100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Aardrijkskunde klimaat €4,74   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Aardrijkskunde klimaat

 3 keer bekeken  0 keer verkocht

Samenvatting Aardrijkskunde klimaat

Voorbeeld 3 van de 17  pagina's

  • 23 juli 2024
  • 17
  • 2023/2024
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (2431)
avatar-seller
anouk228
Samenvatting Boek Klimaatsysteem 5VWO Aardrijkskunde

Aardrijkskunde samenvatting: Het Klimaatsysteem Paragraaf 1.1)

- De atmosfeer: een omhulsel van gas Klimaat = De gemiddelde toestand van het
weer over een lange periode en voor een groot gebied.
- Weer = De toestand van de dampkring op een bepaald moment en voor een klein
gebied.

Het klimaat maakt deel uit van een systeem, dit systeem bestaat uit 4 sferen:
- Atmosfeer: Het geheel aan gasvormige stoffen die het vaste en vloeibare deel van de
aardkorst omringen.
- Hydrosfeer: Gedeelte van aarde dat uit water bestaat.
- Lithosfeer: Stenen laag van de aardkorst.
- Biosfeer: Het gedeelte van de aarde waarin leven voorkomt.

De atmosfeer zorgt ervoor dat de gassen niet verdwijnen in de ruimte. De atmosfeer is
opgebouwd uit 4 lagen. De lagen worden van elkaar gescheiden door ‘pauzes’. Dit zijn
hoogtes waarop de tempratuur toeneemt of afneemt.
- De onderste laag van de atmosfeer heet de troposfeer. In deze laag spelen de
weersverschijnselen zich af.
- De tweede laag heet de stratosfeer. De stratosfeer bevat veel ozon, dit gas filtert, de
voor de mens schadelijke, uv-straling uit het zonlicht. Door opname van de ozon
wordt de stratosfeer warm.
- Ten slotte zijn er nog de mesosfeer en de thermosfeer. Meteorieten die op de aarde
afkomen beginnen te verbranden in de mesosfeer.
- De thermosfeer is het hoogste gedeelte van de atmosfeer. Op het aardoppervlak is
meer zuurstof dan op een berg omdat de zwaartekracht bij het aardoppervlak sterker
is. (geldt ook voor ozon).

Energiebalans/stralingsbalans = De optelsom van de kortgolvige instraling (zonlicht) op
aarde, de naar het heelal teruggekaatste straling en de langgolvige uitstraling (warmte) van
de aarde. Van de energie van de zon die de atmosfeer bereikt, wordt 20% door de wolken
weerkaatst, 4% door het aardoppervlak en 6% wordt verspreid door gasdeeltjes. Dit bij
elkaar is het albedo. In totaal bereikt 47% van het zonlicht de aarde en wordt omgezet in
warmte. Dit wordt door de aarde teruggekaatst als warmte. Dankzij broeigaskassen wordt
deze warmte weer geabsorbeerd en naar de aarde terug gestraald. Uiteindelijk verdwijnt alle
langgolvige straling weer in de ruimte. Het broeikaseffect vertraagt dit proces. (ZIE FIGUUR
1.4) De hoeveelheid straling die een bepaald gebied op aarde ontvangt is afhankelijk van de
breedteligging, de albedo en de gesteldheid van het aardoppervlak. Dicht bij de evenaar (op
lage breedte) vallen de zonnestralen loodrecht in. Hierdoor is de hoeveelheid straling per
oppervlakte-eenheid groter dan op een hoge breedte. Doordat deze zonnestralen ook een
kortere weg door de dampkring afleggen, wordt Gedownload door Anouk van Loon
(avloon@rhedens.nl) lOMoARcPSD|23184977 er minder energie door de lucht opgenomen.
Bij de evenaar heb je een energieoverschot en bij de polen een energietekort. De
weerkaatsing van het zonlicht, albedo, verschilt per gebied. Een besneeuw gebied
reflecteert meer zonlicht dan een bos. Het bos neemt daardoor meer energie op en
verwarmt de lucht erboven meer dan de lucht boven een ijsoppervlak. Het verschil tussen

