College 1 : introductie en basis
Andere manier van kijken naar gedrag : ADHD is een hersenziekte (biologie). Ook
politiek mengt zich in pedagogiek; als er iets in de hersenen gebeurt vinden we het
erger/belangrijker.
Soorten gedragsproblemen hebben te maken met wat er zich in het brein afspeelt.
Gedrag moet je bestuderen in het écht, in de context (dat is biologie).
Niko Tinbergen (bioloog)
in zijn tijd werd gekeken naar behaviorisme. Tinbergen vond dat je moest kijken naar
gedrag in de context. Hij stelde vier vragen om gedrag écht te kunnen begrijpen en
de oorsprong/oorzaak ervan te kunnen vinden:
1. Mechanismen: hoe komt het gedrag ten uiting? (hersenen)
2. Ontwikkeling: deed je dat altijd al? Is het ontstaan in de ontwikkeling?
3. Functie: hoe beïnvloedt het gedrag de kans op overleving en reproductie?
4. Evolutie: hoe is dit gedrag ontstaan door de evolutie?
3&4 zijn evolutionaire vragen
Model van Bronfenbrenner: ecologisch systeem.
> alle omgevingsfactoren gaan via het brein de mens in.
> chronosysteem : is er in de ontwikkeling iets bijzonders gebeurd? Zie tabel:
H1 : introductie
Al het sociale gedrag is enigszins van belang voor pedagogiek. Zowel psychologie,
biologie als pedagogiek lopen steeds meer in elkaar over.
Hoe specifiek zijn verschillende stukken van het brein? Is het een groot algemeen
ding dat alles doet, of is er modulariteit/domein specifiteit?
Modulariteit
= bepaalde delen van het brein zijn meer geschikt voor het verwerken van specifieke
informatie. Is aangeboren: er ligt al vast welke functies waar liggen en waarvoor
werken.
> bv modulen voor het herkennen van gezichten, dat deel v.h. brein kan dan niks
anders dan dat
> bv visuele systeem (in oxipitaal cortex), taal (in bernices gebied), in god geloven
(in temporaal cortex) maar zijn daar echt allemaal gebieden voor?
= frenologie = alle eigenschappen/gedragingen van mensen hebben een eigen
stukje in het brein (werd vroeger gedacht).
Domein specifiteit
=^
,Modellen over de werking v.d. hersenen:
A) modulair
B) gespecialiseerde gebieden die samen werken
C) niet-gespecialiseerde gebieden die samen werken
Reductionisme = het vervangen van een verklaring voor een simpelere verklaring.
Je kunt gedrag verklaren o.b.v. psychologische of biologische termen.
> Sanchez: liefde is gewoon maar chemicaliën
> ADHD is gewoon hersenziekte: maar gedrag dan? Te reductionistisch
Interacterende niveaus van verklaringen = verklaringen interacteren ook weer met
elkaar.
> je kunt biologisch en maatschappelijk kijken naar agressie; een biologisch systeem
functioneert anders in een andere sociale context.
> genen komen op andere manier tot expressie, afhankelijk van het gezin waarin je
opgroeit.
> welk deel van gedrag door genen wordt verklaard, is helemaal afhankelijk van de
context waarin je leeft (gewicht door genen, maar weinig eten is bepalender)
H2 : Basics zenuwstelsel
Zenuwstelsel
bloed-brein-barrière (membraan) = tussen de twee zenuwstelsels; beschermt het
CZS. Houdt alles wat buiten het CZS zit buiten, en houdt binnen wat erin zit.
Sommige stoffen kunnen wel door van het bloed het brein in, sommige kunnen niet
van het bloed naar het brein.
plaatje kennen
Centrale zenuwstelsel (CZS) = hersenen + ruggenmerg
Perifere zenuwstelsel =
- autonome zenuwstelsel (= wat er vanzelf gebeurt; hoef je niet over na te denken ;
ademen, hart, spijsvertering)
- somatische zenuwstelsel (= alles wat je zelf aanstuurt; zelf onder controle ; lopen,
pakken etc)
> autonome zenuwstelsel (stress systeem)
parasympatische zenuwstelsel = verantwoordelijk voor het tot rust brengen v.h.
lichaam
, sympathische zenuwstelsel = verantwoordelijk voor actie in het lichaam ; sprintje
trekken
de een is niet altijd de rem van de ander; in veel gedrag moet er een goede
afstemming zijn tussen de twee systemen.
Zenuwcel
= voor de overdracht van elektrische signalen.
Soma = cellichaam, met uitlopers (dendrieten).
Door de axon (langste uitloper) gaat het signaal naar de volgende cel : hoe meer vet
(myelinen) om de axon, hoe sneller de prikkels door de axon heen kunnen.
De axon komt uit in de synapsen, die een volgende zenuwcel kunnen activeren.
Neurotransmitters komen uit dendrieten (dopamine, serotonine, ..), waar de
volgende zenuwcel op reageert. Als die genoeg receptoren heeft voor bv serotonine
(serotonine transmitter), dan is er een ontlading in de cel en gaat het signaal door
naar de volgende.
= actiepotentiaal. Cellen zijn negatief geladen als er niks gebeurt. Elke keer als er
neurotransmitters komen, wordt de negatieve lading iets positiever. Als de cel op de
waarde van -55 komt, dan geeft de cel het actiepotentiaal door naar de volgende
zenuwcel (duurt 3 milisec). Na het actiepotentiaal is er een tijdelijke verlaging van de
lading (-70). Dan trekt de zenuwcel weer bij en kan hij een volgend signaal gaan
doorgeven.
Axon is langer dan dendriet.
In je darmen zitten de meeste zenuwcellen; darmen zijn je external brain.
, Het brein:
Hersenen bestaan uit grijze- en witte stof.
De grijze stof = cellichamen: liggen in de cortex.
De witte stof = uitlopers: axonen. Daaromheen zit vet (myelinen).
Grootste deel wat in je hoofd zit, zijn geen zenuwcellen. In je lichaam zitten cellen ter
ondersteuning (= Glia), dat zijn er meer dan het aantal zenuwcellen. De Schwann
cellen zorgen voor myeline vet.
Glia cellen zorgen ook voor informatie overdracht.
Hoe kan je brein zo groot mogelijk zijn in een zo klein mogelijk hoofd : brein op ene
bepaalde manier ‘opvouwen’. De cortex bestaat uit sulcus (vouwen) en gyrus
(bulten). Je kan minder goed bij de gyrus dan bij de sulcus (?).
Aan de buitenkant v.d. cortex liggen de cellichamen, de axonen gaan naar binnen (de
hersenen in).
Vanuit de evolutie is er een verdeling van het
brein; het ene borduurt voor op het ander. Vanaf
het groene deel is het belangrijk.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Jannaberg. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.