ACT-basiscursus
Module 1: ACT - Inleiding & Achtergrond
Theoretische introductie
Gedragstherapie
1e generatie: klassieke conditionering (Pavlov) en operante conditionering (Skinner).
2e generatie: CGT en RET
3e generatie: ACT, BA, CBASP, CGT, DBT, FAP, MCT, MBCT
Focus ligt niet op het veranderen van de inhoud van het denken en het voelen, maar op het anders
mee omgaan met het denken en voelen. Op die manier wordt gedrag veranderd.
ABC-model: gedragsanalyse (FA) (operante conditionering)
Antecedent: waar reageert de persoon op?
- Interne stimuli: gedachten en gevoelens
- Externe stimuli: omgeving en situatie
Behaviour: wat doet de persoon?
- Overt: zichtbaar voor de buitenwereld
- Covert: onzichtbaar (binnenwereld)
Consequent: wat gebeurt er daarna?
- Korte termijn effect & lange termijn effect
Gedrag blijft alleen bestaan als deze ook bekrachtigd wordt. Elke beloning werkt als bekrachtiging
van het gedrag, elke bestraffing werkt voor het afleren van gedrag.
Aandachtspunten:
In welke context vindt het gedrag plaats?
Wat is de functie van het gedrag?
ACT is dus een vorm van gedragstherapie waarbij de focus primair ligt op het begrijpen en
veranderen van gedrag. De gedragsanalyse, ook wel de functie-analyse genoemd, kan ons helpen
om het gedrag van een persoon te begrijpen en geeft ons ook de mogelijkheid om deze te
beïnvloeden. De functie-analyse helpt je om beter te begrijpen wat jou aanzet tot dit gedrag alsook
wat ervoor zorgt dat je dit steeds weer blijft doen. Mocht je op een bepaalde trigger op verschillende
manieren reageren, dan zou je voor elke reactie apart een functie-analyse kunnen maken.
Relational Frame Therapy (RFT)
RFT is de theorie achter ACT. Het onderscheid tussen mensen en dieren: taal. Hierdoor kunnen we
verschillende elementen linken aan elkaar. We kunnen dus direct leren en leren van afgeleide
relaties.
Afgeleide stimulus relaties
Anders dan dieren is de mens in staat om relaties te leggen tussen stimuli die in de omgeving niet
direct aan elkaar zijn gerelateerd. Zonder directe training is de mens toch in staat een verband te
leggen tussen stimuli die niet gezamenlijk voorkomen.
,Acceptance and Commitment Therapy (ACT)
ACT; gaan doen, je op een bepaalde manier gaan gedragen, het zit hem in het doen, aan de slag
gaan met het geleerde. We gaan aan de slag (acting). We gaan niet aan de slag met de inhoud, maar
aan de slag in relatie tot die concepten.
2 kernonderdelen: acceptance & commitment
6 kerncomponenten: acceptatie, defusie, zelf als context, hier en nu, waarden, toegewijd handelen.
Het draait om het vergroten van psychologische flexibiliteit: veerkracht (doel).
ACT is zowel inzetbaar als therapie, maar ook als training.
Open: je probeert om op een andere manier om te gaan met gedachten en gevoelens.
Centered: je probeert contact te maken met het hier en het nu.
Engaged: verbinden met de wereld om ons heen in de vorm van waarden.
Uitgangspunten ACT
ACT erkent dat we geen directe controle hebben over onze gedachten en gevoelens.
ACT heeft tot doel om de strijd met onze gedachten en gevoelens niet langer aan te gaan
(acceptance). Hierdoor ontstaat er ruimte om te investeren in de dingen die echt waardevol zijn voor
iemand (commitment).
- We proberen uit de worsteling te stappen, zodat we die energie kunnen gebruiken voor het
geen wat echt toe doet voor ons.
Oefening: Waar wil je naartoe ?
ACT bestaat in wezen uit twee kernonderdelen: Acceptance en Commitment. Deze twee
kernonderdelen zijn grofweg te vertalen naar twee kernvragen. Je wordt nu uitgenodigd om deze twee
vragen voor jezelf te gaan beantwoorden. Het beantwoorden van deze twee vragen zal je helpen bij
de verdere persoonlijke verdieping in ACT.
Commitment: Waar wil je naartoe (als mens en professional)? _____
Acceptance: Wat staat je in de weg? _____
ACT-onderzoek
CGT: Gedachten en gevoelens moeten veranderen, voordat gedrag kan veranderen.
- cognitieve herstructurering: inzoomen
- klachtreductie
- focus op doen ligt buiten de sessie
ACT: Veranderen van de relatie t.o.v. de inhoud, leren omgaan met gedachten en gevoelens en direct
focussen op gedragsverandering.
- defusie: uitzoomen
- psychologische flexibiliteit
- focus op doen ligt binnen de sessie
,Introductie ACT
ACT is een vorm van gedragstherapie, waarbij we gaan spelen met de manier waarop je omgaat met
vervelende gedachten en gevoelens, zodat je er met een minder worstelende manier mee omgaat.
De therapie is gericht op het vergroten van veerkracht middels oefeningen en metaforen. We gaan
nieuwe vaardigheden ontwikkelen om met moeilijke gedachten en gevoelens om te gaan, zodat je
kan doen wat je echt met je leven zou willen doen.
Op een handige manier leren omgaan met vervelende gedachten en gevoelens, zodat je kunt blijven
investeren in de dingen die je echt belangrijk vindt.
