Hoofdstuk 1: Contextuele hulpverlening in de praktijk.
De contextuele benadering, ontwikkeld door de Hongaars-Amerikaanse psychiater Ivan
Boszormenyi-nagy, verwijst met het woord ‘’context’’ naar de dynamische verbondenheid
van de mens met zijn betekenisvolle relaties over verschillende generaties. Ieder mens
maakt deel uit van een familiaal netwerk van verhoudingen, waarin iedereen met iedereen
verbonden is in een dynamische balans van geven en nemen. In deze menselijke relaties
zijn vier dimensies te onderscheiden.
1e dimensie: De feiten.
2e dimensie: De psychologie.
3e dimensie: De interacties.
4e dimensie: De relationele ethiek.
De feiten: Om iemands levensverhaal te willen begrijpen moeten wij kijken naar de feiten die
het bestaan van een persoon beïnvloeden. Bijvoorbeeld, ziekten, gezondheid, erfelijke
belasting, werkloosheid, natuurrampen etc. De feiten doen zich niet alleen voor in de huidige
generatie, maar zulke ook ‘’meeliften’’ naar de volgende generatie. De feiten van de ouders
zullen ook de kinderen in bepaalde maten beïnvloeden.
We kunnen een onderscheid maken tussen verdelend en vergeldend onrecht.
Verdelend onrecht wordt door het leven uitgedeeld, er is niemand voor verantwoordelijk.
Vergeldend onrecht wordt door mensen aan elkaar aangedaan, en komt dan in de balans
van geven en nemen te liggen. Hier is sprake van relationele schuld.
De psychologie: We kunnen een levensverhaal ook onderzoeken vanuit deze tweede
dimensie. Hoe hebben deze mensen die feiten en gebeurtenissen uit hun leven verwerkt?
Wat voor gevolgen hebben deze feiten op hun ontwikkeling?
Nagy en Krasner zelf baseren zich voor het invullen van deze dimensie vooral op de
objectrelatietheorie van Fairbarn. Vanuit de objectrelatietheorie kan gesteld worden dat Ria
van anderen begrip en zorg verwacht, van haar partner en ook haar jonge kinderen. Zij voelt
zich slachtoffer van hen. Zij projecteert als het ware haar tekort uit het verleden op de
relaties in het heden.
De interactie: De communicatiepatronen en de onderlinge beïnvloeding tussen deze
mensen. Deze dimensie is vooral uitgewerkt door het systeemdenken en de
communicatietheorie. Wat zijn de machtsverhoudingen binnen familie?
De relationele ethiek: De contextuele benadering wil de levensgeschiedenis ook bekijken
vanuit een vierde dimensie, die verweven zit in de feiten, de psychologie en de interacties en
daarmee onlosmakelijk verbonden is. De tweede en derde dimensie helpen om mensen te
begrijpen. Om ze te motiveren tot verandering is de vierde dimensie nodig, omdat mensen
uiteindelijk ten diepste bewogen worden door recht en rechtvaardigheid. Dan gaat het hier
over het recht in de verhoudingen.
Deze verhoudingen gaan niet over buitenaf opgelegde normen of cultuur, maar over de
intrinsieke rechtvaardigheid (justice) van de existentiële relaties, die uiteindelijk bepaald
wordt door de balans van geven en ontvangen binnen die relaties. Wat in de ene relatie uit
balans is geraakt, probeert men in de volgende generatie weer in evenwicht te brengen.
, Contextuele hulpverlening richt zich dan ook voornamelijk naar beïnvloeden van deze
dynamiek. Door deze 4e dimensie brengt Nagy de ethiek binnen in de psychotherapie, dus
het uitgangspunt dat mensen aanspreekbaar zijn voor de belangen van de ander, en niet
alleen gericht zijn op bevrediging van hun eigen behoeften.
Loyaliteitsverbanden
De existentiële band tussen ouders en kinderen is onverbreekbaar. Loyaliteit is dus geen
gevoel, maar een zijnsgegeven. Daarnaast voegt zich bij de existentiële loyaliteit ook nog de
verworven loyaliteit.
De existentiële loyaliteit ligt altijd bij de biologische ouders van het kind. Terwijl de
opvoeders van het kind, niet per se de biologische ouders zelf, het moeten doen met
verworven loyaliteit, en nooit de existentiële loyaliteit zullen ontvangen.
Tevens zijn ouders en kinderen verbonden door verticale loyaliteit. Deze is asymmetrisch:
het kind is in eerste instantie gerechtigs meer te ontvangen dan te geven in die balans, en de
ouder heeft in die balans meer verantwoordelijkheid voor het kind dan andersom.
Horizontale loyaliteit ontwikkelt zich in gekozen relaties met partners, vrienden of collega’s
en is in principe symmetrisch en wederkerig beide partijen dragen evenveel
verantwoordelijkheid voor de rechtvaardigheid van de balans.
Als men niet openlijk loyaal kan zijn tegenover de ouders omwille van een andere relatie of
niet loyaal kan zijn tegenover een ander omwille van de ouders, dan spreken we van een
loyaliteitsconflict. Deze loyaliteitsconflicten zijn een onvervreemdbaar deel van onze
dagelijkse zorg voor anderen en voor onszelf. Ze zijn een uitnodiging om niet te verstarren,
om nieuwe evenwichten van geven en ontvangen te zoeken in onze verbondenheid met
anderen.
Daarnaast kunnen kinderen geklemd raken in de ergste vorm van loyaliteitsconflict: de
gespleten loyaliteit tussen hun ouders. Ze moeten als het ware partij kiezen voor één
ouder, terwijl hun wortels bij beide ouders liggen en ze tegenover beide loyaal willen blijven.
Dit zijn de kinderen die zichzelf in verregaande mate opofferen om hun ouders te verbinden:
psychosomatische klachten, depressie, zelfmoordpogingen, automutilatie en
gedragsproblemen zijn bekende symptomen.
Bovendien bestaat er ook nog een onzichtbare loyaliteit. Als men niet openlijk loyaal kan
zijn, en men de loyaliteit moet ontkennen dan werkt dat door in destructieve manieren.
Rechtvaardigheid en betrouwbaarheid in de balans van geven en nemen.
Een ‘’rechtvaardige relatie’’ is een relatie waarin op lange termijn een evenwicht bestaat
tussen wat we investeren en wat we van de ander ontvangen, waarin met ons rekening
wordt gehouden en wij met de noden van de ander rekening houden.
Door zorg te geven aan anderen verdienen we het recht op zorg van anderen voor ons:
gerechtigde aanspraak of verdienste. Daardoor wordt geven in de relatie even belangrijk als
ontvangen. Als iemand geeft, echt ontvangen en gezien wordt, neem zijn vertrouwen in