Inhoudsopgave
Voorwoord
Samenvatting
Inleiding 5
1. Probleemanalyse 7
2. Probleemdefinitie 8
2.1 Doelstelling 8
2.2 Onderzoeksvraag 8
2.3 Deelvragen 8
3. Theoretisch kader 9
3.1 Deelvraag 1: Wat is een informeel sociaal netwerk? 9
3.2 Deelvraag 2: Wat is kenmerkend voor informeel sociale netwerken van
mensen met een licht verstandelijke beperking? 9
3.3 Deelvraag 3: Hoe geeft Xxxxxxxxxxnu
vorm aan het versterken van het informeel sociale netwerk van cliënten? 10
4. Het onderzoeksmodel 11
5. Het onderzoeksontwerp 12
5.1 De context 12
5.2 Procedure en respondenten
5.3 (Meet)instrumenten 13
5.4 Analyses 13
Reflectie 14
Literatuurlijst 15
Bijlage 1 Zorgprogramma Ouder-Kind 16
Bijlage 2 Plan van aanpak 17
, Samenvatting
Voor u ligt fase 1 tot en met 3 van een onderzoeksrapport betreffende het versterken van het
informele netwerk van cliënten van xxxxxxxxxxxxx. Dit rapport is gemaakt als eindopdracht
voor fase 1 van de opleiding Bachelor Sociaal Pedagogische Hulpverlening.
Burgers dienen door de transitie van verzorgingsstaat naar de participatiesamenleving zoveel
mogelijk op eigen kracht te doen, in samenwerking met hun sociaal netwerk.
Een voordeel van de participatiesamenleving is dat het goedkoper is, maar er zijn ook
nadelen te noemen. Kwetsbare mensen, waaronder de cliënten van xxxxxx xxx (ouders met
een licht verstandelijke beperking), hebben vaak geen familie of ondersteunend netwerk. Het
is er niet of ze kunnen het niet creëren of onderhouden. Professionele ondersteuning zal dus
altijd noodzakelijk blijven (Movisie, 2015). In het afstudeerrapport van Groenendaal (2017),
uitgevoerd bij het Ouder-Kind Project te Tilburg is te lezen, dat de hulpverlening nog
onvoldoende aandacht besteed aan het informeel sociaal netwerk van de cliënt, omdat men
niet weet hoe men hiernaar moet handelen.
De hoofdvraag luidt: Hoe versterken begeleiders samen met de cliënten van Xxxxxxxxxxhet
informeel sociaal netwerk van cliënten van xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx?
Het doel van het onderzoek is de begeleiders en cliënten van Xxxxxxxxxxhandvatten te
geven om het informeel sociaal netwerk van cliënten van Xxxxxxxxxxte versterken. Op basis
van deze onderzoeksgegevens kunnen de begeleiders van Xxxxxxxxxxworden geïnformeerd.
Bij het onderzoek wordt gebruik gemaakt van desk –en fieldresearch. De deskresearch zal
bestaan uit relevante en wetenschappelijke literatuur. Fieldresearch zal gedaan worden
middels de kwalitatieve onderzoeksmethode. Deze zal bestaan uit een vragenlijst speciaal
gemaakt voor cliënten en een vragenlijst voor begeleiders. Deze methode is gekozen omdat
het naast de theorie, van groot belang is te weten, hoe cliënten en begeleiders het informeel
sociaal netwerk het liefst ingevuld zouden zien. Wat doen ze nu al? Wat moet er anders? Wat
gaat er niet goed?
Dit rapport bevat fase 1 tot en met 3 van de onderzoekscyclus en eindigt na de
onderzoeksmethode en het onderzoeksontwerp.
Indien de onderzoekscyclus afgerond zou worden, zou na het verzamelen van deze data de
informatie verzameld worden in een interviewverslag en geanalyseerd gaan worden. Hier
kunnen conclusies en eventuele aanbevelingen aan worden verbonden.
, Inleiding
Xxxxxxxxxxbiedt vrijwillige, laagdrempelige, langdurige en praktische pedagogische
begeleiding aan ouders met een licht verstandelijke beperking en hun kinderen. Voor deze
doelgroep is het haast ondoenlijk te voldoen aan de eisen die de huidige maatschappij aan
hen stelt. Er is vaak sprake van een te weinig krachtig netwerk en ze zijn meestal niet of
nauwelijks in staat dit netwerk zelfstandig te ontwikkelen. Om deze reden is er veelal
behoefte aan chronische netwerkondersteuning.
