,Inhoudsopgave
1 Inleiding .............................................................................................................................. 2
2 Methodologie ...................................................................................................................... 4
2.1 Participantengroep ..................................................................................................... 4
2.2 Procedure en instrumenten ....................................................................................... 5
2.3 Analyse......................................................................................................................... 5
3 Theoretisch kader ............................................................................................................... 7
3.1 Winti ............................................................................................................................ 7
3.2 Omgang met slavernij .............................................................................................. 10
4 Resultaten ......................................................................................................................... 12
4.1 Bonuman ................................................................................................................... 13
4.2 Harmonie................................................................................................................... 14
5 Conclusie .......................................................................................................................... 16
Literatuurlijst ......................................................................................................................... 17
Bijlagen ................................................................................................................................ 20
Transcript interview 1 .................................................................................................... 20
Transcript interview 2 .................................................................................................... 46
Transcript interview 3 .................................................................................................... 59
Transcript interview 4 .................................................................................................... 74
Onderzoeklogboek .......................................................................................................... 95
1
,1 Inleiding
Op 1 juli 1863 werd de slavernij in Suriname wettelijk afgeschaft.1 Alhoewel dit 161 jaar
geleden is, wil dit nog niet zeggen dat de nazaten van de tot slaaf gemaakten hier niks meer van
merken. Het slavernijverleden werkt door tot op de dag van vandaag. Dit wordt ook bevestigd
door het onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut, dat de ervaringen en behoeften van, onder
meer, afstammelingen van tot slaaf gemaakte Afro-Surinamers onderzocht.2 De respondenten
gaven aan dat de pijn van hun voorouders door de generaties heen aan hen is doorgegeven.3 Op
individueel niveau zorgt dit bij de nazaten voor moeite in de omgang met emoties,
“hechtingsproblematiek, of mentale problematiek zoals depressies”.4 Dit wordt tevens
veroorzaakt doordat veel nazaten niet precies weten waar ze vandaan komen door het ontbreken
van een deel van hun familiegeschiedenis.5
De podcast De plantage van onze voorouders illustreert dit. Deze podcast volgt de
zoektocht van Maartje Duin naar haar herkomst. In de zesde aflevering gaat Duin samen met
Peggy Bouva op zoek naar verhalen over hun voorouders uit de slavernijtijd in Suriname bij
oudere familieleden. Tijdens een interview met de oom van Bouva toont de oom een
tegenstrijdige houding door aanvankelijk weinig over de familiegeschiedenis te willen delen.
Desondanks deze houding blijft de oom doorpraten, waarna hij uiteindelijk vertelt over zijn
persoonlijke ervaring met de doorwerking van het slavernijverleden:
“Ik bedoel… eh… wij hebben toch als Surinamers een zekere verbintenis met onze voorouders.
Via onze religie hebben sommige mensen dus zeg wel… wij zeggen winti’s, geesten op zich,
die in de slavernijtijd zijn geweest. Dan kan het zijn dat je ligt of zo, en het lijkt alsof je… je
droomt dat je geslagen wordt. Je beleeft eigenlijk het moment… ik heb ook jongens gehad die
als ze heel veel gedronken hadden in trance raakten en gewoon deden als die slaven van:
‘Master, no, don’t do!’ Sla me niet enzo. Na al die jaren is het niet echt verdwenen.”6
Dat religie een belangrijke rol speelt in de persoonlijke ervaring wat betreft de doorwerking van
het slavernijverleden, is geen onbekend fenomeen. Ook in andere Afro-Caribische religies komt
dit voor. Dit werd ook duidelijk in het onderzoek van Anastasios Panagiotopoulos naar
spirituele ‘bezetenheid’ door een geest van tot slaaf gemaakte in Cuba. In dit antropologische
1
Vernooij 2002, p. 232.
2
Ganpat, Yenga & De Winter-Koçak 2023, p. 3.
3
Ganpat, Yenga & De Winter-Koçak 2023, p. 14.
4
Ganpat, Yenga & De Winter-Koçak 2023, p. 15.
5
Ganpat, Yenga & De Winter-Koçak 2023, p. 14.
6
'Lees mee met De plantage van onze voorouders. Aflevering 6: Het Surinaamse zwijgen', vpro.nl.
2
, onderzoek nam Panagiotopoulos deel aan een ceremonie waar de geest Ta’ José, die vroeger
een tot slaaf gemaakte zou zijn en zou werken op een suikerrietplantage, een man overnam.7
Panagiotopoulos benadrukt hierbij dat het verschijnsel van geestbezetenheid door voormalige
tot slaaf gemaakten één van de meest emotioneel intense gebeurtenissen is die de historische
voorstelling van slavernij nog steeds levendig houdt.8
Hoewel het fenomeen van spirituele ‘bezetenheid’ dus bekend is in meerdere Afro-
Caribische religies, is er echter een hiaat in wetenschappelijke onderzoek naar de Winti-religie
en de rol die zij speelt in de omgang met emotionele historische gebeurtenissen. In de
bevolkingstellingen van 2013 door het Algemeen Bureau voor de Statistiek van Suriname gaf
1,84% van de Surinaamse bevolking aan in Winti te geloven.9 Toegegeven is dat dit een klein
gedeelte van de bevolking is. Dit wil desondanks niet zeggen dat een onderzoek naar Winti
irrelevant is. Zo stelt antropoloog Richard Price dat Winti een grote rol speelt in het leven van
velen Surinamers die in Nederland wonen.10 Volgens de literatuur is het namelijk gebruikelijk
dat Surinamers Winti praktiseren naast een andere religie. Zo schrijft cultureel antropoloog
Yvon van der Pijl dat een informant haar, tijdens haar veldwerk in Suriname, vertelde dat de
Creolen vaak een dubbele religieuze identiteit hebben.11 Volgens Joep Vernooij komt dit doordat
Winti lange tijd werd onderdrukt vanuit de regering en vanuit de heersende christelijke religie.12
Dit maakt het goed denkbaar dat Winti voor een veel grotere groep mensen belangrijk
is. Zeker ook wanneer men in het achterhoofd houdt dat in 2022 2,1% van de Nederlandse
bevolking bestond uit mensen met een Surinaamse achtergrond.13 Hierdoor dringt de vraag op
naar de rol die Winti speelt in de omgang met emotionele historische ervaringen, zoals het
slavernijverleden. Dat is dan ook wat ik onderzocht heb. Daarbij is de centrale onderzoeksvraag
als volgt: Op welke manier gaan Afro-Surinaamse Winti-praktiserenden in Nederland om met
de historische ervaringen van slavernij?
Daartoe onderzoek ik eerst onder §3.1 wat Winti precies inhoudt. Vervolgens bespreek
ik in §3.2 hoe Winti-praktiserenden volgens de wetenschappelijke literatuur omgaan met de
historische ervaringen van slavernij. Hierna bespreek ik in hoofdstuk 4 de resultaten uit het
7
Panagiotopoulos 2020, p. 3.
8
Panagiotopoulos 2020, p. 4.
9
Algemeen Bureau voor de Statistiek/Censuskantoor 2013, p. 75.
10
Price 2005, p. 126.
11
Van der Pijl 2002, p. 77.
12
Vernooij 2003, p. 142-146.
13
CBS 2022, p. 35.
3