een
specifieke tijd in de ontwikkeling waarin een bepaalde gebeurtenis de grootste gevolgen
heeft. Er is sprake van kritieke periode wanneer de aanwezigheid van bepaalde soorten

,omgevingsstimuli noodzakelijk is voor een normale ontwikkeling, of wanneer blootstelling
aan bepaalde stimuli abnormale ontwikkeling tot gevolg heeft. BV: betrouwbare
aanwezigheid van een liefdevolle volwassene in de vroege kinderjaren is essentieel voor het
kind om zich veilig en gehecht te voelen. Het gemis van zo’n persoon is na een aantal jaren
niet meer echt te compenseren.

Gevoelige periode = Een afgebakende periode, meestal vroeg in het leven van een
organisme, waarin dat organisme extra gevoelig is voor omgevingsinvloeden die betrekking
hebben op een bepaald facet van de ontwikkeling. Organismen zijn extra ontvankelijk voor
bepaalde soorten stimuli in hun omgeving. Gevoelige periode staat voor periode waarin
bepaalde vermogens optimaal naar voren komen. Met name kinderen zijn bijzonder gevoelig
voor invloeden uit hun omgeving. BV: eerste 6 jaren heel ontvankelijk voor leren van taal.

Verschil tussen bovenste 2: er wordt aangenomen dat het permanente en onomkeerbare
gevolgen heeft wanneer een individu in ontwikkeling bepaalde invloeden mist tijdens kritieke
perioden, in tegenstelling tot gevoelige perioden. Van ontbreken invloeden tijdens gevoelige
perioden hoeven consequenties niet altijd permanent te zijn. Kortom: gevoelig = nog
kneedbaar, plasticiteit.

Gedragsgenetica = In welke mate worden verschillen in gedrag mensen(kinderen) verklaard
door genen dan wel door invloeden uit de omgeving?

Tweelingonderzoek = Eeneiige en twee eiige vergelijken, homozygoot vs heterozygoot. Een
voorbeeld: de ene persoon heeft een hoge bloeddruk en de ander een lage. Zijn die
verschillen nu het gevolg van omgevingsfactoren, zoals zoutgebruik, of zijn ze erfelijk?
Meestal zijn beide factoren van belang en gaat het er in het onderzoek om hoe groot de
bijdrage van erfelijke factoren is.

Adoptieonderzoek = Geen genetische relatie adoptieouders en kind. Geen opvoeding door
biologische ouders. Kijken of omgeving invloed heeft.

Multifactoriële overerving = De bepaling van eigenschappen door een combinatie van
genetische factoren en omgevingsfactoren, waarbij een genotype zorgt voor een bepaald
bereik waarbinnen een fenotype zich kan manifesteren.

Polygenische overerving = Vaak zijn meerdere genen verantwoordelijk voor een
eigenschap. Maakt het vaak ingewikkeld om uit te zoeken waar welke genen voor dienen.
“Overerving waarbij een combinatie van meerdere genenparen verantwoordelijk is voor de
productie van een specifieke eigenschap.”

Gen-omgevingseffecten = Wanneer verschillen in genen leiden tot verschillen in
omgeving.

Actief gen-omgevingseffect = Situatie waarin een kind zich richt op de aspecten van zijn
omgeving die het best aansluiten op zijn genetisch bepaalde capaciteiten. Kinderen zoeken
bepaalde omgeving om die past bij hun genetische aanleg. BV: actief kind zal eerder in
sport geïnteresseerd zijn.

, Passief gen-omgevingseffect = Situatie waarin de genen van de ouders worden
geassocieerd met de omgeving waarin een kind opgroeit. Kind groeit meestal op bij ouders.
Ouders creëren een omgeving (fysiek, pedagogische, psychologisch ect.) mede op basis
van hun genen. Kinderen hebben aanleg van een bepaalde eigenschap geërfd. Er is dus
een verband tussen de genen van het kind en de omgeving waarin het opgroeit doordat
ouders en kinderen genen delen. Soms positief, soms negatief. BV: sportieve ouder die
genen heeft die zorgen voor goede fysieke coördinatie, zal een kind veel mogelijkheden
aanbieden om te sporten.

Evocatief gen-omgevingseffect = Situatie waarin de genen van een kind een specifiek type
omgeving oproepen. BV: veeleisend gedrag van een baby kan er voor zorgen dat zijn ouders
eerder inspringen op zijn behoeften dan ze zouden doen als het kind minder veeleisend was.
Of kind met goede coördinatie doet misschien zo graag balspelletjes dat zijn ouders dat
opmerken en besluiten hem op een sport te doen.

Differential susceptibility hypothese = De mate waarin individuen gevoelig zijn voor
omgevingsinvloeden (waaronder opvoeding) is afhankelijk van aanleg en omgeving.
1. Individuen met een verhoogde gevoeligheid voor omgevingsinvloeden zijn extra gevoelig
voor zowel positieve als negatieve kenmerken van de omgeving.
2. Dit is gedurende de gehele ontwikkeling.
3. De gevoeligheid komt door neurobiologische eigenschappen van het individu.
4. De neurobiologische gevoeligheid wordt bepaald door genen en door omgeving.
5. Neurobiologische gevoeligheid kan veranderen gedurende levensloop.
6. Vanuit de evolutietheorie gezien adaptief.

Fragiele X-syndroom = Een stoornis die optreedt wanneer een bepaald gen op het X-
chromosoom beschadigd is geraakt, met een milde tot matige verstandelijke beperking als
gevolg.

Prenatale stadia
Germinaal stadium = 0 tot 2 weken. Toename van cellen. Specialisatie van cellen.
Beschermende laag. Placenta/navelstreng. Hechten aan de baarmoederwand.

Embryonaal stadium = 2 tot 8 weken. Stevig genesteld in baarmoederwand. Ontwikkeling
belangrijkste organen en fundamentele anatomie. Aan het einde 2,5 cm groot. In tweede
levensmaand 100.000 nieuwe neuronen. Als je in deze fase omgevingsinvloeden hebt die
heel negatief zijn, gaan die ook impact hebben. Embryo ontwikkelt 3 lagen, die uiteindelijk
uitgroeien tot verschillende structuren:
1. Ectoderm: huid, zintuigen, hersenen, ruggenmerg
2. Endoderm: spijsverteringsstelsel, lever, ademhalingssysteem
3. Mesoderm: spieren, bloed, bloedsomloop

Foetaal stadium = 9 tot 38 weken. Differentiatie van belangrijkste organen heeft
plaatsgevonden. Veel groei. Individu, vanaf nu foetus genoemd, groeit snel.

Teratogene effecten, inclusief figuur 3-14, FAS. = Omgevingsfactor die leidt tot een
geboorteafwijking. Sommige van die teratogene effecten zijn beïnvloedbaar door pedagogen
en andere niet‐ medische hulpverleners. BV: Voedingspatroon moeder. De leeftijd van de

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper acvu. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 64438 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,99  39x  verkocht
  • (12)
  Kopen