Tijdens mijn stage bij Xxxxxxxxxxzie ik, dat er bij de start van de begeleiding van de
doelgroep, aandacht wordt besteed aan het informele netwerk door het netwerk in kaart te
brengen. Wat ik nog niet zie is hoe het netwerk uitgebreid en versterkt wordt. Om deze reden
heb ik het onderwerp voor mijn onderzoek gekozen: Het versterken van het informele sociale
netwerk van cliënten van Xxxxxxxxxxx.
In dit onderzoek komen diverse aspecten uit de bestudeerde modules (Professioneel
begeleiden, professionele communicatie, kernbegrippen SPH) naar voren. Kennis van de
doelgroep en de betrokken instanties, zowel professionele –en vrijwillige organisaties is
essentieel, om samen met de cliënt een goed informeel sociaal netwerk op te zetten en te
behouden.
Onderzoeksvraag:
Hoe versterken begeleiders samen met de cliënten van Xxxxxxxxxxhet informeel sociaal
netwerk van cliënten van Xxxxxxxxxxx?
Dit om de volgende doelstelling te bereiken:
De begeleiders van Xxxxxxxxxxhebben handvatten om het informeel sociaal netwerk van
cliënten van Xxxxxxxxxxte versterken. Op basis van deze onderzoeksgegevens kunnen de
begeleiders van Xxxxxxxxxxworden geïnformeerd.
Deelvragen:
Theoretische deelvragen:
1. Wat is een informeel sociaal netwerk?
2. Wat is kenmerkend voor een informeel sociaal netwerk van ouders met een licht
verstandelijke beperking?
3. Hoe geeft Xxxxxxxxxxnu vorm aan het versterken van het informeel sociaal netwerk van
cliënten?
Empirische deelvragen:
4. Waar moet een informeel sociaal netwerk volgens cliënten van Xxxxxxxxxxaan voldoen?
5. Wat kunnen de begeleiders van cliënten van Xxxxxxxxxxvolgens de cliënten doen om hen
te helpen bij het versterken van hun informeel sociaal netwerk?
Scope
Het onderzoek beperkt zich tot cliënten en begeleiders van Amarant Ouder Kind Noordoost-
Brabant.
Leeswijzer
Het onderzoeksrapport heeft een procesgerichte indeling. Een indeling volgens de
procesgerichte benadering volgt de stappen in het onderzoek en vanaf de hoofdvraag kan de
lezer precies volgen hoe het onderzoek is uitgevoerd (Braas, Couwelaar & Kat, 2016).
In het rapport zijn de eerste drie fasen doorlopen uit het Praktijkgericht onderzoek, opzetten,
uitvoeren, analyseren en rapporteren (Van der Velde, Jansen & Dikkers, 2018).
In hoofdstuk 1 zal de eerste fase, de probleemanalyse aan bod komen waarna in hoofdstuk 2
een probleemdefinitie opgesteld wordt. De probleemdefinitie wordt opgedeeld in de
doelstelling, de onderzoeksvraag en de deelvragen (theoretische en empirische deelvragen).
Hier wordt het onderwerp gespecificeerd en afgebakend.
In fase 2 van het onderzoek wordt in hoofdstuk 3 het theoretisch kader behandeld. Door
bestudering van relevante literatuur over informele sociale netwerken worden de theoretische
5
, deelvragen beantwoord. De tweede fase eindigt met hoofdstuk 4 waar het onderzoeksmodel
wordt beschreven, welke dient ter beeldvorming van de hoofdvariabelen uit de centrale
onderzoeksvraag en de onderlinge relaties daartussen. In fase 3, het ontwerpen van plan van
aanpak, zal in hoofdstuk 5 het onderzoeksontwerp worden uitgewerkt. Dit ter voorbereiding
op het praktijkonderzoek welke gebruikt zal worden om de empirische deelvragen te kunnen
beantwoorden. Dit rapport eindigt conform de opdracht na fase 3 van de onderzoekscyclus.
Fase 1: probleemdefinitie
opstellen (probleemanalyse)
Fase 5: Conclusies trekken en Fase 2: Bronnen bestuderen en
aanbevelingen doen onderzoeksmodel bouwen
Fase 4: Onderzoek uitvoeren
Fase 3: Plan van aanpak
Fase 4a: Data verzamelen
ontwerpen
Fase 4b: data analyseren
Figuur 1 De cyclus voor praktijkgericht onderzoek (Van der Velde et al., 2018)
6