Samenvatting Andorra
Ersten Bild
Barblin, de dochter van de leraar, verft de muur voor haar vaderlijk huis wit, want Andorra
moet mooi wit zijn voor Sint-Joris dag. Peider, een Andorrische soldaat, leunt tegen de muur
naast haar en probeert met haar te praten. Hij is een ordinair typ, en Barblin maakt hem
duidelijk dat ze hem niet mag.
Op de voorgrond verschijnen de timmerman en Andri, die als keukenhulp in de herberg
werkt. De fooien die hij krijgt, gooit hij altijd in de muziekkast, waar dan mooie muziek
uitkomt.
Ondertussen komt de Pater op en raakt met Barblin in gesprek. Zij is bang voor een invasie
van de Zwarten, het buurvolk. De Pater kan haar niet geruststellen, en brengt het gesprek op
haar vader (de leraar Can), die teveel drinkt en dan zegt dat de Andoranen niet beter zijn
dan de Zwarten.
Barblin komt niet los van haar zorgen: “Is het waar Pater, wat men zegt? Dat als de Zwarten
komen, wordt iedereen, die Jood is, opgepakt. Men bindt ze aan een paal en schiet ze in de
nek. En als ze een bruid hebben, wordt die kaalgeschoren.”
Barblin gaat naar huis. De leraar verschijnt en met hem de timmerman. De leraar wil Andri,
zijn pleegzoon, van wie hij gezegd had dat het een Jodenkind was, in de leer laten gaan bij
de timmerman. Deze vraagt hiervoor een oneerlijk hoog bedrag van 50 pond. Het is nu
eenmaal een Jood. “Hoezo wil hij timmerman worden, als hij dat niet in zijn bloed heeft?”
Plotseling gelooft de leraar een paal te zien, die hem angst aanjaagt. Het symbool voor de
jodenbedreiging afkomstig van de Zwarten.
Andri is blij, dat hij timmerman kan worden en verheugt zich op zijn huwelijk met Barblin.
De waard gooit de soldaat uit zijn herberg. De soldaat maakt Andri belachelijk, en laat hem
struikelen. Hij heeft een oogje op Barblin, die hij een Jood niet waard vindt, omdat een Jood
alleen maar aan geld denkt, omdat een Jood laf is.
Vordergrund
Achter de getuigenbank staat de waard, die zich probeert te verontschuldigen voor Andries
behandeling, met inhoudsloze argumenten. “Het is niet mijn schuld dat het zo gegaan is”.
, Zweites Bild
Andri en Barblin zitten in de nacht op de drempel van Barblins kamer. Barblin maakt haar
haren los en doet haar blouse uit. Hiermee maakt ze Andri duidelijk dat ze echt van hem
houdt. Andri let hier niet op, hij denkt voortdurend na over hoe de mensen over hem denken.
In hun ogen is hij een jonge man zonder gevoel, anders dan alle anderen. “En plotseling ben
je zoals ze zeggen dat je bent, en dat is het kwalijke.”
Vordergrund
De timmerman staat achter de getuigenbank, en zegt dat de 50 pond voor een leerling
eigenlijk teveel is. Hij wilde Andri gewoon niet in zijn werkplaats hebben. “Het is niet mijn
schuld, dat het later zo gegaan is.”
Drittes Bild
De derde acte speelt zich af in de werkplaats van de timmerman, waar Andri werkt met zijn
knecht. Beide hebben een stoel gemaakt. De knecht pakt Andries stoel en probeert er een
poot uit te trekken, maar dit lukt niet. Andri is blij, hij heeft goed werk verricht. Als de
timmerman in zijn werkplaats komt, laat de lijm van de stoel van de knecht los. De Gesell lukt
het echter, de timmerman te doen geloven, dat Andri’s stoel de zijne is. De timmerman raadt
Andri aan op te houden met dit werk en verkoper te worden. “Dat zit jou soort in het bloed. Je
kan veel geld verdienen Andri, veel geld, want Joden denken alleen maar aan geld.’
Vordergrund
De knecht staat voor het gerecht en maakt ook zijn inhoudsloze verontschuldigen. “Het is
niet mijn schuld, dat ze hem later hebben gehaald.”
Viertes Bild
Andri wordt in het huis van zijn ouders door de dokter onderzocht. De dokter is een
zwamneus met zijn nationalistische houding. Hij lijkt wel een soort propagandamaker voor
Andorra. Als het aan hem ligt, kunnen de Joden de grond inzakken. Hij is een antisemiet.
“Het erge aan de Joden is hun eerzucht (verlangen naar eer of roem). Overal proberen ze de
hoogste posities te betreden, en voor ons blijft niets anders over als het vaderland.” Andri
loopt gekwetst weg. Als hij terugkomt, onthuld hij zijn vader dat hij zijn stiefzus Barblin wil
huwen, hij weet niet dat het zijn stiefzus is. De leraar zwijgt en zegt dan: “Andri, dat gaat
niet.” Andri denkt, dat de leraar hem de hand van Barblin weigert omdat Andri een Jood is of
omdat ie jaloers is. De leraar gaat naar het café, om daar problemen weg te zuipen.