Samenvatting culturele psychologie
Cross-cultural psychology en de artikelen (2019)
Femke van Leth, Tilburg University
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 – Understanding Cross-Cultural Psychology................................................................................2
Henrich et al., 2010 – Hoorcollege 1............................................................................................................... 6
Moderne geïndustrialiseerde samenlevingen vs. Kleinere samenlevingen.........................................................6
Westerse samenlevingen vs. Niet-Westerse (geïndustrialiseerde) samenlevingen.............................................7
Amerikanen vs. Andere Westerse samenlevingen...............................................................................................8
Amerikaanse universitaire studenten vs. Andere Amerikanen (lager geschoold)...............................................8
Hoofdstuk 3 – Methodology of Cross-Cultural Research.................................................................................9
Hofstede, 2011 – Hoorcollege 2.................................................................................................................... 13
Power Distance..............................................................................................................................................14
Uncertainty Avoidance..................................................................................................................................14
Individualisme versus collectivisme...............................................................................................................14
Mannelijkheid versus vrouwelijkheid............................................................................................................15
Lange- of korte-termijn oriëntatie.................................................................................................................15
Indulgence versus restraint...........................................................................................................................15
Smith, 2002 – Hoorcollege 2......................................................................................................................... 16
He & Van de Vijver, 2012 – Hoorcollege 3..................................................................................................... 17
Hoofdstuk 2 – Critical Thinking in Cross-Cultural Psychology.........................................................................19
Arends-Toth & Van de Vijver, 2003 – Hoorcollege 4......................................................................................21
Van de Vijver, 2015 – Hoorcollege 4............................................................................................................. 23
Hoofdstuk 10 – Social Perception, Social Cognition and Social Interaction.....................................................24
Sociale perceptie: houdingen en waarden.........................................................................................................24
Sociale cognitie: hoe analyseren we het gedrag van anderen?.........................................................................25
Sociale interactie: conformiteit en gehoorzaamheid.........................................................................................26
Hoofdstuk 11 – Personality and the Self....................................................................................................... 28
Geslacht..............................................................................................................................................................30
Aydinli & Bender, 2015 – Hoorcollege 5........................................................................................................ 32
Cohen, 2011 – Hoorcollege 6........................................................................................................................ 35
Graham et al., 2016 – Hoorcollege 6............................................................................................................. 36
Van Osch, 2017 – Hoorcollege 7................................................................................................................... 37
,Hoofdstuk 8 –.............................................................................................................................................. 37
Kagircibasi, 2002 – Hoorcollege 8................................................................................................................. 37
Hoofdstuk 5 –.............................................................................................................................................. 37
Hoofdstuk 9 –.............................................................................................................................................. 38
Malda et al., 2010 – Hoorcollege 9............................................................................................................... 38
Hoofdstuk 6 –.............................................................................................................................................. 38
Guess, 2004 – Hoorcollege 12....................................................................................................................... 38
Doosje et al., 2016 – Hoorcollege 13............................................................................................................. 38
Hoofdstuk 1 – Understanding Cross-Cultural Psychology
- Belangrijke vraag: kunnen onderzoeksmethoden en psychologische interventies uit 1
deel van de wereld effectief worden gebruikt in andere culturen?
o Hoe groot zijn de verschillen tussen culturen en wat betekent dit?
Belangrijk probleem: psychologisch onderzoek is niet divers
Ander probleem: niet-Engels onderzoek wordt vaak genegeerd
- De manier waarop mensen de wereld zien wordt beïnvloed door de plek waar ze
wonen, en de gevoelens en ideeën die hierbij horen -> invloed op gedachtes en
emoties -> cross cultural psychology: de kritische en vergelijkende studie van
culturele effecten op menselijke psychologie -> focus op verschil en gelijkheid
o Wat is psychologische diversiteit en hoe kan dit worden verklaard?
