De spelregels van de democratie (vierde herziene editie)
Dit is een uitgebreide samenvatting van het vak Vergelijkende politiek in het academiejaar 2023/2024 gegeven door Stefaan Fiers. Ik ben hiermee geslaagd in eerste zit. Het omvat zowel het boek (Alle hoofdstukken, behalve hoofdstuk 9 over het Europees Parlement) als eigen notities en slides.
SAMENVATTING
VERGELIJKENDE POLITIEK
woensdag 14 februari 2024
Deel 1: Hoofdstuk 1: Introductie en discipline
Vergelijkende Politiek
1.1 Afbakening van politiek
- Geen eenvoudige de nitie
- Politiek - alles wat te maken heeft met het besturen van de samenleving
- Toepassing - voorbeelden: Duitse kiessysteem, Brexit-referendum
- Is op basis van autoriteit, publieke beslissingen nemen door tegengestelde meningen
met elkaar te verzoenen
- 4 elementen volgens Miller
- Collectieve activiteit: publiek, betrekking op een samenleving
- Verschillende meningen
- Verzoening: vereist communicatie
- Autoritatief - betekent dat het als legitiem doorgaat - inclusief sanctierecht
- Politiek is dus die macht verwerven, behouden en uitoefenen
- Noodzaak aan politiek vloeit voort uit het collectieve karakter van het menselijk
samenleven: we delen de natuurlijke rijkdommen, verhouden ons tot andere groepen en
plannen de toekomst
- Aristoteles: Mens is een politiek dier - politiek noodzakelijk, maar ook een deugd
- Politiek is de meest rationele weg om tot een gezamenlijke oplossing te komen voor een
gezamenlijk probleem
- Steeds een con ictelement en een coöperatieelement
- Speci eke vragen voor de vergelijkende politiek:
- Welke beslissingen? Welke invloed op dagelijks leven?
- Hoe worden beslissingen genomen? Verschil tussen conventionele - verkiezingen, en
niet-conventionele - boerenprotesten acties EN democratische - BE en autoritaire - RU
regimes
- Wie neemt de beslissing en hoe/door wie worden zij beinvloed?
- Bouwstenen die de politiek helpen afbakenen:
- Overheid: instituties (meervoud!) om collectieve beslissingen te nemen en uit te voeren
- Regering: het hoogste niveau om die beslissingen te nemen
- Governance: de activiteit, het proces en kwaliteit om collectieve beslissingen te nemen
- Staten: politieke gemeenschap, op 1 territorium, onder 1 regering + soevereniteit:
hoogste bron van autoritei
- Naties: een ‘gemeenschap’ en nationalisme: naties hebben recht op zelfbeschikking
- Macht: de ‘motor’ van de politiek
- Autoriteit/gezag: het recht om te regeren, gelinkt aan een positie - Max Weber:
traditioneel- charismatisch- rationeel-legalistisch
- Legitimiteit: systeem gebaseerd op autoriteit
1.1.1 Vaststelling: variatie in Europa
- 1. Staatshoofd:
1
fi fl fi
,- Monarchie vs Presidentieel (Monarchie in Europa : NL, UK, BE, LUX, ES, NO, DK, SE,
MON)
- 2. Politiek systeem:
- Parlementaire systemen vs presidentiële systemen
- Landen met een president moeten NIET meteen een presidentieel systeem hebben
- Presidentiële systemen : verkozen, staatshoofd = regeringshoofd (US)
- Parlementaire systemen: aangesteld, ceremoniële positie (ITA, DUI, ...
