DE EFFECTIVITEIT VAN ICGT VERSUS CGT
VOOR VOLWASSENEN MET EEN
ANGSTSTOORNIS
Evidence Based Practice
Met het inleveren van dit beroepsproduct verklaar ik,
Alisha Hofman aan de Master Innovatie in Zorg en
Welzijn van de Hogeschool Utrecht, dat ik bij het
schrijven van dit beroepsproduct, geen plagiaat heb
gepleegd en dat het beroepsproduct het resultaat is van
mijn eigen werk en verwoord is in mijn eigen woorden
behoudens citaten. Daar waar het beroepsproduct
gebaseerd is op informatie dan wel ideeën uit een andere
informatiebron zal ik die ander recht doen door naar
diens geraadpleegde werk te verwijzen. Tevens verklaar
ik dat ik te allen tijde verantwoordelijk blijf voor het
bovenstaande
31
,Samenvatting
Cognitieve gedragstherapie (CGT) wordt beschouwd als de gouden standaard bij
behandeling van angststoornissen, maar face-to-face therapieën brengen structurele
barrières met zich mee, zoals tekorten van therapeuten met een specifieke expertise en
ethische ongelijkheden.
Internet-based CGT (ICGT) kan de tijd met de therapeut verminderen, meer mensen
bereiken, is toegankelijk, gemakkelijk schaalbaar en bespaart reistijd. Cliënten kunnen
profiteren van verkorte wachttijden en een flexibel zorgaanbod.
De effectiviteit van ICGT is getoetst door middel van controlegroepen als ‘wachtlijst’ en ‘care-
as-usual’. Het uitvoeren van een Critical Appraisal of a Topic (CAT) is nodig om de
effectiviteit van ICGT ten opzichte van CGT te evalueren. Doelstelling van dit onderzoek is
evidence-based practice informatie verzamelen over de effectiviteit van ICGT in vergelijking
tot CGT voor mensen met een angststoornis, zodat er op basis van bewijsmateriaal, cliënt
voorkeuren en eigen expertise antwoord gegeven kan worden op de onderzoeksvraag. De
onderzoeksvraag luidt: "Is ICGT effectiever dan CGT bij behandeling van volwassenen met
een angststoornis bij het bereiken van positieve behandelresultaten?"
De zoekopdrachten in de databanken PsycINFO, Embase en Cochrane Library zijn
geformuleerd middels de PICO in databanken. De zoekopdracht leverde 158 hits op,
waarvan vijf artikelen zijn geïncludeerd na screening. Deze artikelen zijn beoordeeld op
bewijskracht middels de ‘hierarchy of evidence’ en toetsing aan de hand van de CASP
Checklists. De artikelen scoorden gemiddeld tot hoog.
De effectiviteit van de interventies is gemeten aan de hand van de kwaliteit van leven,
klachtenreductie en cliënttevredenheid. De onderzoeken hebben aangetoond dat de
verschillen in klachtenreductie en cliënttevredenheid niet-significant zijn. Echter, zijn er
tegenstrijdige uitkomsten in de onderzoeken welke de kwaliteit van leven onderzochten,
waarbij één onderzoek heeft aangetoond dat ICGT effectiever was, terwijl een ander
onderzoek heeft aangetoond dat CGT effectiever was.
ICGT kan een uitkomst bieden voor behandeling van angststoornissen, waar effectiviteit van
ICGT afhankelijk is van het type angststoornis. Het onderzoek heeft niet-inferioriteit van
ICGT kunnen uitsluiten, gezien verschillen in klachtenreductie en cliënttevredenheid tussen
1
,ICGT en CGT niet-significant zijn. Onderzoek wijst uit dat ICGT een blijvend effect heeft na
zes en twaalf maanden. Echter, kan niet gesteld worden dat ICGT effectiever is dan CGT.