o Ook: wat zijn universele fenomenen onder mensen? (Bijv.: persoonlijkheid)
- Cross-culturele psychologie is anders dan culturele psychologie: focust op connecties
tussen een cultuur en de psychologie van de individuen in die cultuur -> menselijk
gedrag is alleen betekenisvol als het wordt bekeken in de socioculturele context
o Er wordt hierbij dus geen vergelijking gemaakt tussen 2 of meer culturen
- Cultuur: een set van houdingen, gedragingen en symbolen die wordt gedeeld door
een grote groep mensen en meestal van generatie op generatie wordt doorgegeven
o Houdingen: meningen, waardes, algemene kennis, bijgeloof en stereotypes
o Gedragingen: normen, rollen, gebruiken, tradities en gewoontes
o Symbolen: representaties van dingen of ideeën -> bepaalde betekenis
- Expliciete kenmerken cultuur: observeerbare gedragingen
- Impliciete kenmerken cultuur: de principes die achter het expliciete gedrag liggen
- Een samenleving is een groep mensen, een cultuur is hoe die mensen samenleven
- Race: een groep mensen die van anderen worden onderscheiden door bepaalde
gelijke en genetisch bepaalde fysieke eigenschappen -> evolutionair?
o Deze eigenschappen worden duidelijker door voortplanting onderling
o We gebruiken ras om te identificeren, wat kan leiden tot discriminatie
- Ethnicity: culturele erfelijkheid -> gelijke ervaringen van mensen in dezelfde cultuur
- Nation: een groep mensen die geografische afkomst, historie, taal en politiek delen
- Religious affiliation: de aanname van kennis, geloof en gedrag van een godsdienst
o Religie heeft sterkere psychologische wortels dan de ‘nieuwe’ wetenschap
,- Kennis is informatie met een doel of nut -> verschillende doelen hebben gezorgd
voor het ontstaan van verschillende soorten kennis -> 4 bekende categorieën:
o Scientific knowledge: kennis door systematische observatie, metingen en
evaluaties van psychologische fenomenen -> concepten en theorieën
Theorie: een verklaring die ons helpt te bedenken hoe en waarom
bepaalde gebeurtenissen gerelateerd zijn aan elkaar -> voorspellingen
Deze voorspellingen worden getest met experimenten
o Popular knowledge (of folk theories): een collectie van populaire aannames
en overtuigingen -> geformuleerd door mensen (niet wetenschappers)
Hieronder vallen algemene en persoonlijke ideeën over
psychologische fenomenen (gewoontes, bijgeloof en vooroordelen)
o Ideological (value-based) knowledge: kennis die voortkomt uit stabiele
percepties van goed en fout (moraliteit) en het doel van het menselijk leven
Dit zijn dogmatische principes: ze staan niet open voor onderzoek
Een belangrijk voorbeeld van deze kennis is religie -> niet te testen
o Legal knowledge: wetten en andere voorschriften gemaakt door autoriteiten,
die het mogelijk maken om psychologisch handelen te beoordelen
Dit is afhankelijk van de samenleving waarin je opgroeit
- Alle vormen van kennis zijn belangrijk in ons leven en moeten dus worden gebruikt,
een wetenschapper moet zich alleen bewust zijn van de werkelijkheid/waarheid
- Traditional culture: een cultuur gebaseerd op tradities, regels, symbolen en principes
die grotendeels zijn ontstaan in het verleden en nu nog steeds zo worden gebruikt
o Bestaat vaak binnen lokale samenlevingen + tolereert geen vernieuwing
o Sociale rollen worden toegewezen, er is focus op gewoonte en routine, een
duidelijke scheiding tussen goed en kwaad, de waarheid is niet aanvechtbaar
en individuele keuzes zijn beperkt door sociale grenzen en voorschriften
Hierbij is ook vaak sprake van seksisme -> vrouwen mogen minder
Vaak accepteren ze dit zelf -> er is geen sprake van onderdrukking
- Non-traditional culture: gebaseerd op nieuwe principes, ideeën en gewoontes
o Er is sprake van wetenschappelijke kennis en technologie + dynamiek
o Sociale rollen worden individueel bereikt, er is focus op individuele keuze, de
scheiding tussen goed en kwaad is relaties en de waarheid komt voort uit de
strijd tussen verschillende ideeën + er is sprake van meer individuele keuzes
Te veel keuzemogelijkheid kan echter wel zorgen voor problemen
- Cultureel denken gaat vaak in de dichotome termen van Hofstede -> categorisch:
o Power distance: in hoeverre men accepteert dat macht oneerlijk verdeeld is
o Uncertainty orientation: algemene manieren waarop er met onduidelijkheid
wordt omgegaan in ons dagelijks leven of in dagelijkse situaties
Uncertainty avoidance: de mate waarin men zich oncomfortabel voelt
bij het idee van onduidelijkheid en ambiguïteit (anders: acceptance)
Westerse culturen ontlopen onduidelijkheid minder
o Collectivisme en individualisme: de bekendste dimensie van Hofstede
Individualisme: focus op jezelf en je naaste familie (het Westen)
Collectivisme: gedrag gebaseerd op zorg voor anderen + tradities
Vooral Oosters -> minder middelen -> samenwerken?
