Uitwerking 9 stappenplan College 2 - Van der Laan Smith et al. (2005)
Ter voorbereiding van de colleges heb ik voor alle artikelen een 9 stappenplan uitgewerkt. Tijdens de colleges heb ik mijn uitwerking aangepast naar aanleiding van de informatie volgend uit het college.
1.1. What is the problem?
Het managementprobleem in het artikel van Van der Laan Smith et al. (2005) is of de vorm
van de maatschappij invloed heeft op de mate en kwaliteit van Corporate Social Disclosure (CSD).
Debates and calls for corporations to report and be held responsible to a broader social
mandate beyond their primary fiduciary duties. Term management problem is ongelukkig.
1.2. Why does this problem need to be raised?
Het artikel is geschreven naar aanleiding van recente grote bekende faillissementen van
Enron, WorldCom en Global Crossing. Door deze faillissementen ontstonden debatten over het
verantwoordelijk houden van bedrijven over het rapporteren over een breder sociaal mandaat die
verder gaat dan alleen de primaire verantwoordelijkheid.
2. From whose perspective is the (management) problem being studied?
Het managementprobleem wordt zoals de titel van het artikel vermeld voornamelijk
bestudeerd vanuit het stakeholders perspectief. In het artikel worden de verschillen tussen het
stakeholders perspectief en de stock-/shareholders perspectief geanalyseerd in verband met de mate en
type van CSD. De auteurs beargumenteren dat een stakeholders perspectief leidt tot meer CSD en leidt
tot een hogere kwaliteit van CSD. De auteurs richten zich dus niet op één groep stakeholders.
Het perspectief is de maatschappij.
3. What is the research question to address the (management) problem?
3.1. Overall research objective
Het doel van het artikel is vast te stellen of de oriëntatie van het land (stakeholder vs
shareholder) perspectief invloed heeft op de mate en kwaliteit van CSD.
Vertaling hypothesen is in de standaarduitwerking opgenomen. Dit is ongebruikelijk. Docent:
Kunnen we de verschillen die bestaan in maatschappelijke verslaggeving verklaren vanuit instutionele
context als we daarbij kijken door de lens van stakeholder theory?
3.2. Detailed research questions
Er zijn een aantal subvragen te constateren uit het artikel. (1) Leidt een
stakeholdersperspectief tot meer en betere CSD vergeleken met de aandeelhoudersperspectief? (2)
Leiden corporate governance systems die communitarianism (gemeenschapsgericht) zijn tot meer en
betere CSD vergeleken met corporate governance systems die contractarian (contractarisme) zijn? (3)
Leiden de unieke eigendomsstructuren in Scandinavië (o.a. overheid, meer geconcentreerde eigendom
en bovenliggende stichtingen) tot meer en betere CSD? (4) Leidt een maatschappij die bezorgd is om
sociale problemen (culturele factoren) tot meer kracht en legitimiteit van stakeholdergroepen en
worden hun claims met meer noodzaak gezien, waardoor de mate en kwaliteit van CSD toeneemt?
De subvragen zijn deels vertaald in de hypothesen. Hypothese (1): Bedrijven in landen met
een stakeholder oriëntatie rapporteren meer kwantitatief over CSD in hun jaarrekening dan bedrijven
in landen met een aandeelhoudersperspectief. Hypothese (2): Bedrijven in landen met een stakeholder
oriëntatie rapporteren meer kwalitatief over CSD in hun jaarrekening dan bedrijven in landen met een
aandeelhoudersperspectief.
Pagina 1 van 6
, 4. What is the conceptual model?
Stakeholdersperspectief Kwantiteit en kwaliteit CSD
+
5. What is the strength of the causal relationship?
5.1. Use of theory
De theoretische achtergrond van het artikel wordt aan de hand van vier paragrafen uitgewerkt.
Voorafgaand aan deze paragraven is een algemenere toelichting opgenomen. Hierbij wordt het
verschil tussen landen CSD beschreven dat voortvloeit uit verscheidene wetenschappelijke artikelen.
De oorzaak van deze verschillen waren nog niet duidelijk.
Allereerst is het paragraaf over de stakeholder theory opgenomen die deze verschillen volgens
de auteurs kunnen verklaren. Zij halen veel verschillende artikelen aan die aangeven waarom de
stakeholder theory zo belangrijk is in relatie tot CSD. Aan de hand van deze theorie, de agency theorie
en dynamic theory of stakeholder relations lichten de auteurs toe dat als sociale toelichtingen (CSD)
gezien worden als een onderdeel van het strategisch plan van een bedrijf er een positieve relatie zal
zijn tussen de kwantiteit en kwaliteit van CSD en het belang dat de onderneming aan hun stakeholders
hecht.
Bij de paragraaf over corporate governance systems wordt bijna geen literatuur aangehaald.
Enkel de theorie van Coase wordt letterlijk in de tekst benoemd. Hierbij lichten de auteurs duidelijk
toe hoe Noorwegen en Denemarken verschillen van de Verenigde staten op basis van
communitarianism en contractarian samenlevingen. De classificatie van landen is gebaseerd op een
artikel van Ball et. al (2000).
Bij de paragraaf over het eigendomsstructuur is eveneens weinig literatuur opgenomen. Echter
is hier wel voor de relevante stukken voldoende literatuur opgenomen voor Denemarken en
Noorwegen waarom zij verschillen.
Bij de paragraaf over culturele factoren worden verschillende artikelen aangehaald en met
name Hofstede. De culturele verschillen tussen Scandinavische landen en de Verenigde Staten wordt
hiermee goed toegelicht.
5.2. Causality versus correlation
Er lijkt mij een causaal verband te zijn tussen de oriëntatie van een land en de kwantiteit en
kwaliteit van CSD. Ook de volgorde van het verband lijkt mij niet ter discussie te staan. Wel kan
sprake zijn van simplificering van het probleem.
5.3. Reciprocal relationships
Er is geen sprake van reciprocal relationships. CSD heeft geen invloed op de oriëntatie van
een land. Als de kwantiteit en kwaliteit van CSD toeneemt, veroorzaakt dit geen cultuurverandering,
maar het kan wel het gevolg zijn van een cultuurverandering.
5.4. Confounding factors
In de paper staat duidelijk omschreven dat het onderzoek contextuele verschillen tussen
landen kan isoleren. Mogelijk bestaat er in deze contextuele verschillen (andere verschillen tussen
lande, zoals de economische ontwikkeling, industrie, kosten van toelichtingen en wetgeving) een
andere verklaring voor het verschil in rapporteren van CSD. De auteurs hebben dit benoemd in het
artikel. Dit is sterk van de auteurs, omdat ze hierbij bij de selectie van de populatie rekening hebben
gehouden. Dit verhoogt de interne validiteit.
5.5. Conclusion
Al bij al is de interne validiteit van dit artikel goed. De belangrijkste theorie voor de
hypothesen, de stakeholder theorie, is goed theoretisch toegelicht. De causaliteit is aanwezig,
Pagina 2 van 6
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper marloesyannick. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.