100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Aantekeningen hoorcolleges organisatietheorie €3,49   In winkelwagen

College aantekeningen

Aantekeningen hoorcolleges organisatietheorie

 6 keer bekeken  0 keer verkocht

aantekeningen organisatietheorie

Voorbeeld 4 van de 53  pagina's

  • 22 juli 2024
  • 53
  • 2020/2021
  • College aantekeningen
  • Dr. h.s. heusinkveld en j. borgers
  • Alle colleges
Alle documenten voor dit vak (19)
avatar-seller
nmondria2002
Hoorcollege 1 – Organisatietheorie introductie en organisatiemodel



‘Wat beïnvloed interacties?’ is
wat aan de linkerkant van het
blauwe deel staat in de volgende
afbeelding.




Zijn organisaties nog belangrijk? (Einde van organisaties?)
Ene kant: wordt gezegd dat door opkomst IT organisaties minder belangrijk worden 
bedrijven werken hierdoor veel meer automatisch, er zijn minder mensen nodig.
• Zwermen van individuen geconnecteerd via IT? “Voor veel grote organisaties zal het
einde oefening zijn” (Aslander). Grootste organisaties van vandaag zijn IT bedrijven.
• Platformeconomie (zie handboek). 2000 werknemers in de VS.
Andere kant: ook binnen organisaties met veel IT is organisatie nog steeds belangrijk. Ook al
is IT belangrijk worden er alsnog keuzes gemaakt waarvoor organisatietheorie van belang is.
Organisaties van de geboorte (ziekenhuis) tot dood (allemaal organisaties nodig in je leven
(supermarkt, etc.)).
Boodschap: Organisaties zijn belangrijk in ons dagelijks leven.


Wat is een organisatie?
Organisaties zijn een
groep van mensen die in
interactie met elkaar
gaan om bij te dragen
aan de maatschappij.

Interactiepremissen:
voorwaarden om een
interactie goed te laten
verlopen. Deze dingen
moeten goed zijn. Deze
beïnvloeden de
interacties. Interacties: zijn de 4 basisactiviteiten van de organisatie.
Doel van de organisatie: waarom bestaat de organisatie? Lesgeven, helpen daklozen, etc.
Gaat vaak om maken van producten en/of leveren van diensten. Hierbij ontstaan
neveneffecten: dit kunnen positieve (sociale leven) en negatieve (burn-out) bijeffecten zijn.

,Organisatie: opgericht om één of meer specifieke en duidelijke doelen te bereiken (maken
van producten en diensten). Hierbij zijn er positieve en negatieve bijeffecten en wordt de
maatschappij dus beïnvloed.
Iedere organisatie kent 4 basisactiviteiten/taken (Wat zijn interacties?):
1. Primair proces
Wat is een primair proces?
• Meubelmakerij: meubels maken voor klant.
• Advocaat: cliënten bijstaan in een zaken.
• School/Universiteit: vak (impliceert student als klant van elk individueel vak).
• Ziekenhuis: zorgproduct (bijv. ingreep, behandeling).
Omzetten van invoer in uitvoer. Alle taken om van grondstof naar eindproduct te komen.
2. Operationeel regelen
Gaat om het oplossen van de
problemen in het primair proces.
Soms kunnen werknemers dit niet
zelf oplossen, daardoor kan het
lastig zijn om het doel van de
organisatie te bereiken.




3. Stellen van doelen
Stellen van doelen: opmaak van doelen voor primair proces: o.a. eisen, bijeffecten, type,
kwaliteit, kwantiteit. Welke aspecten vinden we belangrijk/wat zijn eisen bij het gaan van
input naar output om de doelen te kunnen realiseren.
4. Zorgen dat doelen kunnen worden gerealiseerd (Zorgen voor voorwaarden)
Definitie: infrastructurele voorwaarden realiseren die een goede uitvoering van de
vermeldde drie activiteiten faciliteren.
a) Technologie b) Structuur c) HR (human resources)
=> Set van voorwaarden is de infrastructuur (Wat beïnvloed interacties?):
A) structuur
Je gaat kijken wat er gedaan moet worden
en hoe je die taken aan elkaar kan koppelen.
Structuur: de wijze waarop taken zijn
verdeeld en aan elkaar worden verbonden.




Specialisatie:
Smith: splitsing uitvoering. Iedereen een kleine taak onder strikt
toezicht van de chef. Primaire proces in stukjes verdelen.