- Triandis heeft de verticale (macht: werkgever/werknemer) en horizontale (gelijkheid:
vrienden, familie) dimensies van collectivisme en individualisme ontworpen
, o Independent (onafhankelijkheid) + gelijkheid: horizontaal individualisme
Voorbeeld: Australië, Zweden, Noorwegen, Denemarken
o Independent (onafhankelijkheid) + ongelijkheid: verticaal individualisme
Voorbeeld: Amerika, Groot-Brittannië en Frankrijk
o Interdependent (erbij horen) + gelijkheid: horizontaal collectivisme
Voorbeeld: Brazilië, Spanje
o Interdependent (erbij horen) + ongelijkheid: verticaal collectivisme
Voorbeeld: traditionele culturen in bijvoorbeeld India + Rusland
- Culturele syndromen (Triandis): patronen of combinaties van gedeelde normen,
waarden, aannames en overtuigingen -> georganiseerd rondom een thema
o Tightness: regels en normen voor sociale situaties + sancties voor schending
o Cultural complexity: het aantal verschillende culturele elementen
o Activity and passivity: actieve gedragingen versus gedachten
o Honor: agressieve gedragingen in de naam van zelfverdediging
o Embeddedness: de hele groep of familie = belangrijker dan het individu
- Cultuur wordt op verschillende manieren onderzocht -> deze manieren van aanpak
zijn alleen wetenschappelijk als ze kunnen worden weerlegd (falsifiable theories):
o Natural science: beschrijven, voorspellen en begrijpen van natuurlijke
fenomenen -> een belangrijk onderdeel hiervan is de biologie (genetica)
Onderzoek naar biologische structuren en fysiologische processen
De uiting van onze genen wordt bepaald door onze omgeving
Neuroscience: het onderzoeken van ons zenuwstelsel -> hierbij wordt
gefocust op de breinmechanismen achter psychologisch gedrag
Evolutie: cultuur zou een nuttig onderdeel zijn van onze overleving,
anders was het er niet -> het helpt ons aan te passen aan de situatie
Aanpassen -> meer nageslacht -> goede genen overheersen
Vaak is dit gebaseerd op ons evolutionaire verleden (Darwin)
Veel variatie in genen is beter -> makkelijker aanpassen
o Sociale wetenschappen: de relaties tussen individuen + sociale structuren
Sociale krachten -> gedrag van grote groepen -> individuen
Antropologie: de studie van de mens -> heel breed en grootschalig
Economie: de productie, distributie en consumptie van bronnen
Wat is de invloed van cultuur op economische keuzes?
Sociologie: sociale acties van mensen -> invloed van groepen
o Geesteswetenschappen: het onderzoeken van de menselijke cultuur in
historische en creatieve termen + ze zijn kritisch en soms speculatief
Er wordt veel rekening gehouden met literatuur, taal, filosofie, religie
en kunst -> de humanist tradition: de subjectieve kant van het individu
Denk aan vrijheid, schoonheid en morele verantwoordelijkheid
Begrip voor jezelf, openheid en verbetering zijn belangrijk
Focus op kunst: een niet-wetenschappelijk deel van ons
o De eco-culturele aanpak: mensen zijn actieve participanten in hun proces van
interactie met de omgeving (bijv.: kinderen en ouders beïnvloeden elkaar)
Ecologische context: de natuurlijke setting waarin mensen en de
omgeving interacteren -> voeding, warmte of kou + aantal mensen
Sociopolitical context: de mate waarin mensen meedoen in lokale en
wereld-beslissingen -> vrijheid, regering en ideologische waarden