Subfertiliteit en stoornissen in de menstruatiecyclus
Subfertiliteit: de gewenste zwangerschap blijft >12 maanden uit, ondanks het hebben van
onbeschermde coïtus (1/6 van de paren).
♥ Leefstijladvies à eerste lijn (huisarts)
♥ Oriënterend fertiliteitsonderzoek, ovulatie-inductie, IUI à tweede lijn
♥ IVF/ICSI à derde lijn
Obesitas (>30 kg/m2), roken en excessief alcoholgebruik (man) verkleinen de kans om
zwanger te worden.
Behandeling van paren met onverklaarde subfertiliteit:
1. Afwachten à indien kans spontane doorgaande zwangerschap >30% is: minimaal 6
maanden afwachten
2. Ovariële hyperstimulatie met coïtusadvies à meerdere oöcyten laten ovuleren om
de kans op bevruchting te vergroten
3. Intra-uteriene inseminatie (IUI) à semen wordt opgewekt in een lab en motiele
spermatozoa worden geconcentreerd in een klein volume
4. In-vitro fertilisatie (IVF)
5. Intracytoplasmatische sperma-injectie (ICSI)
Afwijkingen in de menstruatie(cyclus):
♥ PMS
♥ Dysmenorroe (pijn)
♥ Hypomenorroe (ongewoon lichte menstruaties)
♥ Menorragie (ongewoon lange en heftige menstruaties)
♥ Metrorragie (onregelmatige en frequente bloedingen)
♥ Oligomenorroe (ongewoon weinig menstruaties)
♥ Polymenorroe (ongewoon veel menstruaties)
♥ Postmenopauzale bloedingen
♥ Primaire amenorroe
♥ Secundaire amenorroe
♥ Myomen (vleesbomen)
♥ Endometriose (benigne woekering van endometriumweefsel buiten het cavum uteri)
♥ PCOS (vochtblaasjes in de eierstokken)
♥ Syndroom van Asherman (verklevingen in de uterus door littekenweefsel)
♥ Syndroom van Sheehan (schade hypofysevoorkwab waardoor amenorroe optreedt)
♥ Prolactinoom (hormoonproducerend gezwel hypofyse dat prolactine aanmaakt)
, Obesitas en diabetes tijdens de zwangerschap
Ondergewicht: BMI <19; normaalgewicht: BMI 19 – 24,9; overgewicht: 25 – 29,9; klasse I-
obesitas: 30 – 34,9; klasse II-obesitas: 35 – 39,9; klasse III-obesitas: >40.
De zwangere met obesitas heeft een verhoogde kans op: spontane abortus, iatrogene
vroeggeboorte (i.v.m. diabetes gravidarum en pre-eclampsie), inleiding, serotiniteit, diabetes
gravidarum, zwangerschapshypertensie en pre-eclampsie, macrosoom kind en
schouderdystocie, IUVD, kinderen met neurale buis defecten, multipele congenitale
afwijkingen (waaronder hartafwijkingen), tragere ontsluitingsfase door inadequate
weeënactiviteit, sectio caesarea, HPP, trombo-embolische processen en endometritis.
Diabetes mellitus: C-indicatie
Hypoglykemie: glucose <4 mmol/L. Hyperglykemie: glucose >10 mmol/L.
♥ Voordat je zwanger wordt moet je bloedglucose stabiel zijn. Goede begeleiding internist!
♥ Diabetes in de zwangerschap: prematuriteit, structurele afwijkingen, perinatale sterfte,
foetale macrosomie en neonatale hypoglykemie.
Foetale hypoglykemie: 2,6 mmol/L. Bij geen klinische verschijnselen: 2,0 mmol/L.
Diabetes gravidarum: A-indicatie bij geen medicatie en bloedglucose <7,5 mmol/L met dieet,
anders C-indicatie
♥ Baby: macrosomie, schouderdystocie, neonatale hypoglykemie, neonatale
hyperbilirubinemie. Moeder: 50% kans om binnen 5 jaar DM2 te ontwikkelen.
♥ Vrouwen die meer kans hebben om diabetes gravidarum te ontwikkelen: GDM in de
anamnese, BMI >30 kg/m2 bij de eerste prenatale controle, eerder kind met een
geboortegewicht >p95 of >4500 gram, eerstegraads familielid met diabetes, bepaalde
etnische groepen waarin diabetes veel voorkomt (Zuid-Aziaten, o.a. Hindoestanen, Afro-
Caribië, Midden-Oosten, Marokko en Egypte), onverklaarde IUVD in de anamnese, PCOS.
Vrouwen met GDM in de anamnese:
• 16 weken: OGTT, indien normaal: 24 – 28 weken nog eens OGTT
- Zwangerschap: dieetadvies (volstaat meestal). Minimaal 2 keer per week dagcurve
bepalen. Wanneer het dieet binnen 1 – 2 weken na starten niet leidt tot een
verbetering van de glucoseregulatie, weerspiegeld in de streefwaarden, moet
glucoseverlagende medicatie worden voorgeschreven (nodig in 10 – 20% van de
gevallen). Metformine en glibenclamide zijn veilig in de zwangerschap. Insuline begin
tot 36 weken zwangerschap, is niet het middel van eerste keus.
- Partus: inleiden na 38 – 39 weken (preventie macrosomie/schouderdystocie, IUVD),
glucoseregulatie tijdens de baring bij insulinegebruik
- Neonaat: hypoglykemie voorkomen en screenen hypoglykemie bij gewicht >p90
- Postpartum: glucoseverlagende medicatie kan gestaakt worden. 6 weken postpartum
nuchtere glucosecontrole verrichten ter uitsluiting van persisterende hyperglykemie.
Jaarlijks controleren op diabetes en andere componenten metabool syndroom.
Lagere slagingskans borstvoeding, dus z.s.m. voeden na de bevalling!
- Preconceptioneel: DM2 opsporen en risico’s bespreken. Geen bijzonderheden
omtrent anticonceptie.