Samenvatting
Samenvatting week 6 verdieping VPB
Samenvatting hoor- en werkcolleges week 6
[Meer zien]Voorbeeld 2 van de 7 pagina's
Voorbeeld 2 van de 7 pagina's
In winkelwagengesponsord bericht van onze partner
1 beoordeling
Door: jagermeistertje • 5 jaar geleden
Voorbeeld van de inhoud
Samenvatting week 6 verdieping vennootschapsbelasting(Verliesverrekening)
Verliesverrekening in dit vak ziet voornamelijk op het consolideren van ondernemingen, dus
het onderbrengen van verliezen in een fiscale eenheid zodat verliezen met elkaar verrekend
kunnen worden. In grensoverschrijdende situaties. Daarnaast wordt er ook gekeken naar de
regelingen bij een wijziging van het uiteindelijke belang in een vennootschap en de
verrekening van houdsterverliezen. Ook de objectvrijstelling en het verrekenen van
valutaverliezen komen aan bod.
Grensoverschrijdende fiscale eenheid
Art. 15 lid 4 onderdeel c zegt dat beide belastingplichtigen in Nederland moeten zijn
gevestigd. Het gaat hierbij uiteraard om de moeder en de dochter die een fiscale eenheid
willen vormen. De vestigingsplaatsfictie van art. 2 lid 4 is niet van toepassing.
Een Nederlandse moeder kan dus niet met haar buitenlandse dochter in de fiscale eenheid.
Dit is niet gunstig omdat de moeder en haar buitenlandse dochter verliezen niet onderling
kan verrekenen. Is dit niet in strijd met EU-recht? Waarbij er een vrijheid van vestiging geldt.
Indien je namelijk de deelneming in Nederland had gehad had je een fiscale eenheid kunnen
vormen, waardoor je de verliezen wel kon verrekenen. De moeder wordt dus belemmerd in
het vrijheid van de vestiging van haar dochter. Wat er nu eigenlijk gebeurd als dat wel zou
mogen is dat je dan buitenlandse verliezen in de Nederlandse belastingheffing gaat plaatsen.
Dit is verliesimport, en is door de wetgever ongewenst, daarom heeft hij gezegd dat de
fiscale eenheid niet grensoverschrijdend kan zijn.
HR BNB 2010/166 (X-holding): In dit arrest was er iemand die dus inderdaad ging aanvechten
dat hij gediscrimineerd werd omdat hij een buitenlandse dochter niet in de fiscale eenheid
kon brengen. Het HvJ heeft hier geoordeeld dat er inderdaad sprake is van een belemmering
van de vrijheid van vestiging, maar dat deze belemmering is gerechtvaardigd omdat een land
niet hoeft toe te staan dat er verliezen worden geïmporteerd uit het buitenland. Je zou in
dat geval de evenwichtige verdeling van heffingsbevoegdheden verstoren.
In Nederland is in 2012 de objectvrijstelling (quasi) ingevoerd in art. 15e. Dit houdt in dat
buitenlandse winsten die zijn toe te rekenen aan de v.i. van een binnenlands
belastingplichtige, meegenomen worden in de wereldwinst maar vervolgens geëlimineerd
worden. In de tijd dat het X-holding arrest werd gewezen bestond de objectvrijstelling nog
niet, dus je zou kunnen zeggen dat dat arrest overbodig is sinds de invoering van 15e omdat
buitenlandse winsten toch worden geëlimineerd. Aangezien je in een fiscale eenheid 1
onderneming bent en je buitenlandse deelneming dan wordt gezien als een vaste inrichting,
zouden deze winsten worden geëlimineerd. Echter ziet art. 15e alleen op v.i. winst en dus
niet op beleggingen, deze zouden dan alsnog geïmporteerd kunnen worden.
, Per-element benadering
In het X-holding arrest is dus bepaald dat een grensoverschrijdende fiscale eenheid niet
mogelijk is vanwege de import van verliezen. Dat is een gerechtvaardigde belemmering.
Maar er zijn meer elementen van een fiscale eenheid die discriminatie zouden kunnen
opleveren in een buitenlandse situatie ten opzichte van de binnenlandse situatie.
Bijvoorbeeld:
- Geruisloze overdracht van vermogensbestanddelen
o Worden onzichtbaar overgedragen in een FE
- Afschudden houdsterstatus
o Houdsterverliezen mag je alleen met houdsterwinsten verrekenen, maar als je
een FE opricht dan kan je de verliezen alsnog met elkaar verrekenen.
- Deelnemingen zijn onzichtbaar
- Rechtshandelingen zijn onzichtbaar
HR BNB 2011/244: Dat dacht een belastingplichtige dus ook en vroeg aan de HR of er geen
sprake is van discriminatie doordat hij zijn buitenlandse dochter niet in de FE kon voegen,
waardoor hij zijn houdsterstatus niet kon afschudden, terwijl een binnenlandse deelneming
dit wel zou kunnen doen. De HR zei dat het niet kon omdat in het X-holding arrest is bepaald
dat een buitenlandse deelneming niet in de FE kan en daarmee einde.
HvJ Groupe Steria: Het HvJ heeft toen in een Franse zaak beslist dat er per element van de
fiscale eenheid afzonderlijk gekeken moet worden of er sprake is van een gerechtvaardigde
belemmering. Frankrijk heeft namelijk een vergelijkbare FE en een vergelijkbare
deelnemingsvrijstelling. In een FE kan een belastingplichtige 100% vrijstellen en zonder
alleen 95%, dus werd de buitenlandse deelneming die niet in de FE kon belemmerd voor 5%
doordat zij niet in het binnenland gevestigd was. Dit vond het HvJ ongerechtvaardigd en zei
dat er dus per element bekeken moest worden. Voor het element van verliesimport is dit
gedaan in X-holding, maar voor alle andere elementen moet dit nog beoordeeld worden.
Aangezien het HvJ heeft bepaald dat er per element bekeken moet worden of dit geoorloofd
is, moet dit nu ook voor de Nederlandse FE gebeuren. Daarmee is dus onduidelijk of de HR in
2011/244 juist heeft geoordeeld.
HR BNB 2016/197 (Italiaanse beursvennootschap: Dit arrest hebben we eerder gezien bij de
parallelliteit van schulden aan verbonden lichamen (art. 10a). Dit arrest is ook van belang
voor de grensoverschrijdende fiscale eenheid. Een moeder leende geld van een verbonden
lichaam en deed een kapitaalstorting in haar Italiaanse dochter. Dit is natuurlijk een
duidelijke 10a-lening, dus rente niet aftrekbaar. Nu zou de moeder dat als die dochter in
Nederland had gevestigd dan had ze een FE kunnen vormen en had de 10a-lening niet tot
stand gekomen omdat de kapitaalstorting onzichtbaar was. Moet er nu via de per-element
benadering gekeken worden of dit inderdaad een belemmering is? HR wist het niet dus heeft
het aan het HvJ gevraagd, en die hebben gezegd op 22 februari 2018 dat de Nederlandse FE
op dit element inderdaad in strijd is met het EU recht en dat dit gerepareerd moet worden.
Nederland heeft hierop gereageerd. Om de belemmering weg te nemen kan je 2 dingen
doen. De eerste is om de buitenlandse situatie hetzelfde te behandelen als de binnenlandse.
De tweede mogelijkheid is om de binnenlandse situatie hetzelfde te behandelen als de
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper afgestudeerd. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.
Is Stuvia te vertrouwen?
4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)
Afgelopen 30 dagen zijn er 64438 samenvattingen verkocht
Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen