Inhoudsopgave
College 1: Inleiding........................................................................................2
College 2: Daderschap rechtspersoon.............................................................4
College 3: Opzet, schuld, SUG rechtspersoon...................................................9
College 4: Aansprakelijkheid leidinggevenden...............................................14
College 5: rechtspositie RP in onderzoek.......................................................19
College 6: Vervolgbaarheid...........................................................................23
College 7: Bestraffing van de rechtspersoon..................................................27
College 8 Vertegenwoordiging ter zitting.......................................................31
,College 1: Inleiding
Het begrip onderneming is lastig te definiëren, meestal gericht op maken
winst
Ondernemingen kun je drijven in de vorm van een rechtspersoon.
Eenmanszaak en BV komen het meest voor qua rechtsvorm.
Ondernemen = risico’s = regulering > verband tussen ondernemingen en
strafrecht
- In een dicht gereguleerde samenleving zijn er altijd regels die gelden
voor hetgeen je wilt overnemen, brengt risico’s met zich mee.
Ondernemers laten zich niet uit het veld slaan door de risico’s en
gaan aan de slag. Nemen de regels voor lief, maar moeten deze wel
naleven.
- De meeste regels worden met strafrecht gesanctioneerd in
Nederland. Meestal kom je in aanraking met het strafrecht uit de
WED. Daar zie je het beeld van de overgereguleerde samenleving.
o Voor normen uit de WED, moet je vaak terecht in lagere
regelgeving. Strafbaarheid in de WED, nadere regels in
AMvB’s.
o Onderscheid overtredingen en misdrijven
o In de praktijk wordt niet alles gesanctioneerd
o Ook overtreding normen BW kunnen leiden tot een
economisch delict, bijv. niet publiceren van je jaarrekening of
niet voeren administratie.
In de praktijk heb je een beeld van de ‘calculerende
misdadiger/onderneming’ die met elkaar bedenken om de wet te
overtreden, maar dat is een fictie. Vaak wordt er niet gerealiseerd dat een
bepaalde regel uit een bepaalde wet een bepaalde handelswijze
voorschrijft – daar kom je dan te laat achter.
- Onbekende en onduidelijke normen. Zijn er zoveel, zorgt voor weinig
houvast. Geen rechtspraak en weinig literatuur over bepaalde
normen.
- Vaak te goeder trouw overtreden wetgeving.
- In de praktijk rechter en OM: eenieder wordt geacht de wet te
kennen
- Grote werkgevers: ING, ABN AMRO, NS, Jumbo, PostNL, Rabobank
KLM, AH
- Ongeluk zit in een klein hoekje als het gaat om het ondernemen;
ondernemersrisico: administratief, milieurisico’s, etc.
Omgekeerd kan een RP ook slachtoffer zijn, bijv. bedreiging gericht op
goed RP. RP kan ook klagen (bijv. art. 12 Sv).
- RP als getuige? > zou eigenlijk wel moeten kunnen, nog niet gezien
in de praktijk
- Ook RP bouwen strafblad op
,Kan een concern aangemerkt worden als doelvermogen? Bijv. boete
opleggen aan een BV, en erop rekenen dat het concern de boete draagt
- Nee, een concern heeft niet terecht kunnen staan, je hebt niet
onderzocht of het concern een verwijt valt te maken.
RP? artt. 1-3 BW2, het is een ruim begrip, zie art 51 lid 3.
- Trust doelvermogen? In het fiscale recht erkend als entiteit, maar
doelvermogen is een vaag begrip, je bent het zoekend aan het
invullen, is onwenselijk
, College 2: Daderschap rechtspersoon
Ontwikkeling sinds 1886
Wetboek van Strafrecht 18861
- In het WvSr koos de wetgever er aanvankelijk voor om niet te
voorzien in een regeling omtrent daderschap van de rechtspersoon.
- Rechtspersonen waren geen ‘rechtssubject’ in het strafrecht.
Fictieleer: RP is een fictie en handelt enkel via zijn
vertegenwoordigers (Von Savigny). De wetboeken zijn ook
gemodelleerd naar natuurlijke personen.
- Zelfstandige kwaliteitsdelicten: DO’s die zich richten tot
bestuurders/commissarissen. Dat zijn de mensen van vlees en bloed.
Hen kun je aanspreken als je wilt dat een RP zich netjes gedraagt.
o Bijvoorbeeld art. 340 Sr e.v. inzake faillissementsdelicten. Als
een RP dreigt failliet te gaan, heeft de bestuurder bepaalde
verplichtingen. Mag bijvoorbeeld niet alles van waarde laten
verdwijnen, zodat het buiten het zicht vd curator valt.
o Die bepalingen hebben we dus nu nog in het wetboek, omdat
het voorheen niet mogelijk was een leidinggevende (art. 51 Sr)
aansprakelijk te stellen.
- (m.u.v. het fiscale recht)
Bijzondere strafwetgeving
- Problematiek normadressaat
o Ondertussen kwam er steeds meer ordeningswetgeving;
normen gericht tot degene die de activiteit gaat
verrichten/ontwikkelen.
o Probleem: dat kunnen mensen zijn, maar ook rechtspersonen
HR Wilde bussen > norm gericht tot vergunningsaanvrager.
In casu had een NV deze aangevraagd. RP kun je
strafrechtelijk niet aanpakken. De directeur mag je dan niet
aanspreken. De wetgeving moet maar aangepast worden. Je
mag de een niet bestraffen voor het gedrag van de
ander
- Gaandeweg meer regelingen in bijzondere strafwetten, waarbij
vertegenwoordigers RP konden worden bestraft bestuurders en
commissarissen aansprakelijk houden voor het gedrag van de RP
o Nog steeds geen aansprakelijkheid RP
o Al wel anders dan kwaliteitsdelicten, daar richt de norm zich
expliciet tot de bestuurder/commissaris zelf.
o Dan krijg je de collectieve verantwoordelijkheid > mogelijkheid
tot gelijkelijk aanspreken van de bestuurders; vgl.
civielrechtelijke hoofdelijke aansprakelijkheid.
1
Dogmatische discussie, wetgever wilde niks weten van daderschap RP, heeft wel art.
140 m.b.t. vereniging met als oogmerk plegen strafbare feiten opgenomen. Hoe zit dat
dan. Als groepering bepaald oogmerk hebben, vond de wetgever kennelijk wel
voorstelbaar.