- Semi-presidentiële systemen :President + regering gebaseerd op meerderheid in
parlement vb: FR, FIN, PT, IE, AT
- 3: Parlementen:
- Eén Kamerstelsels (NO, DK, SE, LU, SK)
- Twee Kamerstelsels:
- 1) Hoge Vergadering: rechtstreeks verkozen - CZ - Senát
- 2) Hoge Vergadering: delegaties van regionale of subnationale entiteiten
- NL - Eerste Kamer: vertegenwoordigers van provincies
- FR - Sénat : régions - gekozen door openbare ambtenaren - burgemeesters en
anderen…
- DE - Bundesrat: Länder - per land max 6 verkozenen, 69 in totaal
- BE - Senaat: gemeenschappen - cfr samenvatting POL
- Eenkamerstelsels zijn een rariteit in Europa, maar wel in de meerderheid wereldwijd
- 4: Partijsystemen:
- 2-partijsysteem - VK, VS…; 2,5partijensysteem - CZ in de jaren 90, DE in de jaren 70;
Multipartij - BE, CZ, DE nu
- 5: Regeringsmeerderheid:
- 1 partij - tot multipartij
- Minderheidsregering: opgebouwd van minderheidspartijen met steun van enkele
anderen, met die ze wel in de meerderheid kunnen komen
- “Gewone” en “oversized” coalities - oversized in bv. Israel, waar ze zoveel mogelijk
groepen aan de macht willen laten deelnemen
- 6: Electorale systemen (kiesstelsels)
- Meerderheidssystemen - VK
- Gemengde systemen - DE, NZ, JP
- Proportionele systemen - BE, CZ…
- 7. Staatsstructuur
- Federale staten - BE, DE (BE assymetrisch, DE symmetrisch)
- Quasi-federale staten: Spanje - ook al is het federaal in all but name - Corsica in Frankrijk
meer rechten dan andere gebieden
- Gecentraliseerde staten - rest van Frankrijk, UK - ondanks devolution heeft Westminster
een verantwoordelijke voor de andere gebieden zoals Schotland en Noord-Ierland
1.2 Discipline Vergelijkende Politiek
- Een van de 3 disciplines van de politieke wetenschappen - buiten politieke theorie
(normatief) en internationale relaties (oorlog en vrede) - de onderverdeling is wellicht niet
zo rechtuit o.a. ten gevolge van globalisering en interdependentie
- Vergelijkende politiek: (werking staat)
- Vanaf eind 19de eeuw als aparte discipline, empirisch
- Niet: is participatie aan beleid goed of slecht?
- Wel: hoe verloopt die participatie, via welke mechanismes
- Waarde-neutraal
- Focus: Instituties – individuele/collectieve actoren – processen & interacties binnen
politieke systemen
- Onderwerp = machtsgerelateerd (individu – groeperingen)
- Principe van interdependentie - heden ten dage iedereen van iedereen een beetje
afhankelijk, hangt samen met globalisering en verhoogde internationale samenwerking -
voorbeeld: vergaderingen G7 - Trump en Merkel
2
, - Founding Fathers van Vergelijkende Politiek:
- Aristoteles - 384-322 v.C. - titel Politiek van 340 v.C. - “De mens is een sociaal dier”
- Nicolo Machiavelli - Il Principe van 1515 - aandacht op de werking van politiek, IEMAND
moet altijd beslissingen kunnen nemen
- Charles Louis de Montesquieu - L’esprit des Lois van 1748 - principe van de scheiding
der machten
- Alexis de Tocqueville - La Démocratie en Amérique van 1835 - Amerikaanse
democratie - hoe werkt dat vanuit een Franse bril?
- Ook bij andere klassieke denkers vind je elementen van Vergelijkende Politiek terug - bv.
Michels met partijoligarchie, Comte, Smith…
1.3 Types en tradities in VP
- Eénlandenstudies: (substantie)
- “German politics”, “Spanish politics”
- Angelsaksische dominantie
- De “country chapters” in handboeken vergelijkende politiek
- Nut - impliciete vergelijken tussen 2 vaste landen, deviante case, gedetaileerde info
- Impliciete vergelijking - de Tocqueville in Amerika
- Methodologisch: regels vastleggen (methode)
- Hoe vergelijkend onderzoek voeren om te beschrijven, verklaren en voorspellen?
- Gebruik van logica en statistiek
- Analytisch: (combinatie)
- Vergelijking volgens welbepaalde systematiek met doel te verklaren (beschrijven -
verklaren en met hypothese dan voorspellen
- Welke benadering? Grote Theorieën
-Identi ceert noodzakelijke functies van pol. syst.
-Onderlinge vergelijking
Structureel functionalisme
-Normatieve ondertoon : vergelijkbaarheid met Westerse
democratieën
-Open systemen
Systeem theorieën -Input & output
-Cf. model van David Easton
-Klassencon ict als verklaring voor veranderingen in pol.
