De casussen en vragen die in de syllabus zijn opgesteld zijn zorgvuldig aangevuld met de in de behandelde stof. Met behulp van geluidsopnames is de wc letterlijk uitgeschreven. Wanneer je dit leert zal je een ruim voldoende halen.
Bronnen van strafprocesrecht en domeinen van opsporing
2019 - Week 1Leerdoelen:
De deelnemers kunnen na bestudering van de literatuur en de jurisprudentie en na
actieve deelname aan de colleges:
a. de plaatsbepaling en het doel van het strafprocesrecht beschrijven;
b. de bronnen en uitgangspunten die ten grondslag liggen aan het Nederlandse
strafprocesrecht beschrijven;
c. ontrafelen hoe deze bronnen zich tot elkaar verhouden;
d. beredeneren wat er wordt bedoeld met consensuele procedures/klassieke
afdoening;
e. uitleggen welke betekenis moet worden toegekend aan art. 1 Sv;
f. beoordelen wanneer sprake is van strafvordering en van opsporing (art. 132a
Sv);
g. beredeneren welke betekenis het opsporings- en strafvorderingsbegrip heeft;
h. de diverse domeinen van opsporing herkennen en toepassen.
Vragen
a. Wat houdt strafvordering in?
Regels om het materieel strafrecht te verwezenlijken. Regel over hoe en door wie
wordt onderzocht of überhaupt en strafbaar feit is gepleegd, door wie door welke
maatstaven erover kan worden geoordeeld en of een beslissing over de zaak kan
worden gegeven. Het strafproces is de noodzakelijke schakel tussen het strafbaar
feit en de door de rechter op te leggen sanctie. Het begrip strafvordering houdt in
de gehele procedure in strafzaken, dus het omvat zowel de opsporing als de
vervolging en de tenuitvoerlegging. Ook het rechterlijk handelen in strafzaken
hoort hierbij.
b. Wat zijn dwangmiddelen?
Bevoegdheden die daadwerkelijk inbreuk maken op rechten en vrijheden van de
betrokkenen. Als aan alle wettelijke voorwaarde is voldaan kan de verdachte ook
in voorlopige hechtenis worden gezet. Dat maakt dus inbreuk op de fysieke
vrijheid. Tenuitvoerlegging van straffen en maatregelen zijn geen dwangmiddelen.
En ook als de betrokkenen toestemming geeft om de bevoegdheid om op hem of
haar uit te oefenen. Een voorbeeld is fouilleren, dat is een dwangmiddel en deze
moet gelegitimeerd worden. Maar als je naar een concert gaat bijvoorbeeld geef je
toestemming, dus dat is geen dwangmiddel.
1
, Bronnen van strafprocesrecht en domeinen van opsporing
c. Wat is opsporing en welke varianten zijn daarin denkbaar? Motiveer uw
antwoord.
Opsporing markeert het beginpunt van strafvordering art. 1 Sv. Art. 132a Sv:
opsporing is het onderzoek in verband met strafbare feiten onder gezag van de
officier van justitie met als doel het nemen van strafvorderlijke beslissingen. Het
onderzoek is gericht op het aan het licht brengen van strafbare feiten. Er hoeft nog
geen concreet zicht op de feiten te bestaan.
1. Klassieke opsporing onderzoek naar aanleiding van een (redelijk
vermoeden) dat een concreet strafbaar feit is gepleegd: verdenking.
Strafbare poging en voorbereiding kunnen ook klassiek worden
opgespoord want een poging tot moord is een concreet strafbaar feit. In dit
domein hoeft niet per se sprake te zijn van een verdachte. Er moet sprake
zijn van een redelijk vermoeden dat een strafbaar feit is gepleegd. Art. 52
en art. 126g Sv. Doel = opheldering en sanctieoplegging. Inzet van alle
dwangmiddelen toegestaan (mist aan voorwaarden voor inzet toegestaan)
2. Georganiseerd verband onderzoek naar aanleiding van een redelijk
vermoeden dat is georganiseerd verband misdrijven als omschreven in art.
67 lid 1 Sv worden beraamd of gepleegd en een ernstige inbreuk op de
rechtsorde opleveren. Er is nog geen concreet strafbaar feit gepleegd en
klassieke dwangmiddelen inzetten is niet mogelijk, alleen de
dwangmiddelen van art. 126o e.v. zijn toepasbaar. Doel = zicht krijgen op
criminele organisatie. Art. 126o Sv staan voorwaarden in. Inzet BOB-
bevoegdheden toegestaan, art. 126o (mits aan voorwaarden voor inzet is
voldaan).
3. Opsporing bij terroristische misdrijven: Er hoeft hier geen redelijk
vermoeden te zijn alleen maar aanwijzingen. Wanneer slechts
aanwijzingen bestaan dat een terroristisch misdrijf (twee personen) is of zal
worden gepleegd. Dit is een lagere verdenkingsgraad dan het redelijk
vermoeden. Het gaat om aanknopingspunten van art. 126zd e.v. Sv. Doel =
voorkomen van terroristische misdrijven. Beperkte inzet van
bevoegdheden, zie art. 126zd.
d. Wat wordt bedoeld met vervolging?
De beslissing hierover ligt bij de officier van justitie art. 167 Sv: een rechter bij de
strafzaak betrekken. Ook bijv. voorlopige hechtenis is vervolging want hiervoor is een
machtiging van de rechter-commissaris nodig.Het uitvaardigen van een
2
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Evlinbulut. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.