Dit is de meest recente samenvatting van onderwijssociologie (AY). In deze samenvatting worden de volgende thema's besproken: Cultureel kapitaal, kansengelijkheid, sociaal kapitaal, marktwerking en segregatie en deviatie. Ook de grondleggers en basisbegrippen komen aan bod en de te lezen literatuur...
Vraag 1. Welke van de volgende auteurs introduceerde het concept \\\'ideaaltypen\\\' in de sociologie en paste het toe op onderwijs?
A. Karl Marx
B. Emile Durkheim
C. Max Weber
D. Louis Althusser
Antwoord: C
2.
Vraag 2. Wat is het verschil tussen macht en autoriteit volgens Max Weber?
A. Macht is het vermogen om de wil op te leggen zonder rekening te houden met weerstand, terwijl autoriteit macht is die als legitiem erkend en gerespecteerd wordt
B. Macht is altijd gewelddadig, terwijl autoriteit altijd vreedzaam is
C. Macht wordt uitsluitend door economische middelen uitgeoefend, terwijl autoriteit religieus van aard is
D. Macht en autoriteit zijn synoniemen en betekenen hetzelfde
Antwoord: A
3.
Vraag 3. Welke van de volgende uitspraken beschrijft een voorbeeld van een latente functie van onderwijs?
A. Het behalen van een diploma
B. Het verminderen van criminaliteit door socialisatie
C. Het leren van wiskunde
D. Het verhogen van de werkgelegenheid
Antwoord: B
4.
Vraag 4. Wat wordt bedoelt met \\\'stratificatie\\\' in de context van sociale klasse?
A. De opdeling van een samenleving in horizontale lagen zonder sociale hiërarchie
B. De opdeling van een samenleving in verticale lagen die verschillen in gelijkenissen en macht
C. Het elimineren van sociale klassen door economische gelijkheid
D. Het verdelen van mensen op basis van hun leeftijdsgroep
Antwoord: B
5.
Vraag 5. Wat is een kritiekpunt op Bourdieu\\\'s theorie?
A. Te weinig nadruk op economisch kapitaal
B. Te theoretisch en vaag in empirische toepassing
C. Gebrek aan aandacht voor culturele diversiteit
D. Onvoldoende focus op het belang van habitus
Antwoord: B
6.
Vraag 6. Welke vorm van kapitaal wordt geïllustreerd door een uitgebreide thuisbibliotheek?
A. Economisch kapitaal
B. Cultureel kapitaal
C. Geïncorporeerd cultureel kapitaal
D. Geobjectiveerd cultureel kapitaal
Antwoord: D
7.
Vraag 7. Wat beschrijft het concept van intersectionaliteit in de context van onderwijs?
A. Het gelijktijdig deel uitmaken van verschillende socio-culturele groepen
B. Het onderscheid tussen meritocratie en egalitarisme
C. Het effect van privéonderwijs op onderwijsongelijkheid
D. De impact van diversiteit op schoolprestaties
Antwoord: A
8.
Vraag 8. Welk effect kan het Pygmalion-effect hebben op onderwijsprestaties?
A. Lage verwachtingen van leraren hebben geen invloed op studenten
B. Discriminatie leidt tot lagere prestaties van studenten
C. Verhoging van de verwachtingen van leraren leidt tot hogere prestaties van studenten
D. Privéscholen hebben een positief effect op onderwijsprestaties
Antwoord: C
9.
Vraag 9. Wat is een kritiekpunt op de assimilatie-ideologie in het onderwijs?
A. Het bevordert de integratie van minderheidsgroepen in het onderwijssysteem
B. Het negeert de unieke culturele identiteit van minderheden en kan negatieve effecten hebben
C. Het leidt tot een verbeterde thuissituatie voor minderheidsgroepen
D. Het heeft gemengde effecten op academische prestaties van minderheidsgroepen
Antwoord: B
10.
Vraag 10. Welke term verwijst naar gesloten netwerken van sociale relaties die sociaal kapitaal versterken?