,land en zee speelt ook een rol, water wordt langzamer warm en koud dan land. Dit heeft vier
oorzaken: - Het zonlicht kan dieper in het water doordringen dan in het land. Hoeveelheid
energie moet dus over een groter oppervlakte verspreid worden. - Doordat water in
beweging is, wordt de warmte beter verspreid dan in land. - Het kost meer energie om water
een graad te laten stijgen dan op het land. - Bij verdamping van water gaat energie uit het
water naar de dampkring. Boven land is verdamping veel lager. Paragraaf 1.2:
Warmtetransport door de wind Toch is het niet zo dat het bij de evenaar steeds warmer
wordt en bij de polen steeds kouder. Dit komt door de transport van warmte via wind en
water. Wind is stromende lucht van plaatsen waar er te veel van is, naar plaatsen waar er te
weinig van is. De lucht zet in de tropen uit, waardoor de soortelijke massa daalt en de lucht
stijgt. Hierdoor krijg je een gebied met overschot aan lucht(warme kolom), als dit naast een
gebied met een tekort aan lucht is(koude kolom), stroomt het lucht naar het gebied met het
tekort. In het gebied van de koude kolom, is de soortelijke massa van de lucht door het
krimpen toegenomen en daalt de lucht. Hierdoor neemt de luchtdruk aan het aardoppervlak
toe en neemt de lucht van de warme kolom af. Hogedrukgebied = gebied met overschot aan
lucht Lagedrukgebied = gebied met tekort aan lucht De lucht stroomt dus van het
hogedrukgebied naar het lagedrukgebied. In de praktijk betekent dit dat er aan het
aardoppervlak een wind waait van de polen naar de evenaar. Corioliskracht = Kracht
waardoor een luchtmassa die langs het aardoppervlak beweegt, een afwijking krijgt. Door
het corioliseffect kan de wind die op grote hoogte van de evenaar naar de pool stroomt, de
Noordpool niet bereiken. Op 30 graden N.B. is de lucht zo afgekoeld dat deze naar benden
zakt. Als deze lucht het aardoppervlak bereikt, stroomt er een deel terug naar de evenaar en
een ander deel naar het Noorden. De lucht die aan het aardoppervlak van de Noordpool
naar de evenaar stroomt, ontmoet op ongeveer 60 graden N.B. deze naar het noorden
stromende lucht vanaf 30 graden N.B. De lucht botst en stijgt. Aan de rand van de troposfeer
stroomt een deel van deze lucht terug naar de pool. Het restant gaat naar de evenaar.
Passaten = relatief droge wind die het hele jaar uit oostelijke richting van de subtropische
hogedrukgebieden naar de evenaar waait. Gedownload door Anouk van Loon
(avloon@rhedens.nl) lOMoARcPSD|23184977 (ZIE TEKENINGEN AANTEKINGSCHRIFT)
Er zijn bepaalde afwijkingen in het windsysteem. Dit komt door de schuine stand van de
aarde en de verschillen tussen land en zee. Door de schuine stand van de aardas vindt de
loodrechte zonnestand niet heel het jaar op de evenaar plaats. Deze beweegt zich tussen 2
keerkringen. De laagste luchtdruk wordt gemeten waar de tempratuur het hoogste is.
Hierdoor beweegt de zone van het lage luchtdruk gebied rond de evenaar, intertropische
convergentiezone (ITC), mee. Het windsysteem verschuift in juli naar het Noorden, en in
januari naar het zuiden. Doordat de verschillen in tempratuur tussen zomer en winter boven
de contineten het grootst zijn, is de verschuiving daar het sterkst. Vanaf juli ligt het ITC op
ongeveer 20 graden N.B. boven Afrika en Azië. Door de afwijking naar recht op het
noordelijk halfrond van de wind, zuigen de lageluchtdrukgebieden boven deze contineten
vochtig zeelucht aan. De aanlandige moessons brengen een paar maanden van het jaar
veel neerslag. Rond januari, als het ITC op zuidelijk halfrond ligt, waait er een aflandige
droge moesson uit het noordoosten. Moesson = Land-of zeewind die elk halfjaar (ongeveer
180 graden) van richting verandert. Wind krijgt op noordelijk halfrond een afwijking naar
rechts. Wind krijgt op zuidelijk halfrond afwijking naar links. Paragraaf 1.3: Rivieren in de
oceanen. De overheersende winden zijn de belangrijkste reden voor het ontstaan van
zeestromen. Deze zeestromen zijn ook verantwoordelijk voor een herverdeling van
zonne-energie over de aarde. Ook de bolvorm en draaiing van de aarde hebben invloed op
zeestromen. Hierbij geldt ook dat zeestromen op het noordelijk halfrond een afwijking krijgen

