Minor Bovenste Extremiteit Blok C
Jelmer
,Lessen Hand
H1. Introductie
Strekmechanisme vingers
EDC
- Extensie MCP, PIP, DIP, DRUJ.
- O. Epicondylus lateralis.
- I. Midslip & Terminal Tendon
- N. radialis, C6-C8
- Testen:
- Test Midslip (=centrale slip): Elson’s test: 90° flexie PIP, dan extensie DIP vragen. Als de mid-
slip intact is kan dit niet!
Boutonnire deformiteit
Als de midslip kapot is kan er aan de laterale banden getrokken worden, laterale banden
zakken naar palmair. Je krijgt hyperextensie DIP en flexie PIP.
- Test Terminal Tendon/laterale banden: actief extensie DIP, middelste IP fixeren, dit kan niet
als de TT kapot is.
Mallet vinger
- Lengtetest: Flexie DIP+PIP, extensie MCP. Dan MCP naar flexie brengen.
Lumbricalis
- Extensie DIP, PIP. Flexie & radiaalabductie MCP.
- O. FDP pees
- I. EDC
- N. (1+2de)medianus en (3+4de)ulnaris
- Omdat de lumbricalis zijn origo en insertie op pezen
heeft, heeft hij een grote functie in de afstemming van
de beweging.
- Lengte test: Klauwhand maken, dit vasthouden. Lukt dit niet, dan is lumbricalis aangedaan. Je
krijgt dan een pointing vinger.
In flexie om FDP actief insufficiënt te maken
Interossei
- Extensie PIP, DIP. Flexie MCP. (Dorsalis = abductie MCP. Palmaris = adductie MCP, komt er op
neer dat ze de vingers spreiden en sluiten as van de derde vinger, hierdoor heeft die ook 2
spierbuiken)
- O. MC.
- I. dorsale aponeurose 2e tot 4e vinger coinjoined lateral band (?)
- N. ulnaris
- Lengte test: Hetzelfde als ORL, maar dan 1 gewrichtje proximaler. Extensie MCP en dan flexie
PIP, daarna bij flexie MCP ook flexie PIP. In extensie minder? interossei verkort.
DIP doet niet mee omdat centrale slip hiervoor vast zit. Wat verder loopt is maar een
voortzetting van de interossei.
,ORL ligament (Oblique Retinaculair Ligament / ligament van Landsmeer)
- Afstemming tussen DIP en PIP gewricht. Flexie PIP, extensie DIP. Loopt over PIP naar IP van
palmair naar dorsaal.
- O. Volairplaat
- I. Sterkzijde vinger
- PIP in extensie en DIP flexie voelen, deze komt niet op de 90*, hij wordt
geremd door het ORL ligament. Wanneer je dan PIP in flexie doet en DIP
in flexie doet dan kom je veel verder en voel je minder weerstand omdat
de ORL dan niet meer op spanning staat, je hebt dan benige remming.
Intertendineuze juncturae
- Bandjes tussen EDC pezen in voor samenspel tussen vingers
- Stel er is een pees kapot, dan kan je op basis van deze structuren
toch je vinger strekken.
- Vaak ontstoken bij reumatoïde artritis.
Conjoined lateral band/laterale banden: Interossei, lumbrcialis en EDC (na
splitsing na PIP). Laterale banden zijn onderdeel van het strekapparaat.
Saggitale banden
Net voor MCP. Bij reuma zie je dat deze wel eens zijn aangedaan. Functie:
Houden EDC op het gewricht bij extensie.
Test of ze intact zijn: Vingers een aantal keer flecteren en extenderen,
extensie lukt niet meer omdat de pezen zijn afgegleden.
UCL van MCP1/skiduim
Zoek naar een abrupt eindgevoel. 0°: accessoir ligament. 30°: proper ligament.
Positief als: meer dan 10-15° verschil.
Duim/andere extensoren Bestandje Roxan
Compartimenten (extensoren
retinaculum)
1. APL, EPB
2. ECRL, ECRB
3. EPL
4. EDC, EI
5. EDM
6. ECU
Ezelsbruggetje: L B L B L
Retinaculum vs. Ligament: Een ligament is veel dikker. Hierom is het aan de extensoren zijde een
retinaculum. Aan de flexorenzijde is er een transverse ligament, deze is veel dikker omdat flexoren
veel meer kracht kunnen leveren.
Extinsieke tightness(verkorting extrinsieke extensoren): verminderde PIP flexie bij MCP flexie
Intrinsieke tighness: verminderde PIP flexie bij MCP extensie Bunnel (= vuist maken met MCP’s in
flexie)
Pagina 4 van 71
, Buigmechanisme vinger
FDP
- Onderling met elkaar verbonden
- Lumbrical plus sign: Wanneer de FDP geruptureerd is, zie je bij een actieve flexie een
extensie DIP. Dit komt omdat de lumbricalis, welke aanhecht op de FDP de DIP dan in
extensie trekt.
- Geïnnerveerd door: N. medianus
FDS
- Extensie DIP, MCP flecteren. Per vinger testen met dorsale
zijde hand op tafel en dan 1 vinger DIP optillen. Je voelt
spanning in je onderarm. Positief als buigen niet mogelijk is.
- Niet onderling verbonden
Pully’s
Als hij kapot is zie je bowstringing, de pees schiet omhoog wanneer je flexie PIP
maakt. De pully houd de pees niet op het bot. Bij de A3 pully, soms is A2 ook
aangedaan.
A2 en A4 zijn de biomechanisch meest belangrijke pullies, als deze deels of
compleet kapot zijn is er verminderde kracht en kan tot flexiecontracturen
leiden.
Pagina 5 van 71