Valkuilen: Een bekende valkuil is dat je tijdens de ACT-introductie al uitleg gaat geven over de
specifieke ACT-processen. Dit heeft twee nadelen, het kost veel tijd en in deze fase kan deze kennis
door de cliënt nog worden ingezet vanuit zijn / haar controle agenda. Less is more! Het is belangrijk
ervoor te waken dat je in de uitleg geen uitspraken doet over het verminderen van klachten, dit is niet
de focus van ACT en kan contraproductief werken.
Zelfstudie
Derde generatie gedragstherapie: een stroming waarbij gedragsverandering minder in het teken staat
van klachtreductie, en meer in het teken staat van het zich op een andere manier verhouden tot
negatieve interne ervaringen (cognities, affect en sensaties).
Doel ACT: het ontwikkelen van veerkracht.
Cognitieve fusie: de neiging om gedachten (interne taal) heel serieus te nemen, en hieruit de neiging
tot rigide regelgeleid gedrag. Door ons vermogen om alles in verband te brengen met elkaar, ontstaat
de neiging om negatieve interne ervaringen te proberen te controleren of vermijden: experiëntiële
vermijding.
ACT richt zich op het veranderen van de context en de functie van negatieve interne
gewaarwordingen, in plaats van het inhoudelijk veranderen van deze gedachten, gevoelens en
sensaties zelf. ACT heeft niet als primair doel de klachten te verminderen, maar richt zich op gezonde
coping en bevordering van welzijn en kwaliteit van leven. Het doel van ACT is het ontwikkelen van
psychologische flexibiliteit; het vermogen om op een flexibele manier om te gaan met problemen
die men tegenkomt (acceptatie) terwijl iemand blijft investeren in de dingen die er echt toedoen
(toewijding).
De processen ‘acceptatie’, ‘defusie’, ‘zelf als context’ en ‘aandacht voor het hier en nu’ zijn te scharen
onder het acceptance-onderdeel, de processen ‘waarden’ en ‘toegewijd handelen’ onder het
commitment-onderdeel. Deze zes processen zijn onderling verbonden en stimuleren elkaar op een
synergetische wijze. Samen vormen deze act-processen psychologische flexibiliteit.
, Voorbeelden van behandeldoelen:
– Ik leer omgaan met mijn lichamelijke klachten.
– Ik onderzoek wat belangrijk is voor mij in mijn leven en hoe ik hier meer aandacht aan kan gaan
besteden.
Zelfstudie
H1 De menselijke uitdaging
Als je maar lang genoeg leeft, krijg je veel pijn te verwerken. De ongemakkelijke waarheid is dat bijna
alles wat je leven rijker, voller en betekenisvoller maakt, ook een pijnlijke keerzijde heeft. Met ACT
leer je om de invloed van pijnlijke gedachten en gevoelens kunt verminderen (acceptatie) en
tegelijkertijd actie kunt ondernemen om een rijk, compleet en betekenisvol leven op te bouwen
(commitment).
ACT is een gedragstherapie; het gaat over actie ondernemen. Het gaat om actie die wordt geleid door
je kernwaarden.
De 6 therapeutische kernprocessen van ACT
1. Contact met het huidige moment (hier nu zijn): je besteedt flexibel je aandacht aan je ervaring
op dit moment. Dit kan gaan over de fysieke wereld om je heen, maar ook de psychologische
wereld binnen in je, of beide tegelijkertijd, terwijl je je volledig verbindt met en deelneemt aan
die ervaring.
2. Defusie (kijken naar je denken): leren om een stap achteruit te doen en jezelf los maken van
een gedachte/ beeld/ herinnering. Wat je doet is een stap achteruit om naar je gedachte te
kijken in plaats van erin verstrikt te raken. Je ziet je gedachten voor wat ze zijn, niets meer of
minder dan woorden of beelden.
3. Acceptatie (je openstellen): je open stellen en ruimte maken voor ongewenste
privé-ervaringen: gedachten, gevoelens, emoties, herinneringen, neigingen, beelden en
sensaties. In plaats van je ertegen te verzetten of ervoor weg te rennen, stel je je open en
maak je er ruimte voor.
4. Zelf-als-context (het opmerkzame zelf): het opmerkbare/ observerende zelf, het deel van je
dat denkt en opmerkt.
5. Waarden (weten wat belangrijk is): waar sta je voor in het leven? Hoe wil je je gedragen?
Waarden zijn net als een kompas, omdat ze je richting geven en leiden op je levenspad.
6. Toegewijde actie (doen wat nodig is): doeltreffend handelen en jezelf laten leiden door je
waarden. Fysieke actie (wat je met je lichaam doet) & psychologische actie (wat je in je
innerlijke wereld doet) is beide nodig. Je waarden moet je dus ook uitvoeren om een rijk,
compleet en betekenisvol leven te leiden. Doelen stellen, acties plannen, problemen
oplossen, leren en toepassen van vaardigheden.
De eerste vier zijn mindfulness-processen van ACT!
Deze 6 kernprocessen zijn niet gescheiden, het zijn 6 facetten van een diamant: psychologische
flexibiliteit - het vermogen om mindful te handelen, geleid door je waarden. Als die groter wordt, kan
je effectiever op de onvermijdelijke problemen en uitdagingen van het leven reageren. Het
tegenovergestelde is psychologische rigiditeit.
H2: Wat is ACT?
Gedachten en gevoelens zijn niet het probleem, pas wanneer je er op een rigide en inflexibele manier
op reageert (door fusie/ vermijding) hebben ze problematische gevolgen. Mensen lopen vast door 1)
fusie en 2) experiëntiële vermijding
6 brede categorieën van fusie: met het verleden, de toekomst, het zelfconcept, de redenen, regels en
oordelen.