In dit document vind je alle stof die gevraagd wordt in de toets van het vak computer networks. Deze toets wordt gegeven in week 5. Al deze aantekeningen zijn compleet uitgewerkt en er zijn vaak afbeeldingen die de uitleg ondersteunen.
Component view (“Nuts and Bolts”)
Service view(“Wat kan je er mee doen?”)
Protocol view (“Formele afspraken”)
Dus verbindingen, netwerkapparatuur maar ook de aangesloten computers, game consoles etc. zijn
allemaal onderdeel van een computernetwerk
Een computernetwerk is een verzameling, onderling verbonden, autonome computers (dit zijn
afzonderlijke computers die onderdeel maken van het netwerk).
Waarom computers in een netwerk?
Delen van gegevens
Delen van devices/hardware (bijv. Network Printer)
Delen van applicaties (bijv. Network Gaming)
Communicatie (bijv. Email of VoIP)
Componenten view uitleg:
Media
Netwerkcomponenten
Eindgebruikers
Media: De applicaties die je gebruikt om informatie te verspreiden. Of bijvoorbeeld een
netwerkverbinding.
een LAN-verbinding (max paar 100 meter bijv. UTP)
WAN-verbinding (erg groot, wereldwijd via glasvezel)
Glasvezel (Wereldwijd wordt er via kabels op de zeebodem gecommuniceerd en niet via
satellieten.) TAT14
wireless (Alles wat draadloos is, wifiverbinding, 4G, satellietverbinding via radiogolven).
Netwerkcomponenten:
Router
Stuurt verkeer door
Bepaalt de next hop van een route naar de eindbestemming op basis van hiërarchisch
globaal adres (IP-adres) een router is dus slim en kijkt naar de rang van het verkeer.
Koppelt de verschillende netwerken (bijv. ADSL aan WIFI)
Wordt soms ook wel L3- switch genoemd.
Switch (ook wel L2-Switch)
, Stuurt ook verkeer door binnen een netwerk
Bepaalt lokaal de route op basis van lokaal machine-adres (bijv. Macadres bij Ethernet
IEEE802.3) Dit gaat ook via kabel.
Vaak veel aansluitpunten.
Wireless accespoint
Zoals een switch maar dan wireless (via WIFI)
Vaak gecombineerd met een router voor ADSL/Kabel verbinding.
Vaak ook wired netwerk (wireless en wired binnen hetzelfde netwerk).
Firewall
Kan onveilig verkeer blokkeren.
Zoals een router maar dan met een filter.
Vaak ingebouwd in een Router.
Eindsystemen:
Deze koppel je aan het netwerk.
Clients
Initiatiefnemer communicatie
Vaak menselijke interactie
PC, laptop, smartphone, etc.
Maar ook bijvoorbeeld je verwarming en tv (Internet of Things).
Server
Biedt services aan clients
Luistert 24/7 naar client verzoeken
Webserver, emailserver, DSN-server, printer
Het internet
Het internet bestaat uit
Mobile networks
Global ISP (internet serviceprovider)
Regionaal ISP (internet serviceprovider)
Home network (Thuis netwerk)
Institutional network (publiek netwerk)
Modem
Thuis wordt er door de provider een modem geleverd. In een modem zit een router, switch, firewall
en wifi gecombineerd in een device. Een ander woord is WIFI-Router of Internet-modem.
, Services View
Via een blackbox of business kant te kijken naar een netwerk, persoonlijke voorkeuren.
Functionele eisen (Afspraken over hoe het netwerk in elkaar zit).
Randvoorwaarden en wettelijke eisen
o Standaarden (Wat moet het kunnen)
o Richtlijnen & wettelijke kaders (bijv. Europese richtlijnen).
Operationele eisen (Technische eisen)
o Capaciteit en schaalbaarheid (capacity en scalability)
o Prestatie (Performance,bijv. de snelheid)
o Beschikbaarheid(Wat als het stroom uitvalt?)
o Continuïteit (Bijv. wat er moet gebeuren bij een ramp, andere providers/backup?)
o Veiligheid (Veiligheid van gegevens zoals prive informatie)
o Beheerbaarheid (Manageability)
Ontwerpvoorkeuren
o Bijv. Microsoft versus Linux
Computing paradigma’s
Waar zit de processing? (Op welk device of cloud voer ik de opdracht uit)
Waar zit de storage? (Waar wordt het bewaard?)
Zeer veel paradigma’s
o Mainframe (centralized computing) (1 centrale computer, bestaat al sinds jaren 50.
Gebruikers zijn aangesloten met een “dumb terminal” een beeldscherm en
toetsenbord dus input en output)
o Isolated microcomputer: IBM PC (Sinds 1980, processing lokaal op de PC, File
uitwisseling via “Sneaker net” ook wel floppy’s ook wel een fysiek netwerk.) Deze
was goedkoper dan een mainframe.
Fat clients
o Vrijwel alle processing nog steeds op de client
o Sommige zaken (communicatie, bepaalde opslag, directory services) op een server
o Systemen gekoppeld met een LAN-verbinding
o Zelfs zonder netwerk kan je hier mee werken.
Thin clients
Alle processing gebeurt op de server (voor alle gebruikers)
o De client heeft alleen software voor grafische ondersteuningen en software om te
verbinden met de server. (Dit maakt thin client net anders dan de main frame dumb
terminals)
o Bekende implementaties zijn windows remote desktop.
Cloud computing
o Processing op servers via het internet
o De client heeft alleen software nodig om te verbinden met het internet (vaak alleen
een browser of speciale apps).
o Er zijn private en publieke clouds.
Soorten Cloud computing
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Eyespectre. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €10,49. Je zit daarna nergens aan vast.