The Art Of Working
Hoofdstuk 1 - De overzijde van de oceaan
Kunst gaat over het op een bepaalde manier organiseren van zaken in ruimte en tijd en kan op van
alles van toepassing zijn. Die bepaalde manier is afhankelijk van de tijd en plaats waarin we ons
bevinden.
1.1 De belangrijkste stelling is dat we in onze tijd en onze plaats steeds beter in staat zijn om de
manieren waarop we ons werk doen zodanig integraal te organiseren, dat er iets ontstaat met de
allure van een kunstwerk.
De kunst om werk zo te organiseren dat het als een kunst beleefd kan worden, komt binnen
handbereik. Het doel is om de wereld zo in te richten dat productiviteit en arbeidssatisfactie in elkaar
verlengde komen te liggen, eigenlijk op hetzelfde neer kunnen komen. Waar het lukt om de positieve
kanten van het werk integraal in de manier van werk te verankeren, valt op dat werken als kunst kan
worden beleefd.
1.2 Boeddha vertelde zijn verhaal onder een boom aan zijn leerlingen die het mond-tot-mond verder
vertelden. Later werden zijn woorden op schrift gesteld en verspreid, nog eeuwen later werd die leer
in boekvorm verspreid. Een hele vooruitgang van de boeddhistische informatie verspreiding. Hier
zien we het uiteengroeien van productiviteit en satisfactie, maar negatieve aspecten, in onze tijd,
kunnen worden omgebogen tot een positieve richting.
Door de informatierevolutie kunnen we weer bij elkaar brengen wat gescheiden werd en leidde tot
scheefgroei en kunnen we weer onder de boom samenwerkend ons werk doen. Deze revolutie heeft
er ook voor gezorgd dat we ons werk tijd- en plaatsonafhankelijk kunnen doen, hierdoor komt de
boom van ontmoeting weer in beeld, niet alleen in de fysieke omgeving, maar ook in het virtuele en
het mentale. Dat er toe kan leiden dat we in zekere zin allemaal onder de zelfde boom zitten. Het
opnieuw faciliteren van de ontmoeting is misschien wel de belangrijkste uitdaging van ons tijdperk.
1.3 De uitdaging waarvoor we staan is de inrichting van de wereld waarin we werken en wonen. Men
moet zulke projecten niet als een big-bangscenario benaderen, maar in een verantwoord tempo,
uitgekiend, maar wel radicaal. Het moet aangepakt worden met enthousiasme, inspiratie en
overtuigingskracht in combinatie met een planning.
Een visie is belangrijk, maar met alleen een visie run je geen business. Minstens zo belangrijk is at je
weet hoe je een proces verantwoordt organiseert, uitvoert en regisseert, terwijl de dagelijkse
business gewoon door gaat.
Het Land van de Toekomst is niet alleen in zicht, maar is op verschillende plaatsen al werkelijkheid –
integraal, winstgevend en op een manier die mensen blijvend inspireert.
Hoofdstuk 5 - Een nieuwe definitie van architectuur
De wording van de virtuele ruimte kan ertoe leiden dat de onwenselijke divergenties in de fysieke
ruimte worden omgebogen in meer wenselijke richtingen.
5.1 ruimte is een ‘plaats’ met drie dimensies waar je je doorheen kunt bewegen, maar er zijn ook nog
andere ‘gebieden’ waarin beweging mogelijk is. De fysieke ruimte bracht de mentale ruimte voort,
mentale beweging is enken, maar ook het domein waarin zich allerlei processen afspelen die bestaan
bij de gratie van denken. De mentale ruimte is niet alleen tussen ‘mijn oren’, maar manifesteert
tussen ‘onze oren’. De mentale ruimte is bovendien hulpmiddelen nodig uit de fysieke ruimte.
De mentale en fysieke ruimte zijn de aanleiding tot de vormgeving van de virtuele ruimte. Het is
eigenlijk niet aan te wijzen waar de virtuele ruimte begon.
1
, The Art Of Working
5.2 De creatie van de virtuele ruimte lijkt veel op de ontwikkeling van de wiskunde. Ook daar is de
vraag van toepassing of we de wiskunde ontdekken, bedenken of bedenkende ontdekken. Er was al
gezegd dat informatie nu tijd- en plaatsonafhankelijk wordt, als er ook overal met dezelfde
standaards wordt gewerkt (voorbeeld standaard; microsoft word, powerpoint en office). Nu die
standaard er is en we niet meer gedwongen worden ons werk op specifieke tijd en plaats te doen,
veranderen we de eisen aan de fysieke ruimte. Het ontstaan van de virtuele ruimte leidt tot
mogelijkheden in de fysieke ruimte en mentale ruimte. We zullen een ander gedrag creëren bij de
nieuwe andere werkprocessen. Er is lef nodig om in een nieuwe beweging mee te gaan, het is een
kwestie van vertrouwen op je gevoel, maar ook opzoek gaan naar de onderbouwing.
De wording van de virtuele ruimte zal enorme consequenties hebben voor de herinrichting van de
fysieke en mentale omgevingen. Pas vanaf het moment dat de virtuele ruimte tot volle wasdom
komt, komt ook een volwaardige integraliteit van de drie ruimtes in het vizier. Een integrale
architectuur ontfermt zich over de virtuele, mentale en fysieke omgevingen van de organisatie voor
de realisatie van een gebouw.
Architectuur beperkt zich niet tot het neerzetten van constructies van stenen en staal op een groene
weide. Het gaat over de ‘archè’, de beginselen, de essenties. Over de vraag waarom en hoe en
wanneer en waar men zich in die architectonisch vormgegeven ruimte moet bewegen.
5.3 Bevinden, bewegen en uitbreiden zijn de vragen die een architect, van de toekomst, moet stellen.
Aan zichzelf, aan de opdrachtgever, maar vooral aan de omgeving in meest integrale zin.
Een bouwwerk is datgene wat wij van deze wereld en dit leven maken. Bouwen is een vorm van
bewegen in de virtuele, fysieke en mentale omgevingen. Integrale architectuur gaat over de meest
wezenlijke van alle vragen, de vraag naar de noodzakelijkheid van een nieuwe wereld. De
mogelijkheden en randvoorwaarden voor het realiseren van integrale oplossingen liggen op tafel.
Het komt er op aan ze op de juiste manier met elkaar te verbinden en de juiste partijen in beweging
te brengen. Inderdaad, architectuur gaat over beweging.
Hoofstuk 9 – Kantoren bestaan niet meer
9.1 De Finse Liisa Joronens bedacht in de jaren negentig een compleet nieuw concept op (SOL) dat
bestond uit een combinatie van hoogwaardige informatietechnologie en een informele werksfeer. Ze
creëerde een nieuwe identiteit die ze verankerde in de managementstijl, het huisvestingsconcept en
het gebruik van informatietechnologie. Heel expliciet had ze het tijd- en plaatsonafhankelijk werken
tot kernpunt van haar bedrijfsfilosofie gemaakt, gebaseerd op drie vrijheden: de vrijheid van
werkplek, de vrijheid van werktijden en de vrijheid van statussymbolen.
SOL in analyse:
Holistische benadering.
Ambitieuze aanpak in een low-profile business.
Pragmatische aanpak: visie, research en uitvoering.
Plezierige werksfeer en verantwoordelijkheid.
Integratie van werk en privé.
Integratie van management, technologie en huisvesting.
De klant is de baas, niet het bedrijf.
’s Avonds werken en overdag tv kijken.
Mogelijkheden en faciliteiten moeten in het teken staan van het excelleren van medewerkers
(waardecreatie).
Iedereen heeft succes nodig.
2