Kennistoets
PA
Allebei
1. Je beschrijft de uitgangspunten (grondslagen) van fysiotherapeutische hulpverlening.
- Hoorcollege WK 2
- Visie op gezondheid, hulpverlening etc.
- Beroepsprofiel fysiotherapeut: hoofdstuk 1 (paragrafen 1.1, 1.2 en 1.3), hoofdstuk 2 en hoofdstuk 3
(paragrafen 3.2, 3.2.2 en 3.3)
- Fysiotherapie, proces en werkwijze: Hoofdstuk 1 en paragraaf 2.1, 2.2 & 2,3 uit.
- Competentie profiel van een fysiotherapeut (de beroepsrollen)
2. Je past de juiste communicatieve vaardigheden toe in een inventariserend gesprek over de gezondheidstoestand
van een persoon.
- Huber et al.
- Non verbale/ verbale communicatie.
- Interactie met cliënt; Open houding, gesloten houding etc.
- Elementaire sociale vaardigheden Hoofdstuk 1,2,3
- Gesprek kunnen voeren met een cliënt over hun gezondheidstoestand.
3. Je benoemt de kinesiologische begrippen en kaders waarmee fysiotherapeuten – osteokinematische –
bewegingen beschrijven.
- Bewegingen kunnen beschrijven in wetenschappelijke termen (adductie, exo rototatie)
- Begrippen in het latijns weten (Margo, Mediale etc.)
- Osteokinematische bewegingen hoe botten bewegen (Hoorcollege WK4) Confex (bol) en concaaf (hol)
- Bewegingen in het transversaal vlak
- Assen
- Weten hoe de gewrichten werken en welke bewegingen ze kunnen maken. (In het heup gewricht, schouder
gewricht etc.)
- Extremiteiten Paragraaf 6.6.2/ 6.7.1/ 6.7.2/6.7.3
Extremiteiteen Paragraaf 12.1/12.10/12.11/11.3/ 11.4/ 10.7/10.8
4. Je beschrijft de anatomische en fysiologische kenmerken van de organen en orgaanstelsels die jou in beweging
brengen.
- Welke stelsel welke organen weten van ademhalingsstelsel.
- Alle andere stelsels van bijv. hart, bewegingsapparaat.
5. Je ervaart wat bewegen teweegbrengt bij jezelf en bij anderen.
- Instrueren van onderste extremiteiten door middel van open en gesloten keten.
- Wat bewegen inhoudt en waar dat voor belang is voor een fysiotherapeut.
6. Je lokaliseert en tekent relevante bony landmarks en grote musculatuur van de onderste extremiteit ‘in vivo’.
- Spieren onderste extremiteiten (origo, insertie, welke beweging maakt die spier)
- Bot punten kunnen palperen.
- Anatomie weten. Botten/ gewrichten.
7. Je past tactiele/palpatie vaardigheden toe om contact te maken met medestudenten van verschillende sexe,
geloofsovertuiging, afkomst en geaardheid.
- D.m.v. praten vertrouwen bij je cliënt winnen en daardoor kunnen palperen en kunnen aanraken om een
beweging te corrigeren
8. Je brengt de effecten van activiteit en inactiviteit op het menselijk lichaam in kaart.
- De nederlandse beweegnorm
9. Je past verschillende technieken toe om andere mensen te helpen in beweging te komen.
- Instrueren van technieken van oefeningen bij je medemens.
,JESSIE PIEPER
,1. Je beschrijft de uitgangspunten (grondslagen) van fysiotherapeutische hulpverlening.
Beroepsprofiel – inleiding
• ‘Tijdgebonden beschrijving van het domein van de fysiotherapie’
• ‘Gezondheidsopvattingen veranderen. Zo verschuift de aandacht van ziekte en zorg
naar gezondheid en gedrag’.
• ‘Participatie is de maat waaraan het succes van de behandeling wordt afgemeten’.
• ‘Evidence-based handelen’. Is het uitvoeren van een handeling door een
beroepsbeoefenaar op zo`n wijze dat de uitvoering is gebaseerd op de best
beschikbare informatie over doelmatigheid en doeltreffendheid.
Evedence-based;
De fysiotherapeut handelt conform de kenmerken van Evidence Based Practice (EBP). EBP is
het gewetensvol, expliciet en oordeelkundig gebruik van het aanwezige beste
bewijsmateriaal om samen met de cliënt te bespreken noem je = Shared decision making
Literatuur: hoofdstuk 1 (paragrafen 1.1, 1.2 en 1.3), hoofdstuk 2 en hoofdstuk 3 (paragrafen 3.2, 3.2.2 en 3.3) uit het ‘beroepsprofiel fysiotherapeut’
Het domein van fysiotherapie
• ‘Cliënten wenden zich tot een fysiotherapeut omdat zij problemen ervaren met het
bewegen of omdat zij gezondheidsproblemen ervaren waarbij mogelijk
beweeginterventies geïndiceerd zijn’.
• ‘Fysiotherapie biedt behandeling bij het herstel en het ontwikkelen van optimale
bewegen, bij behoud en bij achteruitgang’.
• ‘Fysiotherapeuten komen via een proces van klinisch redeneren tot een specifiek
fysiotherapeutische diagnose op basis waarvan therapeutische en/of preventieve
interventies worden bepaald en uitgevoerd’.
• ‘Fysiotherapie toetst zich voor wat betreft haar theoretische rationale, doelmatigheid
en doeltreffendheid, veiligheid en ethiek steeds aan de meest actuele
wetenschappelijke inzichten, methoden en technieken’.
Je leest hoofdstuk 1 en paragraaf 2.1, 2.2 & 2,3 uit ‘Diagnostiek in de fysiotherapie’ van Boiten, et all (2017)
Visie op gezondheid
• ‘Health as the ability to adapt and to self-manage, in the face of of social, physical
and emotional challenges’.
• Machteld Huber et al: Gezondheid als een dynamisch, persoonlijk en positief
concept.
• ‘WHO: Health is a state of complete physical, mental and social well-being and not
merely the absence of disease or infirmity’.
, • De ervaren gezondheid (lichamelijk, psychisch en sociaal) en de betekenis die een
patiënt aan de ervaren gezondheid (en eventueel de gegeven medische diagnose)
geeft, bepalen (mede) zijn functioneren in het dagelijks leven. Het gaat hierbij om de
mate waarin iemand zich gezond voelt. Bij het functioneren in het dagelijks leven is
kwaliteit van leven een belangrijk begrip. Kwaliteit van leven kan geformuleerd
worden als: de mate waarin wensen en ambities van de individuele mens op
verschillende terreinen en aspecten van het leven overeenstemmen met de realisatie
ervan.
Visie op bewegen
• ‘Gezondheid en beweging zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Mensen die
voldoende bewegen zijn minder vaak ziek, hebben minder last van psychische
klachten, blijven makkelijker op een gezond gewicht en hebben minder kans op hart-
en vaatziektes, diabetes en verschillende vormen van kanker’.
• ‘Optimaal bewegen kenmerkt zich door functionele variabiliteit zoals voor het eerst
beschreven door Bernstein6 en later door anderen, zoals Todorov, Latash en Levin.
Hiermee wordt bedoeld dat een doel met verschillende bewegingen bereikt kan
worden. De beweging die de cliënt inzet, wordt bepaald door de situationele, de
bewegings- en de sociale context plus de aanwezige stoornissen’.
Visie op hulpverlening
‘Binnen de fysiotherapie wordt de cliënt naar diens eigen wil en kunnen als autonoom
beschouwd. Huber et al benadrukken dat regievoeren over het eigen leven cruciaal is
voor het ervaren van gezondheid. De cliënt krijgt naast de regie over zijn even, ook
een centrale rol bij de behandeling. De cliënt beslist mee over behandeldoelen en
kiest uit het behandelaanbod