100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Economie 3e bach - 42 pagina's €7,66   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Economie 3e bach - 42 pagina's

 18 keer bekeken  0 keer verkocht
  • Vak
  • Instelling

Deze samenvatting is 42 pagina's lang. Dit document geeft je een goed overzicht en uitleg van alle concepten aan de hand van voorbeelden. De samenvatting is gemaakt met alle info van de slides en alle notities van in de les. Geslaagd van de 1e keer.

Voorbeeld 4 van de 43  pagina's

  • 13 juli 2024
  • 43
  • 2023/2024
  • Samenvatting
avatar-seller
Module 0: De economische invalshoek
Wat is economie:
- Economische wetenschap: economics
- De economie: the economy
- De economische wetenschap is de studie van de economie in zijn geheel
Niet gewoon het onderwerp, maar ook de specifieke invalshoek bepaalt de essentie van
economie als wetenschap
The American Economic Review: 1 van de belangrijkste academische tijdschriften
Rationele keuze als basis van het gedragsmodel:
- De keuze van economische agenten, gebaseerd op voorkeuren en beperkingen, staat
centraal in economie als wetenschap
- Bv. student: wat zal ik deze week in Leuven eten?
- De economische agent (homo economicus) heeft alle info en maakt hierop een
rationele keuze  de beste keuze volgens zijn voorkeuren en ook uit de mogelijke
keuzes bepaald door de beperkingen
- Rationaliteit gaat niet over de inhoud van de voorkeuren, maar gaat over handelen
volgens de inhoud van je voorkeuren (rationeel handelen)  ook altruïsme,
imperfecte informatie, en beslissingsfouten zijn mogelijk
- Descriptief/positieve uitspraken: de realiteit gaan beschrijven
Als je handelt volgens de inhoud van je voorkeuren, dan ben je rationeel aan het handelen
Normatieve evaluatie en bijsturing:
- Naast het bestuderen van keuze, zijn ook evaluatie en eventuele bijsturing van de
resulterende uitkomst (evenwicht) essentieel
- Bv. als de uitkomst niet ‘goed’ is, dan moet je hem ‘beter’ maken
- Voor evaluatie en bijsturing moeten we weten wat ‘goed’, ‘beter’ en ‘best’ is
(prescriptief/normatief)
- Prescriptieve/normatieve uitspraken: beschrijven wat wenselijk is
- Bv. normatieve uitspraak: de belasting op alcoholconsumptie moet verhoogd worden
 Bevat een beetje een mening
Meerkeuzevraag: 2 uitspraken gegeven  zeggen of het normatief of positief of beide is
Economisten handelen vaak volgens het Pareto principe:
- Als we minstens 1 persoon beter kunnen maken, zonder dat er iemand slechter van
wordt, dan ben je zeker dat er een verbetering is (zeer streng criterium)
- We willen Pareto verbeteringen in onze samenleving, omdat we dan zeker weten dat
er verbetering is
Waarom moeten biomedische wetenschappen economie kennen?  waarde van
mensenleven, prijsdiscriminatie bij geneesmiddelen, overconsumptie in gezondheidszorg, …?

1

,Consumptie:
- Welvaart in een maatschappij hangt af van de behoeftebevrediging (consumptie) van
haar leden als consumenten
- De consumptie gebeurt vaak in gezinsverband, maar de consument is geen gezin
- Niet het volledige inkomen wordt geconsumeerd, maar overige deel wordt gespaard
- Sparen = uitgestelde consumptie
- Consumptie op verschillende niveaus: persoon, gezin, bedrijf, overheden
- Consumere: verteren, vernietigen, verkwisten  maar niet alle goederen worden
vernietigd op het moment zelf  bv. duurzame goederen: kleding, auto,
meubelen  Auto: heeft dus een consumptie- en een spaarcomponent
- Auto/gsm: verliest na een tijd zijn waarde, omdat je die langzaam opgebruikt
Productie:
- Producere: voortbrengen, grootbrengen
- Productie: goederen en diensten worden tot stand gebracht, en worden op gepaste
tijd en plaats ter beschikking gesteld
- Productieproces: inputs omzetten in outputs
- Inputs: - Lopende inputs (bv. grondstoffen en hulpstoffen)
- Productiefactoren (bv. arbeid en kapitaal)
Productieproces broodje:
- Je hebt allemaal benodigdheden die nodig zijn om tot je eindproduct te komen
- Lopende inputs: grondstoffen (ingrediënten) en hulpstoffen (elektriciteit)
- Productiefactoren: arbeid en kapitaal (toonbank, ijskast)
- Die factoren leiden tot je productieproces en uiteindelijk je output = broodje
Kapitaalgoederen en investeringen:
- Kapitaalgoederen: duurzame productiemiddelen  deel gaat verloren in productie
proces en een deel gaat verloren door depreciatie of afschrijving
 Dingen verliezen hun waarde door het te gebruiken, bv. auto
- Afschrijven: bv. je kapitaalgoederen afschrijven na een bepaalde tijd
 iets verliest waarde na een bepaalde tijd
- Kapitaalgoederen: ook investeringsgoederen
- Deel van die investering zal een vervangingsinvestering zijn om afgedankt
kapitaal te vervangen
- Deel netto investering, omdat het nieuwe vaak uitgebreider en beter zal zijn
dan wat er origineel was (uitbreiding van de zaak)
- Kapitaalgoederen kunnen fysiek zijn (bv. toonbank) of menselijk (bv. vakkennis)
Toegevoegde waarde:
- Productieproces zorgt voor verbetering: waarde broodjes is groter dan van de
lopende inputs (er wordt waarde gecreëerd)