Inhoudsopgave
SAMENVATTING............................................................................................................................................ 1
1. INLEIDING.................................................................................................................................................. 3
2. METHODE.................................................................................................................................................. 4
2.1 ZOEKSTRATEGIE................................................................................................................................................4
2.2 ZOEKPROCES....................................................................................................................................................4
2.2 SELECTIEPROCES...............................................................................................................................................5
2.3 BEOORDELING METHODOLOGISCHE KWALITEIT........................................................................................................6
2.4 DATAEXTRACTIE................................................................................................................................................8
3. BEVINDINGEN............................................................................................................................................ 8
3.1 FLOWCHART....................................................................................................................................................8
3.2 KWALITEIT VAN LEVEN.......................................................................................................................................9
3.3 KLACHTENREDUCTIE........................................................................................................................................10
3.4 CLIËNTTEVREDENHEID VAN DE BEHANDELING.......................................................................................................11
3.5 VOORSPELLERS VAN BEHANDELINGSEFFICIËNTIE....................................................................................................12
4. DISCUSSIE................................................................................................................................................ 12
4.1 DOELSTELLING................................................................................................................................................12
4.2 SYNTHESE......................................................................................................................................................12
4.3 METHODOLOGISCHE STERKTES EN ZWAKTES.........................................................................................................13
4.4 IMPLICATIES VOOR DE PRAKTIJK.........................................................................................................................14
5. CONCLUSIE............................................................................................................................................... 15
REFERENTIELIJST.......................................................................................................................................... 16
BIJLAGEN..................................................................................................................................................... 19
BIJLAGE A: SEARCHSTRINGS....................................................................................................................................19
BIJLAGE B: HIERARCHY OF EVIDENCE........................................................................................................................20
BIJLAGE C: CASP RANDOMIZED CONTROLLED TRIAL STANDARD CHECKLIST.....................................................................21
BIJLAGE D: CASP CHECKLIST SYSTEMATIC REVIEW.....................................................................................................25
BIJLAGE E: DATA-EXTRACTIE...................................................................................................................................29
BIJLAGE H: REDENEERSCHEMA................................................................................................................................34
2
, 1. Inleiding
Angstoornissen is de verzamelnaam voor onder andere gegeneraliseerde angststoornissen,
paniekstoornissen, posttraumatische stresstoornissen, obsessieve-compulsieve stoornissen
en sociale angststoornissen (American Psychaitric Association, 2013). Cognitieve
gedragstherapie (CGT) is probleemgerichte psychotherapie die gedragsinterventies
integreert (Chow et al., 2022). CGT wordt beschouwd als de gouden standaard voor de
behandeling van angststoornissen (Bouchard et al., 2022; Zhang et al., 2022). Structurele
barrières, zoals tekorten van therapeuten met een specifieke expertise en ethische
ongelijkheden bemoeilijken de mogelijkheid om face-to-face therapieën te kunnen volgen
(Zhang et al., 2022). Echter, digitaliseert de geestelijke gezondheidszorg (ggz). Digitalisering
is een proces waarbij middels het digitaal maken van processen, de efficiëntie wordt
verbeterd (Encyclo.nl, z.d.). Digitalisering kan bijdragen aan een potentieel beter
behandeleffect voor bepaalde groepen patiënten ten opzichte van traditionele methoden (de
Nederlandse ggz, z.d.).
Internet-based cognitieve gedragstherapie’ (ICGT) – een psychotherapie gebaseerd op de
principes van CGT, digitaal geleverd door een individu of module – is een effectieve therapie
ter verlichting van symptomen van angststoornissen en verbetert de prognose (Zhang et al.,
2022). ICGT kan de tijd met de therapeut verminderen, kan meer mensen bereiken, is
toegankelijk en gemakkelijk schaalbaar (Chow et al., 2022; Zhang et al., 2022). Door
onlinebehandeling kunnen patiënten profiteren van verkorte wachttijden, is er meer flexibel
zorgaanbod en wordt reistijd bespaard (Psycholoog.nl, z.d; Daansen, 2012).
De afgelopen twee decenia is er veel onderzoek gedaan naar ICGT (Carlbring et al., 2018).
Echter, is de effectiviteit veelal getoetst door middel van controlegroepen als ‘wachtlijst’ of
‘care-as-usual’, waarbij de context van ‘care-as-usual’ kan verschillen en de interventie niet
gespecificeerd is. Er is nog weinig bekend over de effectiviteit van ICGT vergeleken met
reguliere face-to-face CGT (Carlbring et al., 2018). Het uitvoeren van een Critical Appraisal
of a Topic (CAT) is nodig om de effectiviteit van ICGT te evalueren ten opzichte van face-to-
face CGT voor mensen met een angststoornis en om daarmee praktische implicaties te
kunnen formuleren.
Doelstelling van dit onderzoek is evidence-based practice informatie verzamelen over de
effectiviteit van ICGT in vergelijking tot CGT voor mensen met een angststoornis, zodat er op
basis van bewijsmateriaal, patiënt voorkeuren en eigen expertise antwoord gegeven kan
worden op de onderzoeksvraag.
3