Media en representatie tentamen
WEEK 1
Definities
Representatie:`
Tekensystemen (taal/beeld/geluid) waarmee we betekenissen generen/communiceren. Iets
staat voor iets anders. Weerspiegeling/constructie van (een idee van) de wereld.
Cultuur:
Gedeelde betekenissen, praktijken en waarden van een groep
Media:
Systemen die via representatie betekenissen produceren en circuleren
Discours:
Manier waarop we binnen een cultuur over het algemeen praten en denken over een
bepaald onderwerp
Ideologie:
Systeem van ‘ideeën over de mens, menselijke relaties en de inrichting van de maatschappij’
Stereotypering:
Kenmerken van een persoon worden toegeschreven aan de hele groep
Framing:
Het selecteren van een aantal effecten van een waargenomen realiteit en deze belangrijker
maken in een communicatieve tekst
Symbolische macht:
Strijd om culturele hegemonie, bijv. insluiting/uitsluiting, stereotypering, framing
Semiotiek:
Tekenleer, teken is zowel de drager als een “betekende”
Teken:
Iets dat naar iets verwijst, betekenisdrager
Code:
Regelt de relatie tussen het teken en de betekenis. Afspraak dat je bij het woord boom,
denkt aan een boom.
Denotatie/Connotatie:
Letterlijke betekenis/bijgevoegd gevoel of associatie
,Encoderen/decoderen:
Proces van betekenisgeving. Het maken en ontcijferen van een boodschap of discours
- Framework of knowlegde: kennis of cultuur, je kent de wereld waarin je leeft
- Relations of production: er is een hiërarchie
- Technical infrastructure: het kanaal, welk medium gebruik je, mede de manier
waarop iets gepresenteerd wordt
Hegemonie:
Streven van ideologieën om dominant te worden
Artikelen hoorcolleges
Introduction to Representation
Betekenisgeving door middel van representatie door taal opereert als
representatiesysteem. In taal representeren tekens en symbolen de concepten, ideeën en
gevoelens van mensen.
Cultuur valt te onderscheiden in high culture en mass culture:
High culture: belichaming van het beste dat er is gedacht en gezegd in een
maatschappij. Denk hier aan een opsomming van de grootste ideeën die worden
gerepresenteerd in klassieke werken uit de literatuur, schilderkunst, muziek en
filosofie.
Mass culture/populair culture: de wijdverspreide vormen van populaire muziek,
publicaties, kunst, design, literatuur en entertainment.
Cultuur: gedeelde normen en waarden van een groep of maatschappij. Er heeft een omslag
van definitie plaatsgevonden, ook wel de cultural turn genoemd. De nadruk van de
betekenis van cultuur ligt niet meer op ‘dingen’, maar op ‘gebruiken’. Zo draait cultuur om
de productie en uitwisseling van betekenis tussen leden van een groep of maatschappij. Als
twee mensen tot dezelfde cultuur behoren, betekent dit dat zij de wereld ongeveer op
dezelfde manier interpreteren en dat zij zichzelf uiten op ongeveer eenzelfde manier.
Ondanks dat cultuur draait om een gedeelde betekenisgeving moet je blijven onthouden dat
er nog steeds veel verschillende manieren zijn (ook binnen een cultuur) waarop er betekenis
kan worden gegeven aan de wereld.
Kortom: cultuur draait hier om het produceren en uitwisselen van betekenis in een groep
of maatschappij.
Dingen/voorwerpen/zaken hebben op zichzelf geen vaste betekenis. Bijvoorbeeld: een steen
kan verschillende betekenissen hebben. Het kan onder andere gezien worden als een steen,
een markeerder van grenzen of zelfs als kunst. Deze betekenissen staan niet vast, maar
hangen allemaal af van de context.
, Volgens de ‘circuit of culture’ komen
betekenissen tot stand op verschillende
plaatsen/situaties, en deze circuleren door
verschillende processen/gebruiken.
Voorbeelden van plaatsen waar betekenis tot
stand komt: in sociale en persoonlijke
interacties en in massamedia. Volgorde:
1) Representatie
2) Het vormen van onze identiteit en de
markering van verschil tussen mensen
3) De productie van betekenis
4) De consumptie/het gebruik van betekenis
5) De organisatie van bepaald gedrag en
gebruiken.
Een medium voor betekenisgeving is taal. In
dit artikel ligt de focus op het eerste aspect van de circuit of culture, namelijk representatie.
Leden van dezelfde cultuur delen dezelfde set van concepten, beelden en ideeën die ze
hebben over de wereld. De leden moeten dezelfde culturele codes kennen. Hierdoor zijn
zaken zoals denken en voelen net als taalsystemen van representatie. Om betekenissen
succesvol over te brengen naar andere mensen, moeten gesprekspartners bezitten over
dezelfde linguïstische codes (taal). Niet letterlijk dezelfde Nederlandse taal spreken, of dat zij
perfect in staat moeten zijn om te begrijpen wat de ander zegt. In deze context is taal veel
breder dan dat. Onze gesprekspartners moeten genoeg van dezelfde taal als jij kunnen
spreken, om te kunnen ‘vertalen’ wat jij zegt naar iets wat zij verstaan.
Talen zijn systemen van representatie. Veel gebruiken werken hetzelfde als talen omdat ze
allemaal een element van representatie bevatten. Gebruiken representeren wat we willen
zeggen, wat we willen uitdrukken of wat we willen communiceren. Voorbeelden van deze
elementen zijn: gesproken taal gebruikt geluiden, geschreven taal gebruikt letters, muzikale
taal gebruikt muzieknoten, lichaamstaal gebruikt lichamelijke bewegingen, de mode-
industrie gebruikt kleding, televisie gebruikt digitale of elektronische stippen op een scherm,
verkeerslichten gebruiken kleuren om een boodschap door te geven. Deze elementen zijn niet
belangrijk om wat ze zijn, maar om wat ze doen. Het draait om hun functie. Ze construeren
en dragen betekenis. Op zichzelf hebben ze geen betekenis. Ze kunnen gezien worden als
dragers van betekenis, een betekenis die is gegeven.
Symbolen staan voor de representatie van de betekenissen die we willen communiceren.
Elementen kunnen ook gezien worden als tekens (signs). Tekens maken het mogelijk voor
anderen om onze concepten, ideeën en gevoelens te decoderen of interpreteren op
ongeveer dezelfde manier als dat de zender doet.
Taal functioneert volgens een systeem van symbolen/tekens. Voorheen was het gebruikelijk
om te denken dat de materiële en natuurlijke eigenschappen van dingen en voorwerpen hun
betekenis bepaalden. Dat ze dus op zichzelf een betekenis hadden, ongeacht wat ze
representeerden. Sinds de cultural turn is dit niet meer de gebruikelijke manier om erover na
te denken. Betekenis wordt geconstrueerd, in plaats van ‘gevonden’.