,Hiërarchie en coördinatie:
Taylor: denken en doen (leidinggevende en werknemers)
• Scientific management
• Standaardisatie van werktijd en werkmethode
• Scheiding van denken en doen (taken splitsen)

Veel hiërarchie met veel specialisatie =
bureaucratie.




B/C) Technologie en HR
Technologie, o.a.: Gebouwen, Productiemiddelen, Tablets, Cobots, ICT. Keuzes die worden
gemaakt over de manier waarop een product/dienst wordt geleverd.
Digitalisering: gebruik van digitale technologie en data om werkprocessen te managen.
HR, o.a.: Kennis, Vaardigheden, Motivatie. Wijze waarop je mensen motiveert en de kennis
en vaardigheden verwezenlijkt die nodig zijn om een bepaalde job uit te oefenen. Mensen
die je aanneemt hebben invloed op de manier waarop de primaire processen gaan verlopen.




D) cultuur
Veel definities van cultuur en invloed op interacties. Geheel van
normen/waarden/verwachtingen dat gedrag stuurt. Informeel, gedeeld door mensen.
Ontstaan door mensen. Langzaam stabiliseren van set van ideeën die invloed hebben op
gedrag. Voorbeeld: Hoe dien je je te kleden (extern). Elkaar helpen of zelf oplossen van
problemen (intern).
Interacties  cultuur  interacties (cirkel) en cultuur  interactie  cultuur (cirkel).
Cultuur is dus resultante en voorwaarde voor activiteiten.
E) omgeving
Enkele voorbeelden:
Output en doelen van organisatie. Input voor primaire
processen. Keuzes voor infrastructuur. Organisatie en
marktwerking. Maatschappelijke en (macro) economische
ontwikkelingen. Kenmerken van de omgeving.

, Omgeving/infrastructuur/cultuur
• m.a.w.: hoe infrastructuur en cultuur ontwerpen zodat interacties goed verlopen
(doelen gehaald)?
- Onder welke omstandigheden (omgeving) verloopt dit het best?
- Welke infrastructurele condities zijn optimaal?
=> Nodig om ontwerpregels te maken om beter te doen als organisatie!



Hoorcollege 2 – Individuen en gedrag

Infrastructuur: de randvoorwaarden/dingen (HR, technologie en structuur) die een
organisatie in zich heeft om interactie tussen mensen te activeren of tegen te werken. Als
mensen dan met elkaar gaan interacteren, worden er keuzes gemaakt over de
infrastructuur. Dus is een cirkel. (zie ook het organisatiemodel uit vorig hc1).

Het organisatiemodel
Organisaties zijn (inherent) sociale systemen:
1. Die bepaalde randvoorwaarden (infrastructuur) kennen:
– Structuur, technologie en natuurlijk de mensen (medewerkers,
managers etc (HR)).
2. Die randvoorwaarden zijn van belang voor tot stand komen van interacties.
3. En die interacties ‘produceren’ deze randvoorwaarden weer:
– Zo wordt een organisatie in stand gehouden/ blijft het bestaan.
– Krijgt cultuur binnen een organisatie vorm.
– En hierop heeft de omgeving natuurlijk een invloed.
Vandaag besteden we aandacht aan ‘de mens’ (HR).
• Waarom van belang na te denken over mensen?
1. Organisatie is een sociaal systeem.
2. Interacties zijn menselijke interacties (HR in het model).
• Karakteristieken van de mensen zijn dus van belang om:
- Te begrijpen hoe interacties tot stand komen.
- Hoe je ze kunt beïnvloeden (als bedrijfskundige).
Zijn we echt allemaal kuddedieren? En afhankelijk van 1 enkele held die ons leidt? Of zijn we
allemaal helden?  kunnen medewerkers samen veel goede ideeën voortbrengen?

De rol van de mens in organisatietheorie
Wat is het verschil tussen organisatietheorie en psychologie?
• Psychologie bestudeert het individu (irt zijn groep, omgeving). Organisatietheorie
gaat echter over georganiseerde groepen. Psychologie:
• BIG 5: persoonlijkheidskenmerken.
• Perceptie: hoe nemen mensen waar?
• Individueel gedrag (al dan niet in relatie tot context): waarom doen
mensen dingen?
• Behandeling van stoornissen

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper nmondria2002. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 67866 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€3,49
  • (0)
  Kopen