, naar rechts en op het zuidelijk halfrond naar links. Zeestromen = waterstroming in oceanen
en zeeën. Binnen elke oceaan bevindt zich een hoofdcirculatie die bestaat uit meerdere
stromen. Op het noordelijk halfrond draait zo’n circulatiepatroon met de wijzers van de klok
mee, op het zuidelijk halfrond tegen de wijzers van de klok in. Ondiepten in de oceanen en
de vorm van de continenten verstoren soms het patroon. De Zuid-Equatoriale stroom wordt
door de punt van Brazilië gedwongen zich in 2 stromen te splitsen. De Braziliëstroom gaat
vervolgens naar hogere breedten en het restant gaat naar de evenaar. De belangrijkste
uitzondering is de Westenwinddrift ten noorden van Antarctica. Dit is de enige zeestroom die
ongehinderd van west naar oost rond de aarde stroomt. Er zijn 2 soorten zeestromen:
warme en koude. De warme zeestromen brengen warm water naar de polen en de koude
zeestromen zorgen ervoor dat koud water naar de lagere breedtes stroomt. Het effect van
een zeestroom op tempratuur hangt af van het feit of het een warme of koude zeestroom is.
Warme zeestromen zorgen Gedownload door Anouk van Loon (avloon@rhedens.nl)
lOMoARcPSD|23184977 vooral in de winter voor aangenamere tempraturen op hogere
breedten. Koude zeestromen zorgen juist in de zomermaanden voor lagere tempraturen. De
golfstroom voert warmer en iets zouter water dan gemiddeld vanuit de Golf van Mexico naar
Noord- en West Europa. Door deze zeestroom smelt het ijs in de wateren rond Groenland
en is de Russische havenstad Murmansk een paar maanden bereikbaar voor scheepsvaart.
Door de golfstroom heeft NoordwestEuropa een zachter klimaat dan de geografische
breedte zal vermoeden. Voor de kust van IJsland komt het water van de golfstroom in
aanraking met koude lucht en het koudere water uit de buurt van de Noordpool. Doordat de
golfstroom warmte afgeeft, daalt de tempratuur. Door de grote hoeveelheid zout die het
bevat is de dichtheid groot en zakt het naar beneden. Deze stroming langs de oceaan wordt
de Noord-Atlantische Diepwaterstroming genoemd en beweegt zich in de richting naar de
evenaar. Ten zuiden van Afrika buigt de stroming naar het Oosten en wordt vermengt met
een stroming die rond Antarctica circuleert. Uiteindelijk verspreidt het koude, diepe
oceaanwater zich in de grote oceaan. Omdat er bij Groenland steeds weer nieuw water naar
beneden zinkt, wordt het diepe water op andere plekken in de oceanen omhoog gestuwd.
Het warme oppervlaktewater wordt op sommige plekken door de wind weggeblazen.
Hierdoor kan het koude water uit de diepte weer opwellen. Thermohaline circulatie =
Oceaanstroming die wordt aangedreven door de dichtheidsverschillen van het zeewater
Diepwaterpomp = Het thermohaline circulatiesysteem in de oceaan waarbij warm water uit
de tropische streken naar het noorden wordt gestuwd en het water via de diepte van de
oceanen teruggaat. In de buurt van de evenaar op de Grote Oceaan waaien onder normale
omstandigheden de passaten. Die stuwen het oppervlaktewater naar het Westen. Vooral de
zuid-equatoriale stroom neemt veel warm water mee naar Indonesië en het noordoosten van
Australië. Boven het warme zeewater stijgt de vochtige lucht op, hierdoor valt er hier veel
neerslag. Aan de andere kant van de Grote Oceaan, bij de Zuid-Amerikaanse westkust,
blaast aflandige passaatwind het oppervlaktewater van de kust weg. Het wordt aangevuld
met koel water uit de diepte van de oceaan wind. Da water is over de oceaanbodem
gestroomd en is daardoor rijk aan afbraakproducten van dode organismen en mineralen.
Deze stoffen worden gebruikt door algen en andere waterplanten, die weer worden
opgegeten door vissen. De kustwateren zijn hier daardoor erg visrijk. El Nino = een periode
waarin warm water zich ter hoogte van de evenaar langs kust en over een groot deel van de
stille oceaan uitstrekt. Rond de jaarwisseling is er 2 tot 3 maanden een onderbreking in het
windpatroon. De zon staat dan loodrecht boven de Steenbokskeerkring en veroorzaakt een
afwijking van de gemiddelde luchtdrukverdeling. (ITCZ zakt naar het zuiden > 20e
breedtegraad)Ten zuiden van de evenaar gaat dan boven de Grote Oceaan een westelijke

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper anouk228. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,74. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 79271 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,74
  • (0)
  Kopen