2

, - Bruto-toegevoegde waarde: de waarde die arbeid en kapitaal aan lopende inputs
toevoegen  verschil tussen waarde lopende inputs (€2) en broodjes (€3)
- Netto-toegevoegde waarde: wat productiefactoren hebben toegevoegd, en dus aan
hen kan uitgekeerd worden als vergoeding
Toegevoegde waarde en inkomen:
- Cruciale identiteit tussen inkomen en toegevoegde waarde
- Uitbater = eigenaar kapitaal: 0,6 euro verdiend per broodje
- Uitbater ≠ eigenaar kapitaal: opsplitsing  ‘loon’ als vergoeding voor uitbater
(werknemers) + ‘huur, interest of divident’ (winstuitkering) voor eigenaar kapitaal
BBP: bruto binnenlands product
- Som van alle bruto toegevoegde waarden  ruwe indicator van het totale inkomen in
een land of een werelddeel
- Marktwaarde van alle finale goederen en diensten
- Maatstaf voor de grootte van een economie
Welvaart: wordt onder meer bepaald door het inkomen
Probleem: BBP vergelijken doorheen de tijd door inflatie is moeilijk, maar ook tussen landen
vergelijken is moeilijk door waardeverandering
Veel inflatie: de koopkracht van je geld wordt minder, dus je geld is minder waard
 alles wordt dus duurder
Door inflatie en waardeverandering van je geld kan je het BBP van bv. vorig jaar niet
vergelijken met het BBP van 30 jaar geleden
Je kan ook niet zomaar het BBP van landen vergelijken, omdat sommige landen duurder of
goedkoper zijn in vergelijking met anderen  met hetzelfde geld kan je dus niet overal
evenveel kopen
Koopkrachtpariteiten ppp: correcties die uitgevoerd worden zodat je toch over de tijd en
tussen verschillende landen kan vergelijken  ppp: gecorrigeerd getal voor inflatie en
tussen verschillende landen
We moeten ook een correctie maken, omdat er ook meer bevolking is dan vroeger, dus er is
ook meer toegevoegde waarde
Constante groei resulteert in een constant oplopende rechte  vanaf 1800 was er
voor heel veel economieën een constante groei (sterke groei BBP)
Negatieve groei: BBP krimpt  economische recessie als de groei negatief is
gedurende 2 of meer opeenvolgende kwartalen
Nu: signalen dat we in recessie zullen gaan, maar ook signalen dat het niet
zo is, dus het wordt afwachten
Niet elke beweging naar beneden is een recessie

3

, Recente groeicijfers voor België:
- Groeivoeten (g) meestal ergens tussen 1% en 5% schommelingen =
conjunctuur (geen recessie)
- Fluctuerende bewegingen zijn normaal, maar wijzen niet per se op een recessie
Zware recessie: daling van wereld BBP (door corona?)
Discussie: is bbp per capita een goede welvaartsmaatstaf?
- Beperkingen bbp: toegevoegde waarden worden gecreëerd
door diensten, maar ook andere zaken genereren een toegevoegde
waarde
- Bbp afhankelijk van land en regio worden illegale informele zaken meegeteld, terwijl
daar wel geen data van bestaan (bv. wapenhandel?)
- BBP wordt dus vaak gebruikt als maatstap voor de economie, maar moet eigenlijk
beter gezien worden als grootte van de economie
BBP: ontworpen om economische activiteit te meten en niet zozeer welvaart  daardoor
zijn er een aantal problemen
BBP per capita:
- Meet alle economische activiteit, ook verwerpelijke activiteit
- Een gemiddelde en zegt dus niets over de verdeling
- Zeker niet de enige relevante indicator van welvaart
Ongelijkheid speelt ook een rol bij bbp, bv. tussen landen en ook in elk land
Grafiek: bbp uitgedrukt in dollars en tegenover de levensverwachting  hoe hoger bbp, hoe
hoger de levensverwachting
Soms ook uitzonderingen: bv. Rusland en Bangladesh hebben dezelfde levensverwachting,
maar Rusland heeft wel een veel hoger bbp dan Bangladesh




4

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper sarahvcr. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,66. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 62555 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€7,66
  • (0)
  Kopen