A. Intergenerationele connecties
B. Linking sociaal kapitaal
C. Bonding sociaal kapitaal
D. Economisch kapitaal
Onderwijs en maatschappij hebben een onderlinge invloed op elkaar
Onderwijs -> maatschappij (verschil levensverwachting door opleiding en smaak die beïnvloed wordt
door sociale klasse/ opleidingsniveau)
Maatschappij -> onderwijs (burgerschap in onderwijs)
1.1 Grondleggers sociologie
Karl Marx
- 1818-1883
- Grondlegger communisme
- Voor (onderwijs) sociologie -> belang van sociale klasse
- Karl Marx schreef niet direct over het onderwijs maar volgers zoals (Bourdieu) wel
Marx ging over sociale dynamiek onderwijssysteem
Klasse, economie en maatschappelijke structuren
Marx over klassen
Marx’ denken: mens = arbeid (ingrijpen op natuur, omgeving)
Arbeid zag hij als een schepende activiteit
Sommigen: toe-eigenen van (resultaten van) arbeid -> bezitten productiemiddelen/kapitaal (bvb
bedrijven)
Klassen -> bezitters en niet-bezitters productiemiddelen
Wie de klassen zijn is historisch afhankelijk van productiewijze
Kapitalisme -> bezit van kapitaal, in een samenleving kapitalisten en proletariers (arbeiders)
Klassentegenstelling & klassenbelangen
Belangen van kapitalisten & arbeiders: tegengesteld -> hoe meer naar kapitaal, hoe minder naar
arbeiders en andersom
Klassenstrijd -> confrontatie
M aat
sch ap
p ij Bovenbouw: Superstructuur
-
O nde
r w ijs ,
r e lig i
P r o d u cetie
, w ijz e Onderbouw: infrastructuur
( P r o d u c tie
ju smtiti
id d e le n +
e ig e n d o m s ev e r h o u d in g )
Economische indeling vormt de basis voor andere sociale relaties en instituties, zoals onderwijs
De bovenbouw wordt beïnvloed en gevormd door de onderbouw -> onderwijs weerspiegelt
ongelijkheden machthebbers en niet-machthebbers
Onderwijsinstellingen kunnen bewust of onbewust sociale en culturele normen overdragen -> kan
kritisch denken dat kan leiden tot maatschappelijke veranderingen ontmoedigen
Marxisme implicaties
- Onderwijs weerspiegelt klassenongelijkheid
- Onderwijs inhouden en structuren: in functie van productiewijze
- Legitimering verhoudingen (Louis Althusser)
Heersende klassen in de maatschappij legitimeren verhouding door verspreiding en
mineralisatie van ideologieën
- Voorbereiding op productieproces -> correspondentieprincipe (Bowles & Gintis)
, Onderwijs weerspiegelt en reproduceert economische ongelijkheden die inherent zijn aan het
kapitalisme
Bias Marx -> focus op economische ongelijkheid
Boodschap -> er moet kritisch worden nagedacht over de manier waarop onderwijs wordt
gestructureerd en wie het dient
Denkt Marx dat onderwijs invloed heeft op de maatschappij? Ja, (wel beperkt) door bovenbouw ->
school heeft een indoctrinatie functie -> gericht op reproduceren
Schoolwegingen -> hoger -> meer kinderen van lage milieus en etnische achtergrond -> lager
streefniveau
Schoolweging bepaalt financiering
Max Weber
- 1864-1920
- Sociologie nier als natuurwetenschap (sociale feiten), maar –
Verstehen -> begrijpend/ interpreteren -> zin of betekenis handelen verklaren door
ideaaltypen (typologieen)
- Sociale handelingen -> gedrag waarin individu rekening houdt met gedrag van anderen
Weber ging over complexe sociale dynamieken die inherent zijn aan de onderwijsinstellingen en had
aandacht voor cultuur, religie en individuele handeling
Ideaaltypen van sociaal handelen
- Instrumenteel-rationeel handelen (doel-middel) -> moderniteit
- Waarde-rationeel handelen (middel doet er niet toe) -> ethische, religieuze of morele
overtuigingen
- Affectief handelen -> momentane impulsen/ emotie/ affect
- Traditioneel handelen -> volgens traditie (hoort zo, je bent het gewend)
Vele toepassingen in het onderwijs mogelijk
Ideaaltypen zijn nuttig voor het analyseren van gedrag in onderwijscontexten
Macht vs. autoriteit
Macht -> vermogen om wil op te leggen, zelfs tegen weerstand in
Autoriteit -> macht dat erkend en gerespecteerd wordt als legitiem
- Rationeel-legale autoriteit
Gebaseerd op rationele regels of wetten
- Charismatische autoriteit
Gebaseerd op het persoonlijke charisma en de kwaliteiten van een individu
- Traditionele autoriteit
Gebaseerd op tradtionele gebruiken
Goede leider verbindt drie soorten autoriteit
Macht vs. autoriteit -> toepassing op orde/discipline op school
Kapitalisme is volgens Weber zelf ontstaan uit cultuur & relgie (in tegenstelling tot Marx)
- Protestantse ethiek (calvinisme)
Predestinatieleer -> focus hard werken, discipline maar ook lezen (bijbel) -> kapitalisme (in
vergelijking tot Marx)
Emile Durkheim
- 1858-1917
- Grondlegger functionalisme
- Sociologie naar model van exacte wetenschappen (feiten, statistiek)
- Sociale als een zelfstandige realiteit (zelfdoding -> zelfdodingscijfer)
- Object van sociologie -> sociale feiten (beinvloeden gedrag)
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper wolffesther1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.