Marxisme
syst. - Revolutie leidt tot een dictatuur van proletariaat
-Centrale rol voor de staat en interactie met de
Corporatisme
maatschappij -Legitimiteit sociale organisaties
-Centrale rol van de structuren in het vorm geven van politiek en individuee
Institutionalisme
-Kan normatief zijn: belang van regels en routines
- ~met structureel functionalisme
Governance -Bepaalde taken moeten vervuld worden -Bijzondere
interesse voor rol van sociale actoren
- Wat wordt vergeleken? Onderwerpen gaan zeer ruim:
Niveau De nitie Voorbeeld
Organisatie van de overheid
Institutioneel en de interne verhoudingen Balans tussen parlement en
regering in USA vs NL
! Posities > personen
Hoe sociale factoren Impact van onderwijs op
Maatschappelijk
invloed uitoefenen op deelname verkiezingen en
3
fi fi fl
, Hoe de prioriteiten in een Uitbouw van de welvaartstaat,
Statelijk
staat de maatschappij regulering voor economische
- Grote evolutie door de jaren heen:
- Nationale politieke systemen: Subnationale systemen - in Belgie Vlaanderen en
supranationale systemen - voorbeeld: de Europese Unie
- Andere componenten: parlementen, partijen, regeringen, rol van het middenveld…
1.4 Wat wordt vergeleken? Evolutie door de tijd
- 2 revoluties: Behavioral Revolution (1920-1966)
- Tweede wetenschappelijke revolutie - 1989 tot nu
- Vier periodes:
- 1. ca. 1880 - 1920: grondleggers van vergelijkende politiek
- 2. 1921- ca. mid 1960: behavioral revolution
- 3. 1967-1988: post-behavioralisme
- 4. 1989- nu: Tweede wetenschappelijke revolutie
- 1. Voor Eerste Wereldoorlog: Grondleggers
- Duitse School: Staats- vs Geisteswissenschaft - Max Weber
- Analyse van staat en instituties - in een heel strikte zin
- Formele analyse - (in plaats van een substantiële, zoals bij geschiedenis)
- Legalistisch: gebaseerd op wetteksten, constituties
- Uitsluitend draait om casestudies
- Geogra sch afgebakend op West-Europa en Noord-Amerika
- 2. Golden Age of Comparative Politics - 1920-66 - Behavioral Revolution
- Charles Merriam - Chicago School riep in 1921 op voor nieuw paradigma
- Reactie tegen een pure formalisme, en weinig “wetenschappelijke” benadering
- “Behavioral revolution” - observeren van een “nieuwe realiteit” met nieuwe noden
(omwille van de totstandkoming van een communistisch blok (Koude Oorlog) en fascisme
bij WOII en de daaropvolgende dekolonisatie)
- Importeren van invloeden uit de sociale antropologie, sociologie, biologie - proberen om
ieder individu bij te betrekken
- Mobilisatie van de massa - welke rol voor belangengroeperingen, partijen, ideologie,
waardesystemen, communicatie - deze zijn vaak niet verankerd in de grondwet
- In Europa wordt de dominantie van een Anglosaksisch meerderheidsstelsel in vraag
gesteld
- In deze periode neemt het aantal landen door o.a. dekolonisering toe
- Geogra sche en historische uitbreiding -> meer aandacht voor variëteit van politieke
systemen, er is een grotere rol van de agent dan instituties (vb. partijen)
- Nieuwe methodologie: beschrijving van “echte” gedrag - veel gevallen, large N-studies
- Intrede statistiek en data-collectie
- Nieuwe ‘taal’ : het systemisch functionalisme (structureel functionalisme)
- “Staat” wordt “politiek systeem” (functionele benadering) - voorbeeld: David Easton -
1965
- Systeemtheorie David Easton: probleem: wat gebeurt binnen dat “politiek systeem?” -
wordt als een biologisch systeem uitgelegd, politiek systeem - de black box, ook stress
toegevoegd omwille van veelvoudige eisen
-
4
fi
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jchymcsler. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €9,36. Je zit daarna